Tijdelijk uitschakelen van een warmtepomp: wanneer, hoe en wat te letten
Een warmtepomp is een duurzame en energie-efficiënte oplossing voor verwarming en koeling in woningen. Toch zijn er situaties waarin het tijdelijk uitschakelen van de warmtepomp noodzakelijk of wenselijk is, bijvoorbeeld voor onderhoud, bij storingen of in geval van een hybride opstelling waarbij een cv-ketel wordt ingeschakeld. In dit artikel bespreken we op basis van actuele informatie wat er moet worden meegewogen bij het tijdelijk uitschakelen van een warmtepomp, wat de technische en praktische aspecten zijn en hoe je dit veilig en efficiënt kunt aanpakken.
Inleiding
Een warmtepomp kan, afhankelijk van het type en de opstelling, tijdelijk worden uitgeschakeld zonder dat dit schade veroorzaakt aan het systeem. Dit is bijvoorbeeld het geval bij een hybride installatie met een cv-ketel die als back-up kan fungeren of bij het uitvoeren van onderhoud. Tijdens het uitschakelen is het belangrijk dat bepaalde technische aspecten worden gecontroleerd om schade aan het systeem te voorkomen en om ervoor te zorgen dat het opnieuw opstarten veilig verloopt.
Deze tekst is gebaseerd op informatie uit betrouwbare bronnen, waaronder productinformatie van Nefit Bosch, installatie- en onderhoudstips van warmtepomp-experts, en technische richtlijnen van Daikin. De informatie is voornamelijk gericht op de werking van lucht/water- en water/water-warmtepompen, inclusief tips voor het uitvoeren van het eerste opstarten en het onderhoud.
Wanneer tijdelijk uitschakelen van een warmtepomp nodig of wenselijk is
Er zijn meerdere situaties waarin het tijdelijk uitschakelen van een warmtepomp noodzakelijk of gewenst is. De belangrijkste zijn:
1. Onderhoudsbeurt
Regelmatig onderhoud is essentieel voor een optimale werking van een warmtepomp. Volgens de informatie van Daikin is het aan te raden om jaarlijks een onderhoudsbeurt door een gekwalificeerd installateur uit te voeren. Tijdens dit onderhoud is het mogelijk dat de warmtepomp tijdelijk wordt uitgeschakeld zodat componenten kunnen worden gecontroleerd, gereinigd of vervangen. Bijvoorbeeld verstopte filters of een onvoldoende circulatie kunnen worden hersteld.
2. Storingen of aanpassingen
Als er storingen optreden, zoals een hoge- of lage druk in het systeem, kan het noodzakelijk zijn om de warmtepomp tijdelijk uit te schakelen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij lucht in de installatie, wat kan leiden tot onvoldoende energie-ontreking of uitstroom. In dergelijke gevallen wordt het aanbevolen om het systeem eerst goed te ontluchten voordat het opnieuw wordt opgestart.
3. Hybride systeem: cv-ketel als back-up
In een hybride systeem met een cv-ketel kan de warmtepomp tijdelijk worden uitgeschakeld als het koud wordt en de ketel ingeschakeld wordt voor extra verwarming. Dit is bijvoorbeeld het geval bij temperaturen onder nul graden. In zulke gevallen zorgt de cv-ketel ervoor dat de woning toch warm blijft, terwijl de warmtepomp later opnieuw opstart wanneer de omstandigheden gunstiger zijn.
4. Eerste opstart of testfase
Tijdens de eerste opstart van een warmtepomp is het in sommige gevallen noodzakelijk om het systeem tijdelijk uit te schakelen, bijvoorbeeld als de zuiggastemperatuur onder 3 graden komt. Dit is om te voorkomen dat de verdamper invriest. In dergelijke gevallen wordt het aanbevolen om eerst de installatie goed te ontluchten en te controleren voordat het opnieuw wordt aangezet.
5. Onderbreking van de stroom
In uitzonderlijke gevallen, zoals een stroomonderbreking, kan een warmtepomp tijdelijk uitgeschakeld raken. In een hybride opstelling kan de cv-ketel dan opnieuw als back-up dienen, bijvoorbeeld via een openverdeler die hydraulische scheiding biedt tussen beide systemen.
Hoe veilig uitschakelen en opnieuw opstarten
Het tijdelijk uitschakelen van een warmtepomp vereist zorgvuldig handhaven van technische parameters om schade aan het systeem te voorkomen. Hieronder volgen enkele richtlijnen op basis van de beschikbare informatie:
1. Onthoud de temperatuurparameters
Bij het tijdelijk uitschakelen van een warmtepomp moet je er rekening mee houden dat bepaalde parameters stabiel blijven. Bijvoorbeeld bij een water/water-warmtepomp moet de zuiggastemperatuur tijdens het compressorbedrijf tussen de 4 en 12 graden liggen. Als de temperatuur onder 0°C komt bij de eerste opstart, moet de warmtepomp worden uitgeschakeld om onbehoorlijk functioneren of schade te voorkomen.
2. Onluchten van het systeem
Een veelvoorkomende oorzaak van storingen is lucht in de installatie. Dit is vooral het geval bij een nieuwe installatie of bij een defecte ontluchter. Het is daarom aan te raden om de bronpomp 2 tot 5 dagen voor de eerste start van de warmtepomp continu te laten draaien. Dit zorgt ervoor dat glycol goed gemengd raakt met het water en dat lucht zich verzamelt in het hoogste punt van het systeem, waar de ontluchter is geïnstalleerd.
3. Onthoud de circulatie
Bij het uitschakelen van een warmtepomp is het belangrijk om rekening te houden met de circulatie. Bijvoorbeeld in een hybride opstelling kan de ketel het afgiftesysteem blijven verwarmen terwijl de warmtepomp uitgeschakeld is. In dergelijke gevallen is het aan te raden om de circulatiepomp van het afgiftesysteem aan te laten lopen. Dit voorkomt dat er koude plekken ontstaan in de woning.
4. Filters reinigen en controleren
Voorafgaand aan het uitschakelen van een warmtepomp moet gecontroleerd worden of de filters in het systeem schoon zijn. Verstopte filters kunnen leiden tot extra geluiden en inefficiënt functioneren. Filters kunnen worden geplaatst in zowel de bron- als afgiftesystemen, nabij de warmtepomp. Het is aan te raden om deze filters jaarlijks te reinigen, bijvoorbeeld met schoon water.
Technische tips bij uitschakelen en opstarten
Bij het tijdelijk uitschakelen en opnieuw opstarten van een warmtepomp zijn er een aantal technische aspecten die speciaal in acht moeten worden genomen. Deze zijn afhankelijk van het type warmtepomp (lucht/water, water/water, lucht/lucht) en de opstelling (hybride of geïsoleerd systeem).
1. Eerste opstart van een water/water-warmtepomp
Bij het eerste opstarten van een water/water-warmtepomp is het belangrijk om de zuiggastemperatuur in de gaten te houden. Deze temperatuur moet tussen de 4 en 12 graden liggen. Als de temperatuur onder 0°C komt, moet het toestel worden uitgeschakeld en de bronleidingen eerst goed worden ontlucht. Dit voorkomt dat de verdamper invriest.
2. Delta T controleren
Tijdens het compressorbedrijf is het aan te raden om de delta T (temperatuurverschil) tussen de bron in en bron uit te controleren. Deze moet tussen 4 en 5 graden liggen. Daarnaast moet de heetgastemperatuur tenminste 25 K hoger zijn dan de aanvoertemperatuur, normaal tussen de 70 en 125 °C. De vloeistoftemperatuur moet ongeveer gelijk zijn aan de retourtemperatuur.
3. Gebruik van een openverdeler
In een hybride opstelling met een cv-ketel is het aan te raden om een openverdeler te gebruiken. Dit voorkomt ongewenste flowproblemen en hydraulische storingen. Een openverdeler zorgt voor hydraulische scheiding tussen de warmtepomp en de cv-ketel, zodat de waterstromen elkaar niet beïnvloeden. Dit is vooral belangrijk bij situaties waarin meerdere pompen en warmtebronnen aanwezig zijn.
4. Vloerverwarmingverdeler
Als een warmtepomp wordt gebruikt in combinatie met vloerverwarming, dan is de verdeler anders dan bij een cv-ketel. Bij een cv-ketel is de verdeler vaak een openverdeler met menginrichting en circulatiepomp. Bij een warmtepomp is de verdeler echter anders geconfigureerd, omdat de aanvoertemperatuur lager is.
Tijdelijke uitschakeling bij een lucht/lucht-warmtepomp
Lucht/lucht-warmtepompen werken op een iets andere manier dan lucht/water- of water/water-warmtepompen. Bij deze systemen wordt geconditioneerde lucht direct in de ruimte geblazen. Omdat deze systemen minder complex zijn dan water/water-warmtepompen, is het tijdelijk uitschakelen doorgaans eenvoudiger.
Toch is het aan te raden om bij een tijdelijke uitschakeling te controleren of de filters schoon zijn en of er geen storingen zijn. Bijvoorbeeld, als de warmtepomp ongewoon veel geluid maakt, kunnen de filters verstopt zijn. In dergelijke gevallen kan het systeem worden schoongemaakt met een stofzuiger of door een installateur in te schakelen.
Testen of de woning gunstig is voor een warmtepomp
Als je overweegt om over te stappen op een warmtepomp, is het soms nuttig om te testen of de woning gunstig is voor verwarming met een warmtepomp. Dit kan bijvoorbeeld door de cv-ketel thermostaat tijdelijk op 50°C te zetten en te kijken of de woning toch voldoende warm wordt. Als dat niet het geval is, kan er worden gekeken of er ruimtes zijn waarin een radiator vervangen moet worden voor een LT-radiator of convector.
Samenvatting
Het tijdelijk uitschakelen van een warmtepomp is in sommige gevallen noodzakelijk of gewenst, bijvoorbeeld bij onderhoud, storingen of in een hybride systeem. Het is belangrijk om rekening te houden met technische parameters, zoals temperatuur, circulatie en filters, om schade aan het systeem te voorkomen. Bij het opnieuw opstarten van de warmtepomp moeten bepaalde stappen worden gevolgd, zoals het controleren van de zuiggastemperatuur, het ontluchten van het systeem en het reinigen van de filters.
Door deze richtlijnen te volgen, kun je ervoor zorgen dat de warmtepomp veilig en efficiënt blijft functioneren, ook na een tijdelijke uitschakeling.
Bronnen
Related Posts
-
Bodem-water warmtepomp: levensduur en factoren die van invloed zijn
-
Levensduur en Efficiëntie van Warmtepompwasdrogers: Inzichten en Onderhoudstips voor Eigenaren
-
De levensduur van een NIBE warmtepomp: wat bepaalt de duurzaamheid en hoe kan deze verlengd worden?
-
De levensduur van een warmtepomp: Factoren, onderhoud en duurzaamheid
-
Levensduur van een lucht-lucht warmtepomp: Wat u moet weten als investeerder
-
De levensduur van een industriele warmtepomp: factoren, onderhoud en optimale prestaties
-
De levensduur van een warmtepomp: factoren, onderhoud en verlenging
-
Lenen bij het rijk voor een warmtepomp: een overzicht van subsidies en financieringsmogelijkheden