Uitzonderingen bij de verplichting van een hybride warmtepomp in 2026

Vanaf 2026 wordt de installatie van een hybride warmtepomp verplicht in veel Nederlandse woningen, mits deze geschikt zijn voor zo’n systeem. De overheid wil hiermee het aantal gasgestookte cv-ketels in het land sterk verminderen en zo een duurzamere energievoorziening bevorderen. Echter, er zijn situaties waarin deze verplichting niet van toepassing is. De uitzonderingen zijn geformuleerd om rekening te houden met praktische, technische of historische beperkingen. In dit artikel worden de relevante uitzonderingen besproken, met nadruk op de voorwaarden, de redenen en de toepassing ervan. Het artikel is bedoeld voor huiseigenaren, woningcorporaties en professionele installateurs die willen weten of zij of hun klanten onder deze regels vallen.

Inleiding: de verplichting en haar doel

De verplichting om een hybride warmtepomp te installeren bij vervanging van een gasgestookte cv-ketel is onderdeel van het klimaatbeleid van Nederland. Het doel is om het aantal huishoudens dat afhankelijk is van gas te verminderen en op weg te gaan naar een koolstofneutrale economie. Een hybride warmtepomp werkt samen met een gasketel en zorgt voor een verminderd gasgebruik, wat zowel duurzaam is als kostenefficiënt in de langere termijn.

Toch is het niet voor iedereen mogelijk om een warmtepomp te installeren. Daarom zijn er specifieke uitzonderingen opgenomen in de wetgeving. Deze uitzonderingen zijn gericht op situaties waarin de installatie van een warmtepomp technisch niet mogelijk is, te kostbaar is, of waarbij er historische of juridische beperkingen gelden. In de volgende secties wordt elk van deze uitzonderingen verder toegelicht.

Uitzondering 1: Monumentale panden

Een van de bekendste uitzonderingen geldt voor eigenaren van monumentale panden. Deze huizen zijn vaak van historische of culturele waarde en vallen onder specifieke regels voor aanpassingen. Het installeren van een hybride warmtepomp kan in sommige gevallen de uitstraling of het karakter van het pand beïnvloeden, wat niet gewenst is. In dergelijke gevallen is de verplichting van een warmtepomp niet van toepassing.

De uitzondering geldt echter alleen als de installatie van een warmtepomp technisch of esthetisch niet passend is binnen de bouwkundige beperkingen van het monument. Dit moet worden beoordeeld door een erkende deskundige en eventueel afgestemd met de gemeente of het monumentenfonds. In sommige gevallen kan een alternatief duurzaam verwarmingssysteem worden overwogen dat wel geschikt is voor het monumentale karakter van het pand.

Uitzondering 2: Appartementen met goedkeuring van een Vereniging van Eigenaren

Voor appartementseigenaren kan de verplichting ook niet direct worden toegepast. In veel gevalletjes is het namelijk niet aan de individuele eigenaar om beslissingen te nemen over de installatie van verwarmingssystemen. De installatie van een hybride warmtepomp of een ander duurzaam systeem vereist vaak goedkeuring van de Vereniging van Eigenaren of het verkoopcomité.

Deze situatie geldt bijzonder vaak in woningcorporaties of appartementencomplexen waar het verwarmingssysteem collectief wordt beheerd. In dergelijke gevallen wordt de verplichting van een warmtepomp toegepast op het gehele systeem, maar de individuele appartementseigenaar is niet direct verantwoordelijk voor de installatie. De vereniging moet dan een collectieve oplossing zoeken die aan de wettelijke eisen voldoet.

Uitzondering 3: Lange terugverdientijd van een warmtepomp

Een andere uitzondering op de verplichting is wanneer de terugverdientijd van een hybride warmtepomp langer is dan zeven jaar. Dit is een economische beoordeling die ervoor zorgt dat eigenaren niet gedwongen worden om investeringen te doen die niet op de lange termijn rendabel zijn.

De terugverdientijd wordt berekend aan de hand van de aanschafkosten van de warmtepomp, eventuele subsidies, en de verwachte besparing op gas- en elektriciteitskosten. Als blijkt dat de investering in een warmtepomp op lange termijn niet rendabel is – bijvoorbeeld omdat de woning te weinig gas verbruikt of de elektriciteitskosten te hoog zijn – dan kan een uitzondering worden aangevraagd. Dit moet echter worden onderbouwd met een maatwerkadvies van een erkende installateur of energieadviseur.

Uitzondering 4: Collectieve verwarmingssystemen

Wanneer een gemeente binnen tien jaar overstapt op een collectieve oplossing zoals een warmtenet, geldt de verplichting van een hybride warmtepomp voor huiseigenaren niet. Deze uitzondering is bedoeld om te voorkomen dat eigenaren dubbel investeren in verwarmingssystemen. Als een woning op het warmtenet wordt aangesloten, is het niet nodig om ook nog een individuele warmtepomp te installeren.

Deze uitzondering is vooral van toepassing in stedelijke gebieden waar de overgang op een warmtenet een prioriteit is. In dergelijke gevallen moet de gemeente actief werken aan de uitbreiding van het warmtenet binnen de tien jaar, anders vervalt de uitzondering. De huiseigenaar dient dan wel te wachten tot het warmtenet beschikbaar is voordat hij of zij een alternatieve oplossing kan aansluiten.

Uitzondering 5: Ruimtelijke beperkingen

Sommige huizen zijn technisch niet geschikt voor een hybride warmtepomp. Dit kan het geval zijn wanneer er geen ruimte is voor de buitenunit van de warmtepomp, of wanneer de installatie van de warmtepomp geluidsoverlast zou veroorzaken die boven de toegestane normen ligt.

Deze situatie is bijvoorbeeld vaak het geval in stadsrandwoningen of in woonwijken met strakke ruimtelijke regels. De installatie van de buitenunit moet dan in overleg met de gemeente gebeuren, en eventueel aanpassingen worden gedaan aan de opstelling van de warmtepomp. In sommige gevallen kan ook worden overwogen om een andere duurzame verwarmingsoptie te kiezen, zoals een elektrische warmtepomp of een aansluiting op een warmtenet.

Uitzondering 6: Erg energiezuinige woningen

Huizen die al erg energiezuinig zijn – zoals passiefhuizen of woningen met een energielabel A++++ – vallen ook onder een uitzondering. Deze woningen verbruiken al zo weinig energie dat het voordelen van een hybride warmtepomp beperkt zijn. De toegevoegde waarde van het installeren van een warmtepomp is dan relatief klein.

Een uitzondering geldt echter alleen als de energiezuinigheid van de woning kan worden bewezen met een erkende energiebesparing. De huiseigenaar moet dan aantonen dat de woning aan de strikte eisen van het energielabel voldoet. In dergelijke gevallen is het niet verplicht om een warmtepomp te installeren, maar wel om aan te tonen dat het huis al zo duurzaam is dat het geen verdere ingrepen vereist.

Uitzondering 7: Hoge kosten of economische onhaalbaarheid

In sommige gevallen kan de installatie van een warmtepomp economisch onhaalbaar zijn. Dit kan het geval zijn in woningen die weinig waarde hebben, of in situaties waarin de kosten van de warmtepomp te hoog zijn in vergelijking met de verwachte besparing op energiekosten.

Deze uitzondering is bedoeld om te voorkomen dat huiseigenaren gedwongen worden om investeringen te doen die niet rendabel zijn. De huiseigenaar moet dan een maatwerkadvies laten uitvoeren waarin de kosten en voordeelen van de warmtepomp worden geëvalueerd. Als blijkt dat de investering niet rendabel is, kan een uitzondering worden aangevraagd bij de gemeente of via het klimaatbeleidsplatform.

Uitzondering 8: Alternatieve duurzame oplossingen

Niet alleen hybride warmtepompen zijn toegestaan als alternatief voor een gasgestookte cv-ketel. Ook andere duurzame opties zijn toegestaan, zoals een volledig elektrische warmtepomp, stadsverwarming of bioketels. In dergelijke gevallen valt de huiseigenaar onder een uitzondering, mits de gekozen oplossing aan dezelfde duurzaamheidseisen voldoet als een hybride warmtepomp.

Deze uitzondering is van toepassing zolang de gekozen oplossing voldoet aan de wettelijke eisen en de energievoorziening duurzaam is. Bijvoorbeeld, een woning die aangesloten is op een warmtenet is al een duurzame oplossing en valt dus onder een uitzondering van de verplichting om een warmtepomp te installeren.

Uitzondering 9: Uitstel bij overmacht

Tijdelijk uitstel kan worden verleend in gevallen van overmacht. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij extreme weersomstandigheden, natuurrampen of andere onvoorziene omstandigheden die de installatie van een warmtepomp onmogelijk maken.

Het uitstel moet worden aangevraagd bij de gemeente of via het klimaatbeleidsplatform. Het uitstel kan enkele jaren bedragen, afhankelijk van de omstandigheden. In dergelijke gevallen is de huiseigenaar niet verplicht om direct een warmtepomp te installeren, maar moet wel een alternatief duurzaam verwarmingssysteem overwegen zodra het mogelijk is.

Voorwaarden voor een geschikte woning voor een hybride warmtepomp

Om een hybride warmtepomp of een volledige elektrische warmtepomp optimaal te laten werken, moet de woning aan bepaalde voorwaarden voldoen. Deze voorwaarden zijn niet alleen van belang voor de prestaties van de warmtepomp, maar ook om te voorkomen dat het systeem niet effectief is.

Een belangrijke voorwaarde is dat het warmteafgiftesysteem geschikt is voor een warmtepomp. Dit betekent dat de radiatoren of het vloerverwarmingssysteem aangepast moeten worden als nodig. In sommige gevallen is het nodig om extra radiatoren te plaatsen of de bestaande radiatoren te vervangen door grotere modellen. Dit zorgt ervoor dat de warmtepomp het huis voldoende kan verwarmen.

Daarnaast is goede isolatie van de woning belangrijk. Hoewel een hybride warmtepomp ook werkt bij matige isolatie, is het toch aan te raden om de isolatie te verbeteren. Een goed geïsoleerde woning zorgt ervoor dat de warmtepomp minder hard hoeft te werken en dat de cv-ketel minder snel moet bijspringen. Dit leidt tot lagere energiekosten en een langere levensduur van het systeem.

Conclusie

De verplichting van een hybride warmtepomp vanaf 2026 is een belangrijk onderdeel van het klimaatbeleid van Nederland. Het doel is om het aantal huishoudens dat afhankelijk is van gas te verminderen en duurzamere verwarmingsopties te bevorderen. Echter, er zijn situaties waarin deze verplichting niet van toepassing is. Deze uitzonderingen zijn gericht op technische, economische, historische en juridische beperkingen.

In dit artikel zijn de belangrijkste uitzonderingen besproken, inclusief de voorwaarden waarop ze gelden. Het is belangrijk voor huiseigenaren, woningcorporaties en installateurs om te weten of zij onder deze regels vallen. In sommige gevallen is het nodig om een maatwerkadvies te laten uitvoeren of goedkeuring te krijgen van de gemeente. In andere gevallen kan een alternatief duurzaam verwarmingssysteem worden overwogen.

Bronnen

  1. BSI Breda - Geen cv-ketel meer
  2. Warmtepomp-gids.nl - Verplicht
  3. Elite Klimaat - Warmtepomp wetgeving 2025

Related Posts