Legionella Preventie bij Warmtepompen: Hoe Vaak en Hoe?

Legionella-preventie is een essentieel onderdeel van het beheer van warmtepompen en warmwaterinstallaties in huizen en andere gebouwen. Het gevaar dat legionella bacteriën met zich meebrengen, maakt het noodzakelijk om regelmatig preventieve maatregelen te nemen. In dit artikel wordt een gedetailleerde en expertgerichte uitleg gegeven over hoe vaak en hoe legionella-preventie bij warmtepompen moet worden uitgevoerd, aan de hand van actuele richtlijnen en aanbevelingen.

Wat is legionella en waarom is het belangrijk?

Legionella is een bacterie die zich goed ontwikkelt in warm water, met name in temperaturen tussen 20°C en 55°C. De bacterie veroorzaakt de ziekte bekend als legionellapneumonie, een ernstige vorm van longontsteking. Mensen raken besmet door het inademen van verneveld water, bijvoorbeeld tijdens het douchen. Het drinken van besmet water is echter niet gevaarlijk.

In doucheruimtes waar het water langere tijd stilstaat en waar de temperatuur niet boven de 60°C uitkomt, is het noodzakelijk om preventieve maatregelen te nemen. Dit geldt met name bij systemen die warm water leveren, zoals warmtepompen, zonneboilers en traditionele boilers.

Legionella-preventie bij warmtepompen

1. Temperatuurbeheersing

Om legionella te voorkomen, is het essentieel dat het water in de warmwatervoorziening minstens 1 uur per week op een temperatuur boven 60°C wordt gehouden. Dit is gebaseerd op richtlijnen van Isso en overheid.

De meeste warmtepompen zijn voorzien van een legionella-preventieprogramma in hun besturing. Dit programma zorgt ervoor dat het water in het buffervat of boiler automatisch 1 keer per week wordt opgewarmd tot 60°C of hoger. De duur en temperatuur hangen af van de instellingen van het apparaat.

Concreet zijn er drie aanbevolen manieren om legionella te voorkomen:

  • 60°C gedurende minstens 20 minuten
  • 65°C gedurende minstens 10 minuten
  • 70°C gedurende minstens 5 minuten

Deze aanbevelingen zijn afkomstig uit ISSO publicatie 30.5 en 55.1. Het doel is om de bacterie te doden door het water op een temperatuur te brengen waarop de bacterie niet kan overleven.

2. Automatische legionella-preventie bij A.O. Smith toestellen

A.O. Smith biedt meerdere toestellen die automatisch legionella-preventie kunnen uitvoeren. Toestellen zoals BFC, SGE, SGS en Innovo zijn voorzien van een ingebouwd programma dat het water automatisch 1 keer per week opwarmt tot 65°C. Het water behoudt deze temperatuur gedurende minstens 1 uur. Standaard is deze periode ingesteld op maandag tussen 02:00 en 03:00 uur, maar deze tijd is instelbaar.

Dit programma is bedoeld om het legionella-risico te elimineren. De temperatuur en duur zijn zorgvuldig gekozen op basis van de voortplantingscyclus van de bacterie en de mate waarin deze kan worden gedood door hittestress.

3. De rol van het RIVM

Het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) speelt een belangrijke rol in de voorkoming van legionella. Het instituut publiceert jaarlijks rapporten over de voorkoming van legionellaziekten en geeft aanbevelingen voor het beheer van warmwaterinstallaties. Volgens het RIVM neemt het risico op legionella-toepassingen toe met de opkomst van warmtepompen, omdat deze systemen vaak het water niet warmer maken dan 45-55°C.

Het RIVM benadrukt het belang van regelmatige desinfectie en het naleven van ISSO-richtlijnen. Daarnaast is het belangrijk om aandacht te besteden aan het beheer van buffervaten en leidingen, waar het water langdurig kan stilstaan.

Legionella-preventie in praktijk bij huizen

1. Zonneboilers en naverwarming

Zonneboilers vereisen een extra maatregel voor legionella-preventie. Omdat zonnestraling het water slechts tot een beperkte temperatuur kan opwarmen, is het noodzakelijk om een naverwarming aan te brengen. Deze naverwarming zorgt ervoor dat het water minstens 1 keer per week gedurende 1 uur boven 60°C wordt gehouden.

Zonder naverwarming is het risico op legionella-ontwikkeling aanzienlijk groter. Het is daarom verstandig om bij de installatie van een zonneboiler ook rekening te houden met de mogelijkheid van naverwarming.

2. Buffervaten en energieverbruik

Buffervaten worden vaak gebruikt in combinatie met warmtepompen om warm water op te slaan. Deze vaten kunnen echter ook een risicofactor vormen, omdat het water er langdurig kan stilstaan. Het uitvoeren van legionella-preventie in een buffervat vereist energie, wat tot extra kosten leidt.

Bijvoorbeeld, een buffervat van 800 liter kost ongeveer 30-35 kWh per wekelijkse opwarmbeurt, wat op jaarbasis ruim € 350 aan extra elektriciteit kost. Bij grotere vaten neemt het energieverbruik verder toe. Het is daarom belangrijk om de grootte van het buffervat en het energieverbruik van tevoren goed te overwegen bij het ontwerp van de warmwaterinstallatie.

3. Laadtijden en boilerinhoud

De laadtijd van een boiler is een belangrijk criterium bij de legionella-preventie. In ISSO publicatie 72 is een minimum boilerinhoud vastgesteld, afhankelijk van het type boiler en het aantal gebruikers. Er zijn drie soorten boilers:

  • Standby boiler met laadtijd van minder dan 1,5 uur
  • Standby boiler met laadtijd van meer dan 1,5 uur
  • Nachtstroomboiler (laadtijd korter dan 8 uur)

De laadtijd bepaalt hoe snel het water in het boiler opnieuw wordt opgewarmd en dus ook hoe vaak legionella-preventie nodig is. Voor 1 persoon zijn dezelfde hoeveelheden geëist als voor 2 personen, en voor elke persoon na 5 komt er 48 liter bij.

4. Handhaving en logboekregistratie

In sommige gevallen is het niet alleen belangrijk om legionella-preventie uit te voeren, maar ook om deze te documenteren. Voor prioritaire instellingen is er een wettelijke verplichting om periodiek beheersmaatregelen uit te voeren en deze in een logboek vast te leggen. Prioritaire instellingen zijn bijvoorbeeld ziekenhuizen, scholen en verzorgingshuizen.

Ondanks dat huizen niet opgenomen zijn in deze categorie, is het verstandig om bij woningen waar legionella-preventie wordt uitgevoerd, een logboek te houden. Dit kan helpen bij het volgen van de effectiviteit van de maatregelen en eventuele problemen op te sporen.

Aanbevelingen voor eigenaren en installateurs

1. Automatische systeemcontrole

Voor eigenaren en installateurs is het aan te raden om te controleren of de warmtepomp of boiler een automatische legionella-preventiefunctie heeft. Deze functie moet correct worden geconfigureerd en uitgevoerd, zodat de vereiste temperaturen worden bereikt.

Het tijdstip van de legionella-preventieperiode is meestal instelbaar. Het is verstandig om dit zo te kiezen dat het minimaal last heeft van het normale gebruik van het water. Bijvoorbeeld op een vroege ochtenduur.

2. Handmatige desinfectie

Als de warmtepomp of boiler geen automatische legionella-preventiefunctie heeft, is het noodzakelijk om handmatig desinfectie uit te voeren. Dit kan bijvoorbeeld door het water in het boiler of buffervat op te warmen tot 60°C of hoger en daar minstens 20 minuten op te laten staan.

Het is belangrijk om deze procedure regelmatig te herhalen, in overeenstemming met de ISSO-richtlijnen. Het kan ook nuttig zijn om deze handeling in een kalender in te plannen om vergeten te voorkomen.

3. Consultatie met experts

Als er vragen zijn over de afstelling en installatie van de warmtepomp of boiler, is het verstandig om contact op te nemen met een expert of de technical support van de leverancier. Veel installateurs en bedrijven zoals Sommers Installatietechniek bieden gespecialiseerde diensten voor legionella-preventie en beheer van warmwaterinstallaties.

Een duidelijke voorkeur is om een betrouwbare installateur te kiezen die ervaring heeft met legionella-preventie en op de hoogte is van de actuele richtlijnen. Dit kan helpen bij het optimaliseren van de installatie en het voorkomen van risico’s.

Conclusie

Legionella-preventie is een essentieel onderdeel van het beheer van warmtepompen en warmwaterinstallaties in huizen. Het gevaar van legionellabesmetting is reëel, met name bij systemen die warm water leveren en waar het water langdurig kan stilstaan. Om dit risico te beheersen, is het noodzakelijk om legionella-preventie regelmatig uit te voeren.

De aanbevolen manieren om legionella te voorkomen zijn het opwarmen van het water tot 60°C gedurende minstens 20 minuten, 65°C gedurende minstens 10 minuten of 70°C gedurende minstens 5 minuten. Dit moet minstens 1 keer per week worden uitgevoerd, conform ISSO publicatie 30.5 en 55.1.

Voor eigenaren is het belangrijk om te controleren of hun warmtepomp of boiler automatische legionella-preventie biedt. Als dat niet het geval is, is handmatige desinfectie noodzakelijk. Het is ook verstandig om het energieverbruik en de grootte van het buffervat in overweging te nemen, omdat deze direct bepalen hoeveel kosten en inspanningen nodig zijn voor de voorkoming.

In samenspraak met experts en installateurs kan het beheer van legionella-preventie optimaal worden ingericht. Het is verstandig om een logboek bij te houden en periodieke controles uit te voeren om ervoor te zorgen dat de maatregelen effectief blijven.

Bronnen

  1. A.O. Smith International - Legionella Preventie
  2. A.O. Smith International - Legionella Preventie
  3. Kijkje bij de Buuren - Urgentie van Legionellapreventie
  4. Warmtepomp-Info.nl - Boiler
  5. Sommers Installatietechniek - Legionella

Related Posts