Aanbevolen Technieken voor het Ontluchten van een Daikin Warmtepompinstallatie

Het correct ontluchten van een warmtepompinstallatie is een essentieel onderdeel van de installatie- en inbedrijfstellingsproces. Deze taak kan de werking van de warmtepomp aanzienlijk beïnvloeden, zowel in termen van efficiëntie als in de levensduur van het apparaat. In dit artikel worden aanbevolen technieken en praktische tips voor het ontluchten van een Daikin warmtepompinstallatie besproken, met een nadruk op de specifieke aandachtspunten die bij een water/water of brinewater/water warmtepomp van toepassing zijn.

De informatie is afkomstig uit een betrouwbare bron die uitvoerige richtlijnen biedt voor de installatie van warmtepompen en de werking van de systemen die bij een warmtepomp horen. Deze richtlijnen zijn essentieel voor installateurs, eigenaars en professionals in de bouwsector die betrokken zijn bij het inbedrijfstellen van warmtepompen.

Inleiding: De rol van ontluchten in een warmtepompinstallatie

Lucht in de installatie van een warmtepomp kan leiden tot een reeks problemen, waaronder onvoldoende energieoverdracht, valse drukwaarden en storingen. Dit is het geval bij zowel de bronzijde als de afgiftezijde van de installatie. Het is daarom van cruciaal belang om de installatie goed te ontluchten, zodat het systeem optimaal werkt en storingen worden voorkomen.

Bij het ontluchten van een warmtepompinstallatie is het belangrijk om automatische ontluchters in het afgiftesysteem te gebruiken. Daarentegen wordt het gebruik van automatische ontluchters in de bron afgeraden, aangezien glycol bij lage druk kan leiden tot kristalvorming, vooral in de naaldafsluiters van dergelijke ontluchters. Dit betekent dat de installatie zorgvuldig moet worden gepland, met een nadruk op de juiste plaatsing van ontluchters en het gebruik van alternatieve methoden voor het verwijderen van lucht.

Bronzijde ontluchten: Aanbevolen methoden

Bij de bronzijde van een warmtepompinstallatie, zoals bij een water/water of brinewater/water warmtepomp, is het aanbevolen om het systeem gedurende enkele dagen voor de eerste opstart te laten draaien. Deze techniek zorgt ervoor dat het glycol (antivriesmiddel) goed gemengd raakt met het water en dat eventuele luchtbelletjes zich verzamelen in het hoogste punt van de installatie. Op deze manier kan het systeem worden ontlucht via een daarvoor aangebrachte ontluchter.

Het is ook belangrijk om te controleren of de bronpomp correct draait en of de glycol concentratie aan de eisen voldoet. Een onvoldoende flow van water of glycol kan leiden tot een snelle daling van de temperatuur, wat het risico op ijsvorming in de verdamper vergroot. Daarom is het aanbevolen om de zuiggastemperatuur in de gaten te houden bij de eerste opstart. Deze temperatuur mag in principe niet onder de 3 graden komen. Als dit wel het geval is, dient de warmtepomp uitgeschakeld te worden, de installatie goed ontlucht te worden, en de pompen moeten gecontroleerd worden op juiste werking voordat er opnieuw wordt geprobeerd.

Afgiftesysteem ontluchten: Belangrijke aandachtspunten

Aan de afgiftezijde van de warmtepompinstallatie is het gebruik van automatische ontluchters sterk aanbevolen. Deze ontluchters helpen bij het verwijderen van lucht uit het systeem en zorgen ervoor dat de circulatie van de vloeistof optimaal verloopt. Het is belangrijk om deze ontluchters op strategische plaatsen aan te brengen, bij voorkeur in de hoogste punten van de installatie.

Daarnaast dient het expansievat op de afgiftezijde correct aangesloten te zijn. Het expansievat zorgt ervoor dat de vloeistof kan uitzetten bij verhoogde temperaturen. Het is belangrijk om een altijd open verbinding tussen de warmtebron en het expansievat te garanderen, zodat de vloeistof vrij kan stromen. In sommige gevallen kan het expansievat elders geplaatst worden, afhankelijk van de aanwezigheid van keer- en driewegkleppen in het systeem.

Het gebruik van expansievaten en overstortventielen

Zowel op de bronzijde als op de afgiftezijde is het gebruik van een expansievat essentieel. Het expansievat moet voldoende groot zijn om de uitzet van de vloeistof te kunnen opvangen bij veranderingen in temperatuur. Een vuistregel voor de grootte van het expansievat is 1 x de inhoud van het systeem. Het is ook belangrijk om te controleren of het expansievat geschikt is voor glycolhoudend water, vooral in brine-water systemen.

Naast het expansievat is het gebruik van een overstortventiel verplicht. Dit ventiel dient binnen 1 meter van de warmtebron geplaatst te worden, normaal gesproken aan de warme zijde (aanvoer richting afgifte-systeem). In sommige gevallen kan het overstortventiel ook in de retourleiding geplaatst worden, afhankelijk van de aanwezigheid van driewegkleppen of interne circuits. Het overstortventiel dient te worden ingesteld op 3 bar, wat hetzelfde is als bij een conventionele CV-ketelinstallatie.

Leidingfilters en vloerverwarmingverdelers

Om verstoppingen van de verdamper of condensor van de warmtepomp te voorkomen, is het aanbevolen om leidingfilters aan te brengen in de leidingen nabij de warmtepomp. Deze filters moeten geplaatst worden in de richting van de waterstroom, zodat het water gefilterd wordt voordat het de warmtepomp binnengaat. Het is ook aanbevolen om de filters tussen afsluiters te plaatsen, zodat deze gemakkelijk jaarlijks gereinigd kunnen worden. Bij ernstige vervuiling dient te worden gecontroleerd of er sprake is van een lekkage.

Bij vloerverwarming is het gebruik van een openverdeler essentieel bij het toepassen van een warmtepomp. Deze verdeler zorgt voor een juiste menging van het water en voorkomt flowproblemen en storingen in het systeem. De evenwichtfles dient correct te worden gedimensioneerd, afhankelijk van de berekende leidingdiameter en het vermogen van het systeem. Een vuistregel die in de praktijk vaak werkt is de zogenaamde 1-3-6 methode.

Eerste opstart van een warmtepompinstallatie

De eerste opstart van een warmtepompinstallatie vereist een zorgvuldige aanpak. Het is aanbevolen om de bronpomp gedurende enkele dagen continu te laten draaien voordat de compressor voor de eerste keer wordt ingeschakeld. Deze techniek zorgt ervoor dat het systeem goed ontlucht raakt en dat het glycol zich goed mengt met het water. Het is belangrijk om de handleiding van de warmtepomp te raadplegen voor specifieke instructies, aangezien de aanpassingen in de instellingen van de warmtepomp per merk en type kunnen variëren.

Bij een lucht/water warmtepomp is het vaak vanuit de fabriek al een tijdvertraging ingebouwd, zodat de compressor pas een halfuur nadat de spanning is aangebracht kan starten. In sommige gevallen is het nodig om de compressor voor te verwarmen met een verwarmingslint, vooral bij de olie in de compressor.

Bij de eerste opstart dient ook de zuiggastemperatuur in de gaten gehouden te worden. Deze temperatuur moet zich stabiliseren tussen de 4 en 12 graden. Als de temperatuur direct onder 0 graden komt, dient de warmtepomp uitgeschakeld te worden, de installatie goed ontlucht te worden en de pompen gecontroleerd te worden op juiste werking voordat er opnieuw wordt geprobeerd.

Praktische tips voor het ontluchten van een warmtepompinstallatie

Tijdens het ontluchten van een warmtepompinstallatie zijn er een aantal praktische tips die kunnen helpen bij het optimaliseren van de werking van het systeem. Deze tips zijn afkomstig uit een betrouwbare bron en zijn van toepassing op zowel de bronzijde als de afgiftezijde van het systeem.

1. Gebruik van automatische ontluchters in het afgiftesysteem

Het aanbrengen van automatische ontluchters in het afgiftesysteem is sterk aanbevolen. Deze ontluchters zorgen ervoor dat lucht uit het systeem wordt verwijderd en zorgen voor een optimale circulatie van de vloeistof. Het is belangrijk om deze ontluchters op strategische plaatsen aan te brengen, bij voorkeur in de hoogste punten van de installatie.

2. Vermijd automatische ontluchters in de bron

Het gebruik van automatische ontluchters in de bron wordt afgeraden, aangezien glycol bij lage druk kan leiden tot kristalvorming, vooral in de naaldafsluiters van dergelijke ontluchters. Dit kan leiden tot verstoppingen en storingen in het systeem. Het is daarom aanbevolen om alternatieve methoden te gebruiken voor het ontluchten van de bron, zoals het continu draaien van de bronpomp en het controleren van de glycol concentratie.

3. Zorg voor een correcte expansievatgrootte

Zowel op de bronzijde als op de afgiftezijde is het gebruik van een expansievat essentieel. Het expansievat moet voldoende groot zijn om de uitzet van de vloeistof te kunnen opvangen bij veranderingen in temperatuur. Een vuistregel voor de grootte van het expansievat is 1 x de inhoud van het systeem. Het is ook belangrijk om te controleren of het expansievat geschikt is voor glycolhoudend water, vooral in brine-water systemen.

4. Plaats het expansievat op de juiste plaats

Het expansievat moet geplaatst worden op een strategische plaats in het systeem, zodat de vloeistof vrij kan stromen. Aan de bronzijde dient het expansievat bij voorkeur aan de zuigzijde van de bronpomp te zitten. Aan de afgiftezijde dient het expansievat bij voorkeur in de retourleiding van de installatie en de zuigzijde van de pomp te zitten. Echter, keer- en driewegkleppen kunnen leiden tot andere plaatsingsopties, maar het belangrijkst is dat er een altijd open verbinding met het expansievat is.

5. Gebruik van leidingfilters

Het aanbrengen van leidingfilters in de leidingen nabij de warmtepomp is essentieel om verstoppingen van de verdamper of condensor te voorkomen. Deze filters moeten geplaatst worden in de richting van de waterstroom, zodat het water gefilterd wordt voordat het de warmtepomp binnengaat. Het is ook aanbevolen om de filters tussen afsluiters te plaatsen, zodat deze gemakkelijk jaarlijks gereinigd kunnen worden. Bij ernstige vervuiling dient te worden gecontroleerd of er sprake is van een lekkage.

Conclusie

Het correct ontluchten van een Daikin warmtepompinstallatie is een essentieel onderdeel van de installatie- en inbedrijfstellingsproces. Door de juiste technieken en aandachtspunten te volgen, kan het systeem optimaal werken en worden storingen voorkomen. Het is belangrijk om automatische ontluchters in het afgiftesysteem te gebruiken en het gebruik van automatische ontluchters in de bron af te raden. Daarnaast is het aanbevolen om expansievaten van voldoende grootte te gebruiken en deze op strategische plaatsen in het systeem aan te brengen. Het gebruik van leidingfilters en het controleren van de glycol concentratie is ook essentieel voor het optimaliseren van de werking van de warmtepomp.

Deze aanbevolen technieken zijn afkomstig uit een betrouwbare bron en zijn van toepassing op zowel de bronzijde als de afgiftezijde van het systeem. Door deze richtlijnen te volgen, kunnen installateurs, eigenaars en professionals in de bouwsector ervoor zorgen dat hun warmtepompinstallatie optimaal werkt en een lange levensduur heeft.

Bronnen

  1. warmtepomp-weetjes.nl

Related Posts