Warmtepompen in kerken: Duurzame verwarming voor monumentale gebouwen

Inleiding

De uitdaging van het verduurzamen van kerken is in de afgelopen jaren steeds vaker in het gedrang gekomen. Kerkgebouwen zijn vaak monumentaal van aard, van historische waarde en niet altijd eenvoudig te verbouwen. Toch is er een duidelijke wens van kerkbesturen en gemeenschappen om de energievoetautonomie van hun gebouwen te verbeteren, de CO₂-uitstoot te verminderen en de verwarmingskosten te beheersen. In dit kader spelen warmtepompen een steeds belangrijkere rol. Deze duurzame technologie biedt een efficiënte oplossing voor het verwarmen van grote, open ruimtes zoals kerkzalen, maar vereist wel een zorgvuldige aanpak met betrekking tot installatie, integratie en beheer.

In dit artikel bespreken we de toepassing van warmtepompen in kerken, met een nadruk op de technische en praktische aspecten, aangevuld met voorbeelden uit de realiteit. We zullen onder andere ingaan op de samenwerking met vloerverwarmingssystemen, de bouwkundige en monumentale beperkingen, de kosten en subsidies, en de langere termijnplannen voor verduurzaming. Op basis van de beschikbare informatie worden kritisch bekeken of opmerkingen gedaan over de betrouwbaarheid van de bronnen.

Warmtepompen in de praktijk: De Grote Kerk in Schiedam

Een van de meest opmerkelijke casussen is de Grote Kerk in Schiedam, die sinds februari 2025 volledig op aardwarmte wordt verwarmd. Dit is een primeur in Nederland, aangezien het om een historisch gebouw gaat dat al meer dan 600 jaar bestaat. Het project betreft een ingrijpende verbouwing waarbij diepe boringen op tweehonderd meter diepte zijn uitgevoerd. Deze boringen vormen een directe verbinding tussen het kerkgebouw en de aardwarmte, die vervolgens via een warmtepomp wordt omgezet in verwarmingswarmte.

Projectmanager Corné Otterspeer benadrukt dat het niet eenvoudig was om zo’n systeem in een monumentaal pand te realiseren. Aangezien de Grote Kerk officieel als monument is aangemerkt, was er een balans te maken tussen het behoud van de oorspronkelijke structuur en de noodzaak om energiezuinig te worden. De oplossing bestond uit het aanleggen van rijplaten met een laag zand onder het oude kerkpad, om het gewicht van de werktuigen te verdelen en eventuele schade aan het historische fundament te voorkomen.

De warmtepomp speelt hierbij een centrale rol. Het verwarmde water uit de boringen wordt in de kerk geleid, waar de warmtepomp het verder verwerkt. Deze technologie zorgt voor een efficiënte warmteopwekking, aangezien warmtepompen energie kunnen winnen uit de aarde die anders verloren zou gaan. Dit is in het bijzonder geschikt voor ruime, lage gebouwen als kerken, waar een uniforme temperatuurverdeling vaak lastig is.

Het project in Schiedam toont aan dat het in de praktijk mogelijk is om warmtepompen te implementeren in monumentale gebouwen, mits er een goed doorgedacht plan is opgesteld. Binnenkort is bovendien geplant om zonnepanelen aan te brengen, zodat het gebouw volledig op duurzame energie kan draaien.

Technische samenwerking: Warmtepomp en droogbouw vloerverwarming

Een andere oplossing die in de praktijk is toegepast, is de combinatie van een warmtepomp met een droogbouw vloerverwarmingssysteem. Dit gebeurde bijvoorbeeld in de Lebuinuskerk in Deventer. Het droogbouw vloerverwarmingssysteem van Jupiter is hier gebruikt in combinatie met warmtepompen van MasterTherm. Deze samenwerking levert een efficiënter en duurzamer verwarmingssysteem op.

Het systeem heeft verschillende voordelen. Ten eerste is het een lage opbouwhoogte en kan het daarom op bestaande vloeren worden geïnstalleerd zonder dieper ingrijpen in het bouwsel. Dit maakt het systeem geschikt voor monumentale panden, waar het aanpassen van de structuur vaak beperkt is. Ten tweede zorgt het systeem voor een gelijkmatige warmteverdeling over de gehele vloeroppervlakte, wat leidt tot een hogere efficiëntie van de warmtepomp. Hierdoor is er minder energie nodig om de gewenste temperatuur te behalen, wat resulteert in lagere energiekosten.

De integratie van een droogbouw vloerverwarmingssysteem met een warmtepomp vereist wel zorgvuldige planning. Het systeem moet zodanig worden afgesteld dat de warmteopwekking voldoende is om het gebouw te verwarmen, maar ook dat er geen onnodige energie wordt verbruikt. In de Lebuinuskerk is dit bereikt door het gebruik van passende afgiftelichamen en een slimme regeling die zorgt voor een optimale warmteverdeling.

Warmtepompen in een kleinere schaal: De Bethelkerk

Niet alle kerken beschikken over de middelen of de ruimte voor een ingrijpende verbouwing met aardwarmte of diepe boringen. In dergelijke gevallen kan een warmtepomp op kleinere schaal worden ingezet. Een voorbeeld hiervan is de Bethelkerk, waar de thermostaat is ingesteld op 19 °C. Dit is een bewust koelere temperatuur dan gebruikelijk in kerkzalen, met als doel om het energieverbruik te beperken.

De warmtepomp in de Bethelkerk wordt gebruikt om de kerkzaal te verwarmen, en is daartoe geïntegreerd in de bestaande luchtbehandelingskast. Dit maakt het systeem efficiënter en goedkoper dan het gebruik van een traditionele cv-ketel. Bovendien heeft de Beheercommissie ervoor gekozen om de thermostaat zo laag mogelijk in te stellen, om zowel de energiekosten als de CO₂-uitstoot te beperken.

Om de temperatuurstabiliteit te verbeteren, zijn ook maatregelen genomen om tochtklachten te voorkomen. Dit is belangrijk, aangezien kerken vaak openstaan voor de buitenlucht en dus gevoelig zijn voor temperatuurvariaties. De implementatie van een warmtepomp op kleinere schaal toont aan dat het niet altijd nodig is om een groot, ingrijpende project te starten om duurzamer te worden.

Monumentale beperkingen en juridische aspecten

Een van de grootste uitdagingen bij het verduurzamen van kerken is de monumentale status. Veel kerken zijn namelijk beheerd door Rijksmonumentencommissies of andere beschermingsinstanties, die bepalen welke aanpassingen zijn toegestaan en welke niet. Deze instanties hebben vaak een strikte visie op het behoud van de historische structuur van het gebouw, wat kan leiden tot vertragingen of zelfs het afwijzen van bepaalde projecten.

In het geval van de Grote Kerk in Schiedam was het bijvoorbeeld nodig om eerst goedkeuring te verkrijgen van de Rijksmonumentencommissie voor de boringen en de aanleg van de warmtepomp. Dit proces heeft ervoor gezorgd dat de einddatum van het project onzeker bleef. Hoewel de projectmanager hoop had om binnen het jaar klaar te zijn, kon de uitvoering niet zonder goedkeuring verder. Deze juridische aspecten zijn daarom een belangrijk punt om in overweging te nemen bij het plannen van een warmtepompinstallatie in een kerk.

Daarnaast is het belangrijk om rekening te houden met de bouwkundige beperkingen. In sommige kerken is het bijvoorbeeld niet mogelijk om boringen te maken vanwege de structuur van het fundament of de aanwezigheid van archeologische resten. In dergelijke gevallen is het noodzakelijk om alternatieve oplossingen te vinden, zoals het gebruik van een droogbouw vloerverwarmingssysteem of het installeren van een warmtepomp op een andere locatie.

Kosten en subsidies

Het verduurzamen van een kerk is een aanzienlijke investering, die niet alleen technische maar ook financiële plannen vereist. In de Bethelkerk is bijvoorbeeld besloten om een meerjarenplan op te stellen voor de verduurzaming van het gebouw. Een van de grootste kosten is het vervangen van het platte dak, dat momenteel zowel lek is aan water als energie. Dit project zou ongeveer 100.000 euro kosten, waarbij een subsidie van 50.000 euro mogelijk is. Dit toont aan dat het verduurzamen van kerken niet alleen technische maar ook financiële plannen vereist.

Subsidies kunnen een belangrijke rol spelen in het realiseren van dergelijke projecten. In Nederland zijn er verschillende programma’s en fondsen die financiering bieden voor de verduurzaming van monumentale gebouwen, waaronder kerken. Het is daarom verstandig om hierin te investeren, aangezien het niet alleen de energiekosten kan verlagen, maar ook de CO₂-uitstoot kan verminderen en het gebouw langduriger rendabel kan maken.

Daarnaast is het verstandig om kleinere maatregelen in overweging te nemen die relatief weinig kosten maar toch een duidelijke impact kunnen hebben. Dit kan bijvoorbeeld het installeren van tochtstrips, het aanpassen van het isolatiebeleid of het gebruik van energiezuinige apparaten zijn. Deze maatregelen kunnen worden uitgevoerd zonder ingrijpende bouwwerkzaamheden en zijn daarom vaak geschikt voor kerken die beperkte middelen of een lage prioriteit voor verduurzaming hebben.

Verankering van duurzaamheid in beleid en bewustwording

Om verduurzaming op lange termijn te laten slagen, is het essentieel om duurzame keuzes in de beleidsplannen van de kerk te verankeren. Dit betekent dat het niet genoeg is om alleen bouwkundige verbouwingen te doen, maar dat ook het gedrag van de gemeenschap en het beleid van de beheercommissie een rol moeten spelen.

Een voorbeeld hiervan is het organiseren van themadiensten of cursussen over klimaatverandering en duurzaamheid. Door het onderwerp te brengen in de eigen kerkelijke context, kan het bewustzijn worden gewekt en wordt er aandacht besteed aan hoe men als gemeenschap kan bijdragen aan duurzame ontwikkeling. Dit kan bijvoorbeeld door het organiseren van een inspirerende dienst met een gastspreker of door het delen van gebeden en overdenkingen in kerkbladen of op websites.

Bovendien is het belangrijk om duurzaamheid ook in het dagelijks beleid te verankeren. Dit kan door het kiezen voor bewuste aankoopbeslissingen, zoals het gebruik van duurzame bloemen, fairtrade producten en milieuvriendelijke schoonmaakmiddelen. Ook het gebruik van energiezuinige apparaten en gerecycled papier kan een bijdrage leveren aan de duurzaamheid van het kerkgebouw.

Duurzame verbouwingen en het toekomstbestendig maken van kerken

De verbouwing van kerken tot woning- of functiegebouwen is een andere strategie die in sommige gevallen wordt gevolgd. Een voorbeeld hiervan is de Sint Martinuskerk in Giesbeek, die momenteel wordt omgebouwd tot 17 levensloopbestendige appartementen. Deze transformatie houdt in dat het oude kerkgebouw zoveel mogelijk in zijn oorspronkelijke vorm wordt behouden, terwijl de later toegevoegde elementen worden verwijderd. De toren blijft toegankelijk voor bezichtigingen, wat het historische karakter behoudt.

Elk appartement wordt op duurzame wijze verwarmd via een warmtepomp en is voorzien van vloerverwarming. Deze keuze voor duurzame verwarmingssystemen is een logische uitbreiding van het verduurzamen van het gebouw. Aangezien het oude kerkgebouw nu wordt herbestemd, is het mogelijk om moderne, efficiënte systemen te integreren zonder dat de historische waarde wordt verloren.

Deze aanpak toont aan dat het niet altijd nodig is om een kerk volledig te slopen of te ontwijken. In plaats daarvan kan het worden herontwikkeld tot een functie die zowel historisch als duurzaam is. Dit is een win-win situatie, waarbij het gebouw wordt behouden en tegelijkertijd wordt gemaakt voor toekomstige woon- of leefdoeleinden.

Samenwerking met organisaties en het versterken van bewustwording

Het verduurzamen van kerken is niet alleen een technische of financiële uitdaging, maar ook een maatschappelijke. Organisaties zoals Open Doors en Michanederland spelen een rol in het versterken van bewustwording en het bevorderen van duurzame keuzes binnen de kerkelijke gemeenschap. Open Doors benadrukt bijvoorbeeld dat het op een duurzame manier omgaan met Gods schepping een kernaspect is van hun missie. Zowel in Nederland als in andere landen waar zij werkzaam zijn, proberen zij om duurzame middelen te gebruiken en te werken aan het verminderen van de CO₂-uitstoot.

Michanederland stimuleert op haar beurt de kerkelijke gemeenschappen om bewust te kiezen voor duurzame verbouwingen en energiezuinige systemen. De organisatie geeft onder meer advies over hoe men het energieverbruik van een kerk kan meten en welke verbouwingen mogelijk zijn. Ze benadrukken ook het belang van kleine stappen, zoals het aanbrengen van tochtstrips of het overschakelen op groene energie, maar ook grotere stappen zoals het installeren van zonnepanelen of warmtepompen.

De samenwerking tussen kerken en dergelijke organisaties kan bijdragen aan het versterken van bewustwording en het realiseren van duurzame projecten. Het is belangrijk dat kerken niet alleen passief wachten op subsidies of groene technologie, maar dat zij actief meedenken over hoe ze hun gebouwen en activiteiten duurzamer kunnen maken.

Conclusie

Het toepassen van warmtepompen in kerken is een veelbelovende oplossing voor het verduurzamen van monumentale gebouwen. Of het nu gaat om ingrijpende projecten zoals de Grote Kerk in Schiedam of kleinere aanpassingen zoals in de Bethelkerk, de technologie biedt een efficiënte en duurzame manier om ruimtes te verwarmen. Het combineren van warmtepompen met droogbouw vloerverwarmingssystemen, zoals in de Lebuinuskerk, levert bovendien extra voordelen op in termen van efficiëntie en energiekosten.

Hoewel er beperkingen zijn, zoals monumentale status en juridische goedkeuring, is het duidelijk dat er oplossingen zijn die het mogelijk maken om kerken duurzamer te maken zonder de historische waarde te schaden. Het verankeren van duurzaamheid in beleidsplannen en het versterken van bewustwording binnen de gemeenschap zijn eveneens essentieel voor het succes van dergelijke projecten.

Aan de hand van de casussen die in dit artikel zijn besproken, blijkt dat het verduurzamen van kerken een reëel doel is dat zowel technisch als maatschappelijk haalbaar is. Het vraagt wel om een doordachte aanpak, zorgvuldige plannen en een bewustzijn voor de lange termijn. Kerken kunnen zo worden omgezet in duurzame gebouwen die niet alleen energiezuinig zijn, maar ook als voorbeeld dienen voor andere bouwprojecten in Nederland.

Bronnen

  1. Lebuinuskerk Deventer: Warmtepomp en droogbouw vloerverwarming
  2. Grote Kerk in Schiedam: Verwarmd door aardwarmte
  3. Thermostaat in de kerk gaat op 19
  4. Sint Martinuskerk in Giesbeek: Kerkappartementen
  5. Verduurzamen met je kerk
  6. Duurzaamheid bij Open Doors

Related Posts