Hoogte van een warmtepomp: vergunningplicht en bouwregels

De installatie van een warmtepomp wordt steeds vaker gekozen als duurzame en energiezuinige oplossing voor verwarming en koeling in woningen. Echter, de bouw en plaatsing van een warmtepomp zijn onderworpen aan bepaalde regels, met name als het gaat om de hoogte van het apparaat. In dit artikel wordt een gedetailleerde uitleg gegeven over de vergunningplicht, bouwregels en praktische aandachtspunten wanneer het gaat om de hoogte van een warmtepomp, op basis van relevante informatie uit betrouwbare bronnen.


Wat is een warmtepomp?

Een warmtepomp is een technische installatie die warmte uit de lucht, bodem of water opneemt en omzet in verwarming voor een woning. De werking berust op het principe van thermodynamica: koudemiddel doorloopt een cyclus van verdamping en condensatie, waarbij de warmte wordt opgepompt en gebruikt om het gebouw te verwarmen.

Er zijn verschillende typen warmtepompen:

  • Lucht-waterwarmtepompen, die warmte uit de buitenlucht halen.
  • Bodem-waterwarmtepompen, die gebruik maken van de constante temperatuur in de bodem.
  • PVT-panelen, zonnepanelen die zowel elektriciteit als warmte opwekken en meestal op het dak worden geplaatst.

De warmtepomp kan worden geplaatst in de tuin, op een balkon, of onder een carport, afhankelijk van de beschikbare ruimte en de toepasselijke bouwregels.


Definitie van hoogte en vergunningplicht

De hoogte van een warmtepomp wordt gemeten vanaf de grond tot de bovenkant van het apparaat. Deze hoogte is van groot belang bij het bepalen of een omgevingsvergunning nodig is. Als de totale hoogte, inclusief eventuele geluiddempende kasten of andere accessoires, meer dan 1 meter bedraagt, is er in ieder geval sprake van een losstaand bouwwerk dat vergunningplichtig is.

Een voorbeeld: een warmtepomp die op 30 centimeter boven de grond wordt geplaatst en zelf 80 centimeter hoog is, heeft een totale hoogte van 110 centimeter. In dit geval is er sprake van een bouwwerk dat meer dan 1 meter meet en dus een omgevingsvergunning vereist.

Warmtepomp op een balkon of onder een carport

De uitspraak van de Afdeling duidelijk maakt dat een warmtepomp geen uitbreiding van het balkon of de carport is, maar een losstaand bouwwerk dat op die locatie geplaatst wordt. Dit heeft gevolgen voor de vergunningplicht. Ook als een warmtepomp onder een carport staat, moet de omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen worden aangevraagd, omdat het een losstaand bouwwerk is.

Een geluiddempende kast die rond de warmtepomp wordt gebouwd, telt mee in de hoogteberekening. Als de kast de totale hoogte boven de 1 meter brengt, is er een vergunning nodig.


Omgevingsvergunning: wanneer is die nodig?

Bij het plaatsen van een warmtepomp moet men rekening houden met twee soorten omgevingsvergunningen:

  1. Vergunning voor het bouwen: nodig als het bouwwerk (de warmtepomp) hoger is dan 1 meter.
  2. Vergunning voor afwijken van het bestemmingsplan: nodig als de locatie van de warmtepomp niet in lijn is met de toegestane bouwregels van de betreffende bestemming (zoals 'Wonen' of 'Tuin').

Het afwijken van het bestemmingsplan hangt af van de regels voor de betreffende locatie. Bijvoorbeeld: in een woonbestemming zijn er vaak beperkingen op de hoogte en de aard van losstaande bouwwerken. Als de warmtepomp hoger is dan toegestaan, is er een extra vergunning nodig voor het afwijken van het bestemmingsplan.


Bouwregels en bestemmingsplannen

De hoogte van een warmtepomp is niet alleen een kwestie van vergunningplicht, maar ook een aandachtspunt bij het naleven van bouwregels. Deze regels worden bepaald door het bestemmingsplan van de betreffende locatie. Voor de meeste woningen geldt de bestemming 'Wonen' of 'Tuin', waarin regels staan over de hoogte van bouwwerken en eventuele beperkingen op de aard van bouwactiviteiten.

Deze regels kunnen variëren per gemeente. Het is daarom belangrijk om de lokale bouwregels en het bestemmingsplan van de eigen woning te raadplegen voor een duidelijk beeld van wat toegestaan is.


Trillingen en hinder

Naast de hoogte van de warmtepomp is er ook aandacht nodig voor trillingen en geluidshinder, die door de werking van de warmtepomp kunnen worden veroorzaakt. Bijvoorbeeld: een warmtepomp die niet goed is geïsoleerd, kan schade veroorzaken aan de omgeving of hinder geven aan buren.

Trillingen kunnen worden beperkt of voorkomen door het gebruik van trillingsdempers. Als de trillingen toch zo sterk zijn dat ze onrechtmatige hinder veroorzaken, kan de warmtepomp op bepaalde momenten uitgeschakeld moeten worden. Dit is duidelijk uit een arrest van het Gerechtshof Arnhem.


Praktische installatieaandachtspunten

Leidingdiameters en Delta T

Bij de installatie van een warmtepomp is het belangrijk om rekening te houden met de Delta T, oftewel het temperatuurverschil tussen aanvoer en retourleiding. Bij een warmtepomp wil men vaak met een klein Delta T werken, bijvoorbeeld 6ºC, om comfort te garanderen en gelijkmatige verwarming te realiseren.

Om dit te realiseren, is meestal een grotere leidingdiameter nodig. Bijvoorbeeld: bij een warmtepomp van 10 kW en een Delta T van 6ºC, is een leidingdiameter van DN25 aan te raden.

Tip: Installateurs die gewend zijn aan CV-ketels moeten hier even aan wennen, omdat de werkwijze bij een warmtepomp anders is.

Koppelingen en isolatie

Bij het gebruik van messing knelkoppelingen is het verstandig om na montage teflontape aan te brengen. Dit vermindert de kans op spanning corrosie. Daarna kan de dampdichte isolatie worden aangebracht.


Eerste opstart en controleparameters

Bij het eerste opstarten van een water/water of brinewater/water warmtepomp is het belangrijk om enkele parameters in de gaten te houden:

  • Zuiggastemperatuur: Deze moet tussen de 4 en 12 graden liggen. Als de temperatuur meteen onder 0ºC komt, duidt dit op een probleem in de bronleidingen. Dan moet het toestel worden uitgeschakeld en de bronleidingen ontlucht of aangevuld.
  • Delta T: Controleer of er een goed temperatuurverschil is tussen bron in en bron uit (ongeveer 4 tot 5ºC).
  • Heetgastemperatuur: Deze moet minimaal 25 K hoger liggen dan de aanvoertemperatuur (normaal tussen de 70 en 125ºC).
  • Vloeistoftemperatuur: Deze moet ongeveer gelijk zijn aan de retourtemperatuur.
  • Oververhitting: Dit is het verschil tussen zuiggas- en verdampertemperatuur, en moet tussen 2 en 8ºC liggen.

Na het controleren van deze parameters kan de warmtepomp verder worden ingesteld, bijvoorbeeld via het menu om parameters aan te passen of accessoires aan te melden. Dit varieert per merk en type.


Gebruik van warmtepompen voor zwembaden

Een warmtepomp is ook geschikt om een zwembad te verwarmen, maar dan moet er rekening worden gehouden met het type warmtewisselaar. Het is verstandig om een wisselaar te kiezen die geschikt is voor lage temperaturen (maximaal 45ºC primair). Veel mensen maken de fout om een wisselaar te gebruiken die 90ºC primair nodig heeft, maar deze geeft vaak bij 45ºC weinig vermogen af.


PVT-panelen: een aparte categorie

PVT-panelen (Photovoltaic Thermal) zijn zonnepanelen die zowel elektriciteit als warmte opwekken. Ze worden meestal op het dak geplaatst en zijn in principe niet vergunningplichtig, zoals aangegeven in artikel 2, zesde lid, van Bijlage II van het Besluit regeling omgevingsrecht.

Een belangrijke voorwaarde is dat de PVT-panelen in lijn met het dak worden geplaatst. Op een plat dak mag het panel niet tegen de rand staan. Als ze op een andere locatie worden geplaatst, kan de installatie wel vergunningplichtig zijn.


Productvoorbeelden

De markt biedt diverse warmtepompmodellen aan, afhankelijk van het type en de toepassing. Hier zijn enkele voorbeelden uit de technische markt:

  • Remeha Elga Ace Warmtepomp (lucht/water) split uitv: Geschikt voor verwarming en koeling, met regeling voor CV-ketel.
  • Nefit-Bosch Compress 5800i AW: Zeer stille warmtepomp met 100% natuurlijk koudemiddel R290. Geschikt voor woningen met gewone radiatoren.
  • Alpha innotec Alterra SWCV Warmtepomp (water/water): Ideaal voor huishoudens die gebruik maken van bodemwarmte.

Deze modellen zijn beschikbaar in verschillende vermogens en zijn afgestemd op zowel woningen met vloerverwarming als met gewone radiatoren.


Conclusie

De installatie van een warmtepomp is een duurzame en energiezuinige keuze, maar het is belangrijk om rekening te houden met de bouwregels en vergunningplicht. De hoogte van de warmtepomp is een belangrijke parameter. Als het bouwwerk hoger is dan 1 meter, is er een omgevingsvergunning nodig. Ook moet gecontroleerd worden of er afwijkingen zijn van het bestemmingsplan, wat extra vergunningen kan vereisen.

Daarnaast zijn er aandachtspunten zoals trillingen, geluid, leidingdiameters en Delta T die van invloed zijn op de prestaties en het comfort van de warmtepomp. Het is verstandig om bij de installatie professioneel advies in te winnen, zeker als het gaat om het eerste opstarten of het aanpassen van parameters.

Zowel lucht-water- als bodem-waterwarmtepompen zijn goede opties, evenals PVT-panelen voor huishoudens die ook elektriciteit willen opwekken. Het kiezen van het juiste type en de juiste montage zijn essentieel voor een succesvolle en duurzame verwarmingsoplossing.


Bronnen

  1. Catch Legal - Warmtepomp plaatsen: goed idee, maar let wel goed op
  2. Warmtepomp Weetjes - Installatie tips
  3. Technische Unie - Warmtepompen

Related Posts