Mensen met een warmtepomp de dupe: problemen, oorzaken en oplossingen
De energietransitie is in volle gang in Nederland. Het kabinet heeft als doel om tegen 2050 CO₂-uitstoot volledig te elimineren, waardoor afhankelijkheid van aardgas moet worden verminderd. Hierbij spelen warmtepompen een centrale rol. Deze apparaten halen warmte uit lucht, water of grond en leveren zo duurzame verwarming. Toch blijkt uit recente gebeurtenissen dat veel bewoners met warmtepompen in hun woning onverwacht in de problemen komen. In dit artikel bespreken we op basis van recente casussen hoe en waarom bewoners met een warmtepomp de dupe worden, welke fouten gemaakt worden bij installatie en onderhoud, en welke maatregelen genomen kunnen worden om dit te voorkomen.
Introductie
In meerdere wijkprojecten in Nederland is het gebruik van warmtepompen centraal. Dit geldt voor zowel woningcorporaties als particuliere huiseigenaren. De verwachting was dat warmtepompen een duurzame en betaalbare oplossing zouden bieden. In de praktijk bleken echter diverse kwesties voor te komen, waaronder storingen, hoge kosten, onvoldoende onderhoud en gebrekkige technische voorkennis. Deze problemen leiden tot ongemak en financiële lasten voor bewoners.
Volgens de bronnen die in dit artikel worden gebruikt, zijn er drie voornaamste problemen te onderscheiden:
- Technische storingen in warmtepompsystemen, zoals in Duindorp en Utrecht.
- Onvoldoende technische kennis bij installatie en onderhoud, leidend tot onnodige kosten en inefficiëntie.
- Onvoldoende juridische of contractuele aansprakelijkheid bij mislukte projecten, waardoor bewoners de kosten opdraaien.
Deze thema’s worden in de volgende secties in detail besproken.
Fouten bij installatie: onvoldoende isolatie en berekening
Een van de belangrijkste oorzaken van problemen met warmtepompen is onvoldoende isolatie van de woning. Dit is een bekende technische kwestie binnen de bouwsector, maar wordt regelmatig genegeerd bij installatie. Volgens bron [2], worden warmtepompen soms geïnstalleerd in huizen die niet voldoen aan de minimale isolatie-eisen. Dit is vooral het geval bij woningen gebouwd voor 1974. Deze woningen hebben doorgaans lage isolatie-waarden, waardoor de warmtepomp extra hard moet werken om de woning op temperatuur te houden. Hieruit volgen twee problemen:
- Hoge energierekeningen, omdat de warmtepomp continu draait.
- Oncomfortabele woning, omdat de verwarming niet voldoende is.
Een warmtepomp is een efficiënte oplossing, maar alleen als de woning goed is geïsoleerd. Bij woningen gebouwd voor 1974 is isolatie vaak een ingewikkelde en kostbare klus. De oplossing is om eerst een energiecheck te doen, waarbij een expert bepaalt of de woning geschikt is voor een warmtepomp. Een dergelijke check is tevens een vereiste voor sommige subsidies.
Een tweede fout bij installatie is onjuiste berekening van het warmteverbruik. Dit heeft te maken met de grootte van de warmtepomp. Als de warmtepomp te klein is, is de verwarming onvoldoende. Als de warmtepomp te groot is, ontstaat oververhitting of inefficiëntie. Bron [2] meldt dat deze fouten vaak gemaakt worden bij installaties die niet uitgevoerd worden door een erkende installateur. In dergelijke gevallen is de technische kwaliteit van de installatie vaak niet op peil, wat leidt tot prestaties die ver onder de verwachting liggen.
Consequenties van onvoldoende isolatie en berekening
De gevolgen van deze installatie-fouten zijn:
- Verhoogde energiekosten, omdat de warmtepomp meer stroom verbruikt dan nodig is.
- Oncomfortabele woonomstandigheden, zoals koude kamers en vochtige muren.
- Verkorting van de levensduur van de warmtepomp, doordat de machine harder moet werken dan nodig.
- Gezondheidsrisico’s, zoals spierpijn of reuma-problemen door koude temperaturen.
In een woning die niet goed is geïsoleerd, kan de werking van een warmtepomp volledig mislukken. Hierdoor raakt de woning in de kou, zoals in het geval van het appartementencomplex in Utrecht, waar honderden bewoners sinds weken geen verwarming en warm water hebben.
Storingen en onvoldoende onderhoud
Een tweede groep problemen betreft storingen en gebrekkig onderhoud van warmtepompsystemen. In beide gevallen leiden de bewoners de lasten van de technische problemen. Dit is duidelijk uit de casussen van Duindorp en Utrecht, waar sprake was van grote technische problemen met centrale warmtepompen.
In Duindorp is een experiment met een zeewaterwarmtecentrale gelanceerd door woningcorporatie Vestia. Bewoners zijn aangesloten op dit systeem, dat warmte opwekt via zeewater. Echter, dit systeem heeft sinds de start geen jaar zonder storingen gewerkt. Bewoners hebben meerdere keren te maken gehad met koude huizen en geen warm water. Ook is er sprake van hoge reparatiekosten aan warmtepompen die verontreinigd raakten door troep in het systeem.
Een groot probleem hier is dat de onderhoudsverantwoordelijkheid niet duidelijk geregeld was. De woningcorporatie had een onderhoudspartij aangesteld (Bonarius), die het systeem gedurende de eerste vijf jaar onderhield. Echter, na die periode werd het onderhoud gestopt en zijn de huurders (die eigenaar zijn van hun woning) nu volledig op zichzelf aangewezen. Er zijn geen onderhoudsbedrijven die bereid zijn om de warmtepompen van particuliere bewoners in dit project te onderhouden. Dit leidt tot een situatie waarin bewoners zich volledig de dupe voelen: ze hebben geen onderhoud en moeten zelf de kosten opdraaien voor reparaties die het systeem zelf veroorzaakt.
In Utrecht is een soortgelijk scenario te zien. Het appartementencomplex De Helling is aangesloten op een warmte-koudeopslagsysteem (WKO). Hierdoor zijn honderden bewoners sinds vrijdag zonder warm water en verwarming. De oorzaak lag in een lekkage in de centrale meterkast. Hierdoor liep de warmtepomp leeg, waardoor geen stroom meer beschikbaar was. Hoewel de situatie meerdere keren is onderzocht en gedeeltelijk is hersteld, blijft het probleem zich herhalen. Bewoners moeten hun doucheronden plannen bij vrienden of aan de sportschool, terwijl ze in hun eigen woning koud en ongemakkelijk leven.
Verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid
Een belangrijk thema in deze casussen is wie verantwoordelijk is voor de kosten en het onderhoud. In beide gevallen zijn bewoners aangesloten op een energieproject dat door een woningcorporatie is gestart. De bewoners zijn verondersteld om mee te doen aan het experiment, maar ze worden tegelijkertijd niet gecompenseerd voor eventuele tekortkomingen. Dit leidt tot een situatie waarin de bewoners de lasten draagen, terwijl de woningcorporatie of projectleider verantwoordelijk is voor het ontwerp en de uitvoering.
In het geval van Duindorp wordt duidelijk dat bewoners niet gecompenseerd worden voor schade die ontstaat door storingen in het warmtepompsysteem. Vestia laat weten dat bewoners wel compensatie krijgen bij grote storingen, maar dat dit niet het geval is bij schade aan individuele warmtepompen. Dit betekent dat bewoners die duizenden euro’s uitgeven aan reparaties van hun warmtepomp zelf de kosten opdraaien.
Een dergelijke situatie is problematisch, omdat het draagvlak voor de energietransitie ondermijnt. Als mensen merken dat ze de dupe worden van een technologisch experiment, zullen ze minder geneigd zijn om in de toekomst mee te doen. Volgens bron [1] is dit het grootste risico van dergelijke projecten: het verlies van vertrouwen en enthousiasme bij de bewoners. Zodra ze het gevoel krijgen dat ze niet eerlijk behandeld worden, zullen ze in de toekomst kiezen voor traditionele verwarmingsoplossingen, zoals een gasketel.
Het energieplafond: een verkeerde prijsstrategie?
Een vierde factor die bijdraagt aan het probleem is het energieplafond, een maatregel van het kabinet om de energieprijs te reguleren. Het doel is om huishoudens te beschermen tegen de hoge energieprijzen die gevolg zijn van de oorlog in Oekraïne. Echter, zoals duidelijk uit bron [4], leidt deze maatregel tot een situatie waarin consumenten die investeren in duurzame technologie de dupe worden.
Het energieplafond betekent dat huishoudens een maximumbedrag moeten betalen voor energie: 1,50 euro per kuub gas en 0,70 euro per kilowattuur elektriciteit. Echter, voor consumenten die veel elektriciteit gebruiken, zoals bijvoorbeeld huishoudens met een hybride of volledige warmtepomp, is dit bedrag snel overschreden. Volgens de Consumentenbond is het gevolg dat het goedkoper is om terug te vallen op gasverwarming. Dit is niet in lijn met het doel van de energietransitie, waarbij juist afhankelijkheid van gas moet worden verminderd.
Geen regeling voor warmtenetten
Een tweede kritiek op het energieplafond is dat warmtenetten (warmtecentrales) niet zijn meegenomen in het beleid. Dit zijn centrales die warmte opweken voor meerdere woningen en die vaak gekoppeld zijn aan de gasprijs. Omdat er geen regeling is voor deze systemen, zullen de tarieven volgend jaar waarschijnlijk sterk stijgen. Dit betekent dat huishoudens die aangesloten zijn op een warmtenet extra lasten krijgen, terwijl ze juist investeren in duurzame verwarming.
De Consumentenbond pleit voor een specifieke regeling voor warmtenetten, zodat deze systemen ook onder het energieplafond vallen. Dit zou betekenen dat de tarieven stabiel blijven en dat huishoudens die investeren in duurzame verwarming niet in het nadeel komen.
Conclusie
Mensen met een warmtepomp zijn in meerdere gevallen de dupe geworden van technische, organisatorische en politieke problemen. De oorzaken hiervan zijn diverse:
- Onvoldoende isolatie en onjuiste berekening leiden tot inefficiëntie en hoge kosten.
- Storingen en onvoldoende onderhoud zorgen voor ongemak en financiële lasten voor bewoners.
- Geen duidelijke aansprakelijkheid bij mislukte projecten leidt tot een situatie waarin bewoners de kosten opdraaien.
- Het energieplafond verstoort de prijsstrategie en maakt het in sommige gevallen gunstiger om terug te vallen op gasverwarming.
Om dit te voorkomen, zijn verschillende maatregelen nodig. Bewoners moeten vooraf een energiecheck laten uitvoeren om te bepalen of hun woning geschikt is voor een warmtepomp. Installaties moeten uitgevoerd worden door erkende installateurs om fouten te voorkomen. Woningen met warmtepompen moeten jaarlijks onderhouden worden om storingen te voorkomen. Politiek gezien is het belangrijk om beleid te ontwikkelen dat investeerders in duurzame verwarming niet in het nadeel komt, zoals via een regeling voor warmtenetten.
De energietransitie is een noodzakelijke maatregel, maar het is belangrijk dat bewoners niet de dupe worden. Als het vertrouwen in duurzame technologie verloren gaat, dan is de transitie voortijdig voorbij.
Bronnen
Related Posts
-
CV-ketel vervangen of warmtepomp installeren: wat zijn de regels vanaf 2026?
-
Is regelmatig onderhoud van een warmtepomp verplicht en waarom is het belangrijk?
-
Moet je de condensbak legen bij de warmtepomp?
-
Is vloerisolatie nodig bij de installatie van een warmtepomp?
-
Extra ventilatie nodig bij warmtepompinstallatie: wat zijn de aandachtspunten?
-
Is een warmtepomp aanschaffen een zinvolle investering?
-
Warmtepomp en aardlekschakelaars: Belastingbeheersing en veiligheid in de groepenkast
-
Energiezuinige woning in Grootebroek met warmtepomp: een model voor duurzaam wonen