Installatieschema en installatieadvies voor warmtepompen

De overstap naar een warmtepomp is een belangrijk stap voor duurzame verwarming in woningen. Voor een optimaal functionerende installatie is echter meer nodig dan slechts het aansluiten van het apparaat. Het installatieschema, de koppeling van componenten en het uitvoeren van specifieke technische maatregelen zijn van essentieel belang. In dit artikel bespreken we de kernaspecten van het installeren van een warmtepomp, inclusief plaatsing, aansluiting, ontluchten, expansievaten, en het inbedrijfstellen door de fabrikant. Op basis van de beschikbare informatie worden de belangrijkste richtlijnen voor een efficiënte en duurzame warmtepompinstallatie uiteengezet.

Inleiding

Een warmtepomp is een systeem dat warmte uit de omgeving (bodem, lucht of water) opzuigt en gebruikt voor verwarming. Tegenwoordig wordt deze technologie steeds vaker ingezet als alternatief voor conventionele verwarmingsbronnen. Voor een correcte werking is het van belang dat de installatie nauwkeurig uitgevoerd wordt, aangezien technische fouten het rendement kunnen verminderen en leiden tot storingen.

Ondanks het feit dat de installatie van een warmtepomp technisch gezien niet extreem ingewikkeld is, wordt het aanbevolen om dit werk aan een erkende installateur over te laten. De aansluiting van leidingen, de juiste keuze van expansievaten, het ontluchten van het systeem en het inbedrijfstellen door de fabrikant zijn onderdelen die vaak vergeten worden of onderschat worden bij DIY-projecten.

In dit artikel leggen we een overzicht van de belangrijkste installatieaspekten van een warmtepomp uit, met nadruk op het schema, de aansluiting, de onderdelen en het technische onderhoud. We geven ook aanbevolen richtlijnen voor de installatie, zodat zowel professionals als eigenaars goed geïnformeerd worden over de werkwijze.

Installatieschema en koppelingen

1. Aansluiting van buiten- en binnenunit

Het installatieschema van een warmtepomp bestaat meestal uit twee hoofdcomponenten: de buitenunit en de binnenunit. De buitenunit trekt warmte uit de omgeving (bodem, lucht of water) en de binnenunit zorgt voor het verdelen van de opgewekte warmte via het afgiftesysteem, zoals vloerverwarming of radiatoren.

De buitenunit wordt verbonden met de binnenunit via koelmiddelleidingen en elektriciteitskabels. Deze leidingen moeten zorgvuldig geïsoleerd worden om verliezen te voorkomen. Daarnaast moet het systeem correct worden afgesteld om de optimale werking te waarborgen.

2. Aansluiting op de cv-installatie

De warmtepomp moet ook gekoppeld worden aan de bestaande cv-installatie of een nieuw afgiftesysteem. Hierbij is het van belang om rekening te houden met het type verwarmingssysteem. Vloerverwarming heeft bijvoorbeeld een lagere afgifte-temperatuur nodig dan radiatoren. De warmtepomp moet daarom zo worden afgesteld dat deze kan functioneren binnen deze temperatuurparameters.

Voor vloerverwarming wordt vaak een verdeler gebruikt die het warme water gelijkmatig verdeelt. In het geval van een hybride installatie, waarbij de warmtepomp en een CV-ketel samen werken, kan het systeem worden afgesteld zodat de ketel extra warmte levert wanneer nodig.

3. Elektrische aansluiting

Omdat warmtepompen relatief veel stroom verbruiken, wordt aangeraden om het systeem op een aparte elektrische groep aan te sluiten. Dit voorkomt overbelasting van het bestaande elektriciteitsnet en zorgt voor een beter overzicht van het energieverbruik.

Een kWh-meter tussen de voeding en de warmtepomp kan worden geïnstalleerd om het energieverbruik nauwkeurig te meten. Dit is vooral nuttig voor projecten waarbij het energieverbruik wordt gefinancierd of waarbij subsidies worden toegepast.

Plaatsing van de warmtepomp

1. Buitenunit

De buitenunit moet op een goed geventileerde plek worden geplaatst. Dit is van belang om geluidsoverlast en thermische weerstand te beperken. De unit dient niet te dicht bij ramen of muren te staan en moet voldoende ruimte hebben voor luchttoegang. Voor een bodemwarmtepomp is het boorgat meestal tussen de 50 en 150 meter diep, afhankelijk van de bodemgesteldheid en het benodigde vermogen.

2. Binnenunit

De binnenunit wordt meestal in een technische ruimte, bijkeuken of garage geplaatst. Deze locatie moet toegankelijk zijn voor onderhoud en moet voldoende ruimte bieden voor de installatie. Voor een zwembadwarmtepomp is een beschutte plek met voldoende luchtcirculatie essentieel.

Technische richtlijnen voor de installatie

1. Leidingen en isolatie

De leidingen van een warmtepomp moeten goed geïsoleerd zijn om warmteverliezen te voorkomen. Dit geldt zowel voor de bronleidingen als voor de afgiftesysteem. De diameter van de leidingen kan verschillen van die bij een CV-ketelinstallatie. Het is daarom belangrijk om de leidingdiameters zorgvuldig te kiezen op basis van het systeemvermogen en de verwachtingen van het afgiftesysteem.

2. Ontluchten van het systeem

Het ontluchten van de warmtepompinstallatie is een cruciaal aspect. Lucht in het systeem kan leiden tot een minder efficiënte warmteoverdracht en kan zelfs leiden tot storingen zoals hoge- of lagedrukproblemen. Daarom wordt het gebruik van automatische ontluchters aanbevolen in het afgiftesysteem. Deze zorgen ervoor dat eventuele luchtbelletjes worden verwijderd.

Het gebruik van automatische ontluchters op de bronzijde wordt echter afgeraden. Glycol, dat vaak wordt toegevoegd als antivriesmiddel, kan bij lage druk kristalvorming veroorzaken, met name in de naaldafsluiters van automatische ontluchters.

Een aanbevolen methode is om de bronpomp 2 tot 5 dagen voor de eerste start van de warmtepomp continu te laten draaien. Hierdoor wordt het glycol beter gemengd met het water en kan lucht zich verzamelen in het hoogste punt van het systeem, waar de ontluchter is gemonteerd.

Bij de eerste opstart moet de zuiggas temperatuur van de warmtepomp niet onder de 3 graden komen. Als dit gebeurt, dient de warmtepomp uitgeschakeld te worden om vriesproblemen in de verdamper te voorkomen. Na een volledig ontluchten en controle op pompdraaiing kan de opstart later opnieuw worden geprobeerd.

3. Expansievat

Het gebruik van een expansievat is essentieel om de drukstabiliteit van het systeem te waarborgen. Afhankelijk van het afgegeven vermogen van de warmtepomp, wordt een expansievat van verschillende grootte aangeraden:

  • Tot 12 kW: 18 liter
  • 12 kW tot 20 kW: 25 liter
  • 20 kW tot 30 kW: 35 liter

De voordruk van het expansievat varieert per zijkant:

  • Bronzijde: 0,5 bar voordruk, afvullen op 1 bar
  • Afgiftezijde: 1,5 bar voordruk, afvullen op 2 bar

Een vuistregel is ook: systeeminhoud in liter / 25 = grootte van het expansievat in liter. Voor een nauwkeurige berekening is het aan te raden om met de leverancier overleg te plegen, waarbij ook rekening wordt gehouden met de temperatuurtrajecten van het systeem.

Het gebruik van een kunststof bronwaterreservoir wordt afgeraden. Het is beter om een standaard expansievat te gebruiken voor de bronzijde.

4. Overstortventiel en terugslagklep

Om drukoverschotten te voorkomen is een overstortventiel noodzakelijk. Dit ventiel zorgt ervoor dat het systeem niet overbelast raakt bij piekverbruik of temperatuurvariaties. Daarnaast is het aan te raden om een terugslagklep (éénrichtingsklep) in te bouwen. Deze klep voorkomt dat het water in het verkeerde richting stroomt, wat kan leiden tot slijtage van pompen of andere componenten.

5. Leidingfilter

Het gebruik van een leidingfilter is belangrijk om vuil en afzettingen in de leidingen te voorkomen. Deze filters zorgen voor een langere levensduur van de pompen en de warmtepomp zelf. Het filter dient regelmatig schoongemaakt te worden om het rendement te behouden.

Hybride installaties en combinaties

1. Warmtepomp en CV-ketel

In sommige gevallen wordt een hybride installatie gebruikt, waarbij een warmtepomp en een CV-ketel samenwerken. Deze opstelling is vooral geschikt voor woningen waarin een hoge temperatuur nodig is voor verwarming of sanitair. De CV-ketel kan bijvoorbeeld het warme water leveren voor de radiatoren, terwijl de warmtepomp de vloerverwarming ondersteunt.

De regeling van het systeem is hierbij cruciaal. De warmtepomp stuurt de ketel aan wanneer extra warmte nodig is en regelt de mengklep zodat het water van de ketel wordt toegevoegd aan de warmtepompcircuits. Dit zorgt ervoor dat het water voor de vloerverwarming op de gewenste temperatuur komt, zonder dat de ketel constant draait.

2. Zwembad en warmtepomp

Het gebruik van een warmtepomp voor een zwembad is een efficiënte manier om het water te verwarmen. Hierbij is een beschutte plek met voldoende luchtcirculatie essentieel. Ook is het aan te raden om de warmtepomp op een aparte elektrische groep aan te sluiten om het energieverbruik te kunnen meten en te beheren.

Inbedrijfstelling en garantie

1. Inbedrijfstelling door de fabrikant

Een belangrijk aspect van de installatie is de inbedrijfstelling door de fabrikant of importeur. Deze inbedrijfstelling is niet alleen een kwaliteitscontrole, maar ook een garantie op de installatie. Tijdens deze procedure wordt de software van de warmtepomp vooraf ingesteld en wordt de installatie gecontroleerd op eventuele fouten.

Voor de installateur is dit een waardevolle kans om te leren van de technicus en eventuele problemen direct te verhelpen. Voor de eigenaar is het een extra garantie dat de installatie voldoet aan de vereisten en dat eventuele garantieclaims in een later stadium mogelijk zijn.

De inbedrijfstelling is tevens een goede controle op de naleving van de BRL plicht voor grondgebonden warmtepompen. Deze plicht bepaalt de eisen voor de veiligheid, efficiëntie en duurzaamheid van het systeem.

2. Isolatie en duurzaamheid

Naast de installatie is het ook belangrijk om aandacht te besteden aan de isolatie van het gebouw. Spouwmuurisolatie heeft een kortere terugverdientijd dan vloer- en dakisolatie. Dit maakt het een aantrekkelijke keuze voor eigenaren die hun energieverbruik willen verminderen.

Onderhoud en controle

1. Periodiek onderhoud

Ondanks de robuustheid van moderne warmtepompen is periodiek onderhoud noodzakelijk. Het exacte frequentie van onderhoud hangt af van het type systeem en de omstandigheden waarin het wordt gebruikt. In het algemeen wordt echter aangeraden om jaarlijks een inspectie te laten uitvoeren door een erkende installateur.

Het onderhoud omvat meestal het controleren van het glycolgehalte, het ontluchten van het systeem, het reinigen van filters en het controleren van de elektrische aansluiting. Ook wordt het rendement van de warmtepomp gemeten en eventuele afstellingen uitgevoerd.

2. Glycol en anti-vries

Voor installaties in koele klimaten is het toevoegen van glycol aan het systeem noodzakelijk. Glycol voorkomt bevriezen van het water en zorgt voor een stabiele werking van de warmtepomp. Het is belangrijk om het glycolgehalte regelmatig te controleren en indien nodig aan te vullen.

Het gebruik van glycol kan ook invloed hebben op de efficiëntie van het systeem, omdat glycol een iets lagere warmtegeleiding heeft dan puur water. Daarom moet het percentage glycol zorgvuldig worden gekozen, afhankelijk van de verwachtingen en de klimaatcondities.

Conclusie

De installatie van een warmtepomp is een ingrijpende maatregel die veel voordelen biedt op het gebied van duurzaamheid en energiebesparing. Voor een optimaal resultaat is het essentieel dat de installatie correct wordt uitgevoerd, met aandacht voor het schema, de aansluiting, het ontluchten, de expansievaten en de inbedrijfstelling door de fabrikant.

Ondanks de technische complexiteit is het aan te raden om dit werk aan een ervaren installateur over te laten. Een professionele installatie zorgt niet alleen voor een betere prestatie van de warmtepomp, maar ook voor een langere levensduur en lagere onderhoudskosten.

Voor eigenaars is het belangrijk om goed onderbouwde beslissingen te nemen, met aandacht voor zowel de technische aspecten als de duurzaamheid van het systeem. Een warmtepomp is een investering met een lange回报, maar deze investering is pas rendabel als de installatie correct is uitgevoerd.

Bronnen

  1. Alles over het aansluiten, installeren en onderhoud van een warmtepomp
  2. Warmtepomp-installatie tips

Related Posts