Het bepalen van het minimaal vermogen van een warmtepomp: richtlijnen en vuistregels voor een efficiënte installatie
Het kiezen van de juiste warmtepomp met het passende vermogen is een essentieel onderdeil van elke warmtepompinstallatie. Een te lage of te hoge capaciteit heeft negatieve gevolgen voor het comfort, het energieverbruik en de levensduur van de warmtepomp. In dit artikel leggen we uit hoe het minimaal vermogen van een warmtepomp moet worden bepaald en wat de invloed is van factoren zoals modulatie, delta T, stooklijnen en buffervatgrootte. De informatie is gebaseerd op technische vuistregels, berekeningsmethoden en richtlijnen zoals voorgesteld in bronnen zoals ISSO 72 en praktische voorbeelden van warmtepompinstallaties.
Inleiding: De rol van het minimaal vermogen in warmtepompinstallaties
Het minimaal vermogen van een warmtepomp bepaalt in hoeverre de warmtepomp in staat is om de verwarmingsbehoeften van een woning te dekken in verschillende omstandigheden, met name bij lage buitentemperaturen. Dit vermogen hangt af van factoren zoals het warmteverlies van de woning, het afgiftesysteem (zoals vloerverwarming of radiatoren), en de temperatuur van de bron (zoals lucht of grondwater).
Een te klein vermogen leidt tot onvoldoende verwarming en een lager comfortniveau. Een te groot vermogen zorgt voor frequente start-stopbewegingen, wat de levensduur van de compressor verkort en het energieverbruik kan doen stijgen. Daarom is het kiezen van het juiste minimaal vermogen van essentieel belang. In de praktijk wordt dit vermogen bepaald aan de hand van een warmteverliesberekening en het gebruik van vuistregels, zoals die uit ISSO 72, of berekeningsformules die rekening houden met delta T en het afgiftesysteem.
1. Het bepalen van het minimaal vermogen van een warmtepomp
1.1. Invloed van het afgiftesysteem
Het vermogen dat nodig is, wordt beïnvloed door het type afgiftesysteem. Bij vloerverwarming is een lagere aanvoertemperatuur mogelijk (meestal rond 35°C), terwijl bij radiatoren de aanvoertemperatuur hoger ligt (meestal rond 50°C). Dit heeft directe gevolgen voor de benodigde vermogenscapaciteit van de warmtepomp.
Voorbeeld:
Een warmtepomp die werkt met een delta T van 7°C en een vloerverwarming heeft een andere benodigde capaciteit dan een warmtepomp die met radiatoren werkt en een delta T van 5°C. De berekening van het vermogen moet daarom altijd in combinatie met het afgiftesysteem gebeuren.
1.2. Delta T en het benodigde buffervolume
Delta T (de temperatuurverschil tussen het retourwater en het aanvoerwater) speelt een belangrijke rol bij het bepalen van het benodigde buffervolume. Dit buffervolume is essentieel om de warmtepomp te laten draaien gedurende ten minste 10 minuten bij een bepaalde delta T, zoals voorgesteld in ISSO 72.
De berekening van het benodigde buffervolume kan als volgt worden uitgevoerd:
$$ Qv = \frac{P}{\rho \cdot c \cdot \Delta T} $$
- $ Qv $: volumestroom in m³/sec
- $ P $: vermogen in Watt
- $ \rho $: soortelijke massa van water (998 kg/m³)
- $ c $: soortelijke warmte van water (4190 J/kg·K)
- $ \Delta T $: temperatuurverschil in Kelvin
Vervolgens wordt de uitkomst omgerekend naar het benodigde volume per uur en daarna naar 10 minuten. Dit leidt tot een kengetal in liters per kW.
Voorbeeld:
Bij een delta T van 7°C en een vermogen van 10 kW is het benodigde buffervolume ongeveer 204 liter. Dit geeft een vuistregel van ongeveer 20 liter per kW bij een delta T van 7°C.
1.3. Vuistregels voor de buffergrootte
Er zijn duidelijke vuistregels voor het bepalen van het benodigde buffervolume, afhankelijk van het type warmtepomp en het afgiftesysteem:
- Modulerende warmtepompen: gebruik het minimaal modulatievermogen om het benodigde buffervolume te berekenen.
- Warmtepompen met vloerverwarming: trek 1,5 liter per m² vloerverwarming af.
- Warmtepompen met 2 compressoren: vermenigvuldig het totale vermogen met 0,75 en vervolgens met 20.
Voorbeeld:
Bij een modulerende warmtepomp die kan moduleren tussen 4 en 12 kW wordt het buffervolume berekend aan de hand van het laagste vermogen (4 kW):
4 kW × 20 liter = 80 liter.
2. Invloed van modulatie op het minimaal vermogen
2.1. Modulerende warmtepompen
Modulerende warmtepompen kunnen het vermogen aanpassen aan de verwarmingsbehoeften van de woning. Dit leidt tot een efficiëntere werking, minder start-stopbewegingen en dus een langere levensduur van de compressor. Bij een modulerende warmtepomp is het minimaal vermogen bepalend voor de benodigde buffergrootte.
Voorbeeld:
Een modulerende warmtepomp die kan moduleren tussen 2 en 8 kW heeft een benodigd buffervolume van 2 × 20 = 40 liter bij een delta T van 7°C.
2.2. Voordeel van modulatie bij het buffervolume
Bij modulerende warmtepompen is het benodigde buffervolume kleiner dan bij aan-uit-systemen. Dit komt omdat de warmtepomp minder vaak start en stopt, waardoor het buffervolume niet zo snel op- of leegt. Het ISSO-kengetal van ongeveer 15 liter per kW is daarom vaak voldoende.
Voorbeeld:
Bij een modulerende warmtepomp die kan moduleren tussen 4 en 16 kW is het benodigde buffervolume 4 × 15 = 60 liter. In de praktijk wordt vaak een 100-liter buffervat gebruikt om te zorgen voor voldoende buffercapaciteit.
3. Invloed van buitentemperatuur en stooklijnen
3.1. Buitentemperatuur en vermogenscurve
Het vermogen dat een warmtepomp kan leveren, is afhankelijk van de buitentemperatuur. Bij lage temperaturen kan de warmtepomp minder vermogen leveren, waardoor het minimaal vermogen van essentieel belang is. De vermogenscurve van een warmtepomp toont aan hoeveel vermogen de warmtepomp levert bij verschillende buitentemperaturen.
Voorbeeld:
Een warmtepomp die 8 kW levert bij 15°C buitentemperatuur kan minder vermogen leveren bij 0°C. Het minimaal vermogen moet dan zo gekozen worden dat de woning op 20°C kan worden gehouden bij -7°C buitentemperatuur.
3.2. Stooklijnen
De stooklijn bepaalt de temperatuur van het CV-water op basis van de buitentemperatuur. Bij lage buitentemperaturen is een hogere aanvoertemperatuur nodig om voldoende warmte op te wekken. De stooklijn wordt vaak weergegeven als een rechte lijn tussen twee instelpunten:
- T+20: temperatuur van het CV-water bij een buitentemperatuur van +20°C
- T-10: temperatuur van het CV-water bij een buitentemperatuur van -10°C
De stooklijn helpt bij het bepalen van het benodigde vermogen en heeft invloed op de keuze van de warmtepomp. Het vermogen van de warmtepompinstallatie wordt meestal berekend aan de hand van deze stooklijn en het warmteverlies van de woning.
Voorbeeld:
Als de stooklijn bij -10°C een aanvoertemperatuur van 50°C vereist, dan moet de warmtepomp voldoende vermogen leveren om dat te realiseren. Het minimaal vermogen moet daarom voldoen aan de verwarmingsbehoeften bij die temperatuur.
4. Invloed van het warmteverlies op het benodigde vermogen
4.1. Warmteverliesberekening
Een warmteverliesberekening is een essentieel instrument bij het bepalen van het benodigde vermogen van de warmtepomp. Deze berekening bepaalt hoeveel warmte er verloren gaat via de muren, daken, ramen, deuren en ventilatie. Op basis van deze gegevens kan het benodigde vermogen van de warmtepomp worden berekend.
Voorbeeld:
Een woning met een warmteverlies van 1600 m³ en een stooklijn van 50°C heeft een bepaald energieverbruik dat kan worden berekend met een formule zoals:
$$ Verbruik [kWu] = \frac{1600 \times 9}{3,5 + (5,1 - 3,5) \times (55 - 50)/20} $$
Deze formule geeft een schatting van het benodigde energieverbruik. Het minimaal vermogen van de warmtepomp moet voldoen aan dit berekende verbruik bij lage buitentemperaturen.
5. Het invullen van het vermogen in een warmtepompinstallatie
5.1. Vermogen van de warmtepompinstallatie
Het vermogen van de warmtepompinstallatie wordt meestal berekend aan de hand van het vermogen van de centrale verwarming en het warmteverlies. Deze waarde geeft aan hoeveel vermogen nodig is om de woning te verwarmen.
Voorbeeld:
Als de centrale verwarming een vermogen heeft van 5000 W/K en het warmteverlies van de woning is 1600 m³, dan kan het benodigde vermogen van de warmtepompinstallatie worden berekend. Dit leidt tot een waarde die wordt gebruikt om de stooklijn te bepalen.
5.2. Stooklijn en [T-10]
De temperatuur van het CV-water bij -10°C buitentemperatuur wordt meestal bepaald met de volgende formule:
$$ [T-10] = 20°C + \frac{Vermogen \, van \, de \, warmtepompinstallatie}{Vermogen \, van \, de \, centrale \, verwarming} $$
Voorbeeld:
Als het vermogen van de warmtepompinstallatie 4000 W is en het vermogen van de centrale verwarming 5000 W/K, dan is:
$$ [T-10] = 20°C + \frac{4000}{5000} = 28°C $$
Dit betekent dat bij -10°C buitentemperatuur een aanvoertemperatuur van 28°C nodig is.
6. Praktische toepassing en voorbeelden
6.1. Voorbeeld 1: Warmtepomp met vloerverwarming
Een woning met vloerverwarming en een delta T van 7°C heeft een warmtepomp nodig die kan moduleren tussen 4 en 12 kW. Het benodigde buffervolume wordt berekend aan de hand van het minimaal modulatievermogen:
$$ 4 \, kW \times 20 \, liter = 80 \, liter $$
In de praktijk wordt vaak een 100-liter buffervat gebruikt om ruimte te maken voor eventuele fluctuaties.
6.2. Voorbeeld 2: Warmtepomp met 2 compressoren
Een warmtepomp met 2 compressoren die elk 20 kW kunnen leveren, heeft een totaal vermogen van 40 kW. Het benodigde buffervolume wordt berekend als:
$$ 40 \, kW \times 0,75 \times 20 \, liter = 600 \, liter $$
Dit buffervolume is nodig om ervoor te zorgen dat de warmtepomp gedurende ten minste 10 minuten kan draaien.
Conclusie
Het kiezen van het juiste minimaal vermogen van een warmtepomp is van essentieel belang voor een efficiënt en duurzaam verwarmingsstelsel. Dit vermogen hangt af van factoren zoals het afgiftesysteem, de delta T, de modulatiecapaciteit en de buitentemperatuur. Met behulp van vuistregels en berekeningsmethoden zoals die uit ISSO 72 en warmteverliesberekeningen kan het benodigde buffervolume worden bepaald. Door het minimaal vermogen goed te kiezen, zorgt men voor een optimale werking van de warmtepomp, een langere levensduur en een lagere energiekosten. Het is daarom aan te raden om een warmteverliesberekening uit te laten voeren door een ervaren installateur of expert.
Bronnen
Related Posts
-
Tweedehands Warmtepompen voor Zwembaden: Uitvoeringen, Werking, Voordelen en Aandachtspunten
-
Zwembadwarmtepompen: Efficiënt Verwarmen, Problemen Oplossen en Energie Besparen
-
Hoe je herkent en los je op als je warmtepomp te hard draait
-
Warmtepomp versus zonnepanelen: een kost-besparing analyse voor duurzame woningverbetering
-
Geluid van warmtepompen: Hoe vermindert u geluidsoverlast en wat zijn de opties bij zonnepanelen?
-
Zonnepanelen en Warmtepompen: Samenwerking, Techniek en Financiële Overwegingen
-
Warmtepompboiler of zonneboiler: uitgebreide vergelijking en ervaringen
-
Warmtepomp en Zonneboiler: De Beste Combinatie voor Duurzame Verwarming