Ruimtebehoeften voor het installeren van een warmtepomp in woningen en buurten

Inleiding

Het overstappen van traditionele verwarmingssystemen naar warmtepompen is op dit moment een van de meest relevante en duurzame keuzes die woningeigenaren kunnen maken. Warmtepompen halen warmte uit de omgeving — zoals lucht, water of de bodem — en gebruiken deze om woningen te verwarmen of af te koelen. Ze zijn energie-efficiënt, milieuvriendelijk en kunnen aanzienlijk bijdragen aan het aardgasvrij maken van woningen.

Een belangrijk aspect van de installatie van een warmtepomp is echter de ruimte die nodig is voor het systeem. Deze ruimtebehoeften kunnen variëren, afhankelijk van het type warmtepomp (bijvoorbeeld lucht-water, water-water of hybride), de schaal van de installatie (individueel of collectief) en de toepassing in openbare of privéruimte. In dit artikel worden de ruimtebehoeften voor warmtepompen in detail uitgelegd, inclusief de ruimte voor installatie, eventuele infrastructuurverbeteringen en aandachtspunten bij het ontwerpen van woningen of wijkprojecten.


Wat is een warmtepomp en hoe werkt het?

Een warmtepomp is een thermodynamisch apparaat dat warmte uit de omgeving haalt en deze gebruikt om ruimtes te verwarmen of af te koelen. Het werkt volgens het principe van verdamping, compressie, condensatie en expansie. Het koudemiddel in de warmtepomp verdampt in de verdampingsspul, waarbij het warmte opneemt. Vervolgens wordt het gas samengeperst door een compressor, waardoor de temperatuur stijgt. In de condensator condenseert het gas weer, waarbij het warmte afgeeft aan het verwarmingssysteem. Ten slotte passeert het koudemiddel een expansieventiel, waarbij de druk en temperatuur dalen, waarna het proces zich herhaalt.

De efficiëntie van een warmtepomp wordt uitgedrukt in de COP (Coefficient of Performance), die aangeeft hoeveel energie het systeem levert ten opzichte van het verbruik. De COP kan hoger liggen dan 1, wat betekent dat een warmtepomp meer warmte produceert dan het elektriciteitsverbruik dat het nodig heeft.


Soorten warmtepompen en hun ruimtebehoeften

Er zijn verschillende typen warmtepompen, elk met hun eigen ruimtebehoeften en toepassingen. De keuze hangt af van de beschikbare bronnen (lucht, water, bodem) en de schaal van de installatie (individueel of collectief). Hieronder volgt een overzicht van de meest voorkomende soorten en de ruimtebehoeften die aan hen verbonden zijn.

Lucht-water (L-W) warmtepompen

Deze warmtepompen halen warmte uit de buitenlucht en leveren het af via een waterbuiswerk. Ze zijn vaak gebruikt in woningen of kleine collectieve systemen. Voor het installeren van een L-W-warmtepomp is ruimte nodig voor de buitenunit, die meestal op een afstand van de woning moet staan om akoestische en elektromagnetische storingen te voorkomen.

De buitenunit van een L-W-warmtepomp vereist een vrije ruimte van minimaal 1,8 meter rondom, boven en in de grond. Bovendien moet deze minstens 0,4 meter van de perceelgrens of een muur liggen. Elektriciteitshuisjes, waarin elektrische componenten kunnen worden geplaatst, hebben een afmeting van ongeveer 3,5–4 meter breed en 6,5–7,6 meter lang. De stroomkabels moeten op een diepte van 0,8 meter worden aangelegd, om botsing met andere leidingen of wortels te voorkomen.

Water-water (W-W) warmtepompen

Water-water-warmtepompen halen warmte uit oppervlaktewater (zoals een rivier of meer) of uit de bodem. Ze worden vaak gebruikt in collectieve systemen, zoals buurtwarmtepompen. Deze warmtepompen vereisen een warmtebron, zoals een warmte- en koudeopslag (WKO) in de bodem.

De ruimtebehoeften voor een W-W-warmtepomp kunnen variëren afhankelijk van het type WKO-systeem. Horizontale WKO-systemen liggen aan of bij de oppervlakte en zijn meestal beperkt tot het perceel. Verticale systemen lopen tot in diepten van honderden meters. Het opslaan van warmte op een diepte van meer dan 500 meter is onderhevig aan de Mijnbouwwet en vereist extra veiligheidsmaatregelen.

Hybride warmtepompen

Hybride warmtepompen combineren een lucht-water-warmtepomp met een traditionele verwarming, zoals een aardgasketel. Ze zijn ideaal voor woningen die nog niet volledig geïsoleerd zijn of waarbij de warmtepomp alleen niet voldoende warmte kan leveren in de wintermaanden. De bijverwarming kan in de toekomst worden opgevolgd door groen gas of waterstof.

Het ruimtegebruik voor een hybride warmtepomp is vergelijkbaar met dat van een lucht-water-warmtepomp. Er is evenwel extra ruimte nodig voor een individuele boiler, die nodig is als de temperatuur van de bron niet hoog genoeg is voor warm tapwater. Deze boiler heeft een volume van ongeveer 1,0 m × 1,0 m × 2,0 m.


Ruimtebehoeften in openbare ruimte

Bij het installeren van warmtepompen op kavel- of wijkniveau is ruimte in de openbare ruimte vaak nodig voor het installeren van elektriciteitshuisjes, kabeltracés en eventuele warmtebronnen. Deze ruimtebehoeften kunnen variëren afhankelijk van of de warmtepomp bovengronds of ondergronds geïnstalleerd wordt.

Bovengronds installaties

Voor bovengronds installaties van warmtepompen zijn elektriciteitshuisjes nodig, die een oppervlakte van ca. 23 tot 31 m² innemen. Deze ruimte moet minstens 1,8 meter vrij zijn rondom, boven en in de grond. De afstand tot woningen moet zoveel mogelijk worden gehouden om akoestische en elektromagnetische storingen te beperken. Bovendien moet de locatie van het elektriciteitshuisje centraal liggen om de lengte van kabeltracés te minimaliseren en eventuele spanningsklachten te voorkomen.

Ondergronds installaties

Voor ondergronds warmtepompsystemen is een warmtebron nodig, zoals een WKO-systeem in de bodem. De ruimtebeslag varieert afhankelijk van de diepte van de warmteopslag. Horizontale systemen zijn beperkt tot het perceel, terwijl verticale systemen tot honderden meters diep kunnen lopen. Het opslaan van warmte op een diepte van meer dan 500 meter is wettelijk geregeld en vereist extra veiligheidsmaatregelen.


Ruimtebehoeften in de woning

Nebij de installatie van de warmtepomp zelf, is er ook ruimte nodig binnen de woning voor de afleverset, eventuele boilers en elektrische groepen.

Afleverset

De afleverset is een belangrijk onderdeel van het warmtepompsysteem en heeft afmetingen van ongeveer 0,6 m × 0,2 m × 0,4 m. Deze set wordt meestal geplaatst in de meterkast. Aanpassingen aan de leidingen kunnen nodig zijn om de afleverset goed in te passen in de woning.

Individuele boiler

In sommige gevallen is een individuele boiler nodig om warm tapwater te leveren, vooral als de temperatuur van de warmtepompbron niet hoog genoeg is. Deze boiler heeft een afmeting van ongeveer 1,0 m × 1,0 m × 2,0 m en moet daarom voldoende ruimte in de woning hebben.

Elektrische groep

Aangezien de woning aardgasvrij moet worden, is het gebruik van een elektrische kookplaat noodzakelijk. Hiervoor is vaak een extra elektra-groep nodig in de meterkast. De elektraleidingen moeten daarom worden aangepast om het extra vermogen aan te kunnen.


Zone regeling en ruimtebehoeften

Een zone regeling is een systeem dat het mogelijk maakt om de temperatuur in verschillende kamers of zones van de woning afzonderlijk in te stellen. Dit zorgt voor meer comfort en energiebesparing, aangezien het mogelijk is om alleen de ruimtes te verwarmen of af te koelen die daadwerkelijk gebruikt worden.

Hoewel een zone regeling vooral betrekking heeft op de technische regeling en niet op fysieke ruimtebehoeften, kan het beïnvloeden hoe de warmtepomp in de woning is opgenomen. De regeling moet voldoende ruimte hebben in de meterkast of op een andere geschikte locatie binnen de woning.


Aandachtspunten bij het ontwerp van een warmtepompsysteem

Bij het ontwerpen van een warmtepompsysteem zijn er verschillende aandachtspunten die moeten worden meegenomen, zowel op individueel als collectief niveau. Deze aandachtspunten zijn gericht op de ruimtebehoeften, de beschikbaarheid van warmtebronnen en de toekomstbestendigheid van het systeem.

Isolatie van de woning

Een van de belangrijkste factoren die bepalen of een warmtepomp geschikt is voor een woning, is de isolatie. Een goed geïsoleerde woning vereist minder warmte en is dus gunstiger voor de efficiëntie van de warmtepomp. Bij een slecht geïsoleerde woning is een hybride warmtepomp vaak een betere keuze, aangezien deze extra verwarming kan bieden bij piekvraag.

Grootte van de ruimte

De grootte van de woning beïnvloedt de keuze van het warmtepomptype. Kleinere woningen kunnen meestal voldoende verwarming krijgen van een lucht-water-warmtepomp, terwijl grotere woningen vaak een water-water- of hybride warmtepomp nodig hebben.

Beschikbare warmtebronnen

De beschikbaarheid van warmtebronnen bepaalt ook welk type warmtepomp het meest geschikt is. Voor woningen in stedelijke gebieden is een lucht-water-warmtepomp vaak de enige haalbare optie, aangezien er geen toegang is tot een warmtebron in de bodem of water. In plattelandsgebieden kan een water-water- of hybride warmtepomp beter geschikt zijn, afhankelijk van de beschikbaarheid van oppervlaktewater of de mogelijkheid tot warmteopslag in de bodem.


Conclusie

Het installeren van een warmtepomp vereist zorgvuldige overweging van de ruimtebehoeften, zowel binnen de woning als in de openbare ruimte. Afhankelijk van het type warmtepomp — lucht-water, water-water of hybride — en de schaal van de installatie — individueel of collectief — kunnen de ruimtebehoeften sterk variëren. Het is belangrijk om rekening te houden met factoren zoals isolatie, grootte van de woning, beschikbare warmtebronnen en toekomstbestendigheid bij de keuze van een warmtepomp. Bovendien speelt de ruimtebehoeften een rol in het ontwerp van wijkprojecten, waarbij elektriciteitshuisjes, kabeltracés en warmteopslag in de bodem kunnen voorkomen. Een goed ontworpen warmtepompsysteem kan niet alleen bijdragen aan een duurzamere woning, maar ook het energieverbruik verminderen en het comfort van de bewoners verhogen.


Bronnen

  1. De toekomst van verwarmen: Alles wat je moet weten over de warmtepomp
  2. Ruimtetool voor warmte en ruimtebehoeften
  3. Warmtepompen van Technische Unie
  4. Zone regeling voor warmtepomp

Related Posts