Exponentiële groei van warmtepompen in Nederland: cijfers, trends en uitdagingen

In de afgelopen jaren is er sprake van een opmerkelijke groei in het aantal geïnstalleerde warmtepompen in Nederland. Deze opmars is het resultaat van beleidsmaatregelen, subsidies, en de toenemende druk om duurzaam te bouwen en te renoveren. In dit artikel wordt een gedetailleerde blik geworpen op de groei van warmtepompen in de jaren 2017 en daarna, met een focus op het aantal geïnstalleerde eenheden, de verdeling over woningtypes, de rol van subsidies, en de interrelatie met warmtenetten.


Inleiding

De transitie naar duurzame verwarmingssystemen in de woningbouw is in volle gang. In 2017 begon de groei van warmtepompen in Nederland met kracht, aangewakkerd door beleid en financiële ondersteuning. Deze trend heeft zich de afgelopen jaren verder ontwikkeld, wat leidde tot een exponentiële toename van het aantal geïnstalleerde warmtepompen. De data uit de afgelopen jaren tonen een duidelijke verandering in de markt, met name in de bestaande woningbouw.

In 2017 was de marktpenetratie van warmtepompen nog gering, maar de aantallen stegen sterk in de daaropvolgende jaren. In dit artikel zullen we de cijfers vanaf 2017 beschouwen, evenals de onderliggende trends en de rol van overheidsbeleid in deze opmars.


Toename van warmtepompen: van 2017 tot 2023

Aantal warmtepompen in 2017

Hoewel de exacte cijfers voor 2017 niet direct in de bronnen worden vermeld, kan uit de gegevens van latere jaren worden afgeleid dat het aantal geïnstalleerde warmtepompen rond 2017 nog gering was. In 2021 was het aantal geschat op 10.000 nieuwe warmtepompen, wat aantoont dat de toename pas echt begon in de jaren erna. De Rekenkamer meldt dat vanaf 2017 jaarlijks meer warmtepompen werden geïnstalleerd dan nieuwe aansluitingen op warmtenetten.

Daaruit volgt dat in 2017 de groei van warmtepompen al begon, maar dat het aantal nog relatief laag was. De overgang van gasverwarming naar elektrische alternatieven, zoals warmtepompen, had toen nog geen landelijke doorbraak gemaakt, maar was aan het opbouwen.

Groeicijfers vanaf 2017

De groei vanaf 2017 was aanzet voor een snelle toename in de jaren 2021, 2022 en 2023. In 2021 werden ruim 10.000 nieuwe warmtepompen geïnstalleerd. In 2022 was dit aantal al gestegen tot 22.000, en in 2023 naar 58.000. Dit betekent dat in de drie jaren vanaf 2017 het aantal warmtepompen met een factor 5.8 is toegenomen. Deze trend wordt voortgezet in 2024, waarin het aantal warmtepompen verder is gestegen naar 376.000, met een toename van ruim 40% ten opzichte van 2023.

De overgang van gas naar elektrische verwarming is dus niet lineair, maar exponentieel. Dit wordt onder andere aangewakkerd door het demissionaire beleid van kabinet Rutte IV, dat zich richtte op het plaatsen van 125.000 warmtepompen in bestaande woningen tussen 2022 en 2024. In 2023 alleen al zijn er bijna 120.000 warmtepompen geïnstalleerd in bestaande woningen – het doel werd dus ruimschoots gehaald.


Bestaande bouw: het grootste deel van de groei

Hybride en all-electric warmtepompen

Een belangrijk kenmerk van de groei vanaf 2017 is de stijgende populariteit van hybride warmtepompen. In 2021 waren er circa 10.000 nieuwe installaties, in 2022 steeg dit aantal naar 22.000, en in 2023 naar 58.000. Deze hybride warmtepompen zijn met name in de bestaande woningbouw te vinden. Hierin vormen hybride en all-electric warmtepompen elk ongeveer de helft van de nieuwe installaties.

In de bestaande bouw zijn warmtepompen in 2023 verantwoordelijk voor bijna 120.000 nieuwe installaties. Meer dan twee derde van deze warmtepompen zijn geplaatst in de bestaande bouw. Dit is een duidelijke indicatie van de toegenomen aandacht voor renovatie en duurzame oplossingen in bestaande woningen.

Invloed op het gasverbruik en de CV-ketelmarkt

De groei van warmtepompen heeft ook een directe invloed op de CV-ketelmarkt. In het eerste halfjaar van 2023 is het aantal verkochte CV-ketels met een derde gedaald ten opzichte van dezelfde periode in 2022. Als deze trend zich in de tweede helft van het jaar voortzet, zou dat betekenen dat er in 2023 slechts 300.000 CV-ketels zijn verkocht. Dit is een significante afname, en een duidelijk signaal dat het gebruik van gas in woningverwarming steeds minder centraal komt te staan.


Nieuwbouw: een andere trend

In tegenstelling tot de bestaande bouw, waar de groei van warmtepompen vooral op hybride en lucht-water-systemen is gericht, is de situatie in de nieuwbouw iets anders. In 2022 was twee derde van alle nieuw gebouwde woningen elektrisch verwarmd, terwijl dit in 2018 nog slechts 23% was. In de periode 2013 tot 2017 lag dit percentage zelfs op gemiddeld 11%. Dit betekent dat elektrische verwarming in nieuwbouw al eerder begon te groeien, maar pas in 2017 begon het daadwerkelijk momentum te krijgen.

In vrijstaande woningen gebouwd vanaf 2018 is elektrische verwarming het meest gebruikelijk: 62% van deze woningen zijn voorzien van een warmtepomp. In meergezinswoningen is dit percentage lager (37%), omdat ook blokverwarming en warmtenetten vaak worden toegepast. Dit laat zien dat de keuze voor een warmtepomp in de nieuwbouw afhankelijk is van de woningtype en het bouwproces.


Regionale verdeling en de rol van subsidies

Provinciale verschillen

De verdeling van warmtepompen per regio toont aanzienlijke verschillen. In 2023 is gebleken dat in Noord-Brabant en Gelderland het hoogste aantal warmtepompen is geïnstalleerd. Deze provincies zijn veruit voorop in de transitie naar duurzame verwarming. Aan de andere kant blijven de Randstad en Flevoland relatief achter in het aantal geïnstalleerde warmtepompen. In deze regio’s is de toepassing van warmtepompen in de bestaande bouw relatief lager dan elders in het land.

Deze regionale verschillen kunnen gedeeltelijk worden verklaard door de beschikbaarheid van subsidies, de toegankelijkheid van installateurs, en het bewustzijn van eigenaren voor duurzaam bouwen en renoveren. In Randstedelijke gebieden is de focus op warmtenetten groter, wat kan leiden tot minder individuele installaties van warmtepompen.

Subsidies en overheidsbeleid

De toename van warmtepompen vanaf 2017 is sterk beïnvloed door subsidies. Het ISDE-subsidieregeling (Innovatie en Duurzaamheid Energie) speelt een centrale rol in de financiering van warmtepompen. In 2023 zijn er met ISDE subsidies ruim 568.000 warmtepompen geïnstalleerd, volgens de verwachting van DNE Research.

Een belangrijk aspect van subsidies is de overlap met andere maatregelen, zoals warmtenetten. De Algemene Rekenkamer heeft opgemerkt dat in bepaalde wijkprojecten subsidies voor warmtepompen gegeven worden terwijl er tegelijkertijd ook sprake is van plannen voor een warmtenet. Dit kan de ontwikkeling van warmtenetten belemmeren. Daarom heeft de Rekenkamer aanbevolen om subsidies voor warmtepompen alleen te geven als dit niet in de weg staat van een warmtenetproject in de betreffende wijk.


Het warmtenet en de toekomstige transitie

Groei van warmtenetten

Hoewel de aantallen warmtepompen sterk zijn toegenomen, blijven warmtenetten een belangrijke rol spelen in de transitie naar gasvrij wonen. Op dit moment zijn er bijna 500 warmtenetten in Nederland, met in totaal 515.000 aansluitingen. Deze warmtenetten zijn voor een derde van de gebouwde omgeving de meest kostenefficiënte oplossing om in 2050 gasvrij te zijn, volgens het Planbureau voor de Leefomgeving.

Toch lopen veel warmtenetprojecten tegen vertraging aan. Sinds eind 2023 stokken diverse plannen voor uitbreiding of nieuwe warmtenetten, omdat het niet rendabel is om ze te exploiteren. Dit is een groeiend probleem, aangezien warmtenetten vaak een betere oplossing zijn dan individuele warmtepompen in dichtbevolkte wijkprojecten.

Toezicht en regulering

Het toezicht op warmtenetten ligt in handen van de Autoriteit Consument & Markt (ACM). Deze instantie zorgt voor de regelgeving rondom prijs, kwaliteit, en markttransparantie. De ACM speelt een sleutelrol in de ontwikkeling van een duurzame warmtetransitie, omdat het ervoor zorgt dat warmtenetten op een eerlijke manier worden aangeboden en gereguleerd.


Uitdagingen en kansen

Technische en logistieke kansen

De toename van warmtepompen sinds 2017 heeft geleid tot snelle technische vooruitgang. Tegenwoordig zijn er verschillende types warmtepompen beschikbaar, variërend van lucht-water- en grond-water- naar hybride systemen. Deze systemen zijn steeds efficiënter en beter afgestemd op de specifieke behoeften van woningen en woningtypen.

Daarnaast is er een toegenomen voorraad van gekwalificeerde installateurs, wat de toegankelijkheid van warmtepompen vergroot. In 2023 zijn er al ruim 108.000 extra warmtepompen geïnstalleerd in vergelijking met 2023, wat aantoont dat de markt steeds meer aan groei kan verwerken.

Financiële kansen

De financiering van warmtepompen via subsidies is van essentieel belang voor de groei. Door middel van ISDE zijn er in 2023 568.000 warmtepompen geïnstalleerd, wat aantoont dat subsidies een centrale rol spelen in de verduurzaming van de woningbouw. Deze financiering is echter afhankelijk van overheidsbeleid en kan veranderen in de komende jaren.

Een uitdaging is het vermijden van overlap met andere maatregelen, zoals warmtenetten. Subsidies moeten zo worden ingezet dat ze niet in de weg staan van andere duurzame initiatieven. De Algemene Rekenkamer heeft hierover concrete aanbevelingen gedaan, zoals het stoppen van subsidies voor warmtepompen in wijkprojecten waar al sprake is van warmtenetontwikkeling.


Conclusie

De afgelopen jaren is er sprake van een exponentiële toename in het aantal geïnstalleerde warmtepompen in Nederland. Deze groei begon al rond 2017 en heeft zich in de jaren daarna verder versneld. In 2023 zijn er 568.000 warmtepompen geïnstalleerd, met een toename van 40% ten opzichte van 2022. Deze groei is het resultaat van subsidies, beleid en een veranderende markt.

De verdeling van warmtepompen is sterk afhankelijk van regio, woningtype en bouwjaar. In de bestaande bouw zijn hybride en all-electric warmtepompen het meest gebruikelijk, terwijl in de nieuwbouw elektrische verwarming een groter aandeel inneemt. Regionale verschillen zijn duidelijk waarneembaar, met name in de Randstad en Flevoland.

De rol van subsidies en overheidsbeleid is van cruciaal belang. Subsidies zoals ISDE zijn essentieel voor de financiering van warmtepompen, maar ook voor de verduurzaming van de woningbouw. Het vermijden van overlap met andere initiatieven, zoals warmtenetten, is een belangrijk uitdaging. De Rekenkamer heeft hierover duidelijke aanbevelingen gedaan.

De toekomstige groei van warmtepompen hangt af van de voortzetting van subsidies, de beschikbaarheid van gekwalificeerde installateurs, en de verder ontwikkeling van technologieën. Tegelijkertijd blijven warmtenetten een belangrijke factor in de transitie, en is het belangrijk dat deze twee benaderingen op elkaar worden afgestemd.


Bronnen

  1. Nederlanders kiezen massaal voor warmtepomp - ruim 40% groei
  2. Het warmtepompmomentum zet door, maar Randstad en Flevoland blijven achter
  3. Een koud bad voor warmtenetten

Related Posts