Waarom Voelt de Warmte van een Warmtepomp Soms Te Koud Aan?

Inleiding

Een warmtepomp is een energiezuinige en milieuvriendelijke manier om een woning te verwarmen. Toch ervaren veel gebruikers dat het binnen niet comfortabel warm wordt, ondanks dat het systeem correct functioneert. De perceptie dat de warmte van een warmtepomp “koud aanvoelt” is een veelvoorkomend fenomeen, dat zelden te wijten is aan een defect systeem, maar veeleer aan verwachtingsverschillen, onjuiste gebruiksgewoonten of suboptimale installatievoorwaarden.

De kern van het probleem ligt in het fundamentele verschil tussen een warmtepomp en een traditionele cv-ketel. Een warmtepomp werkt met een lagere watertemperatuur en een langzamere warmteafgifte. Dit systeem is ontworpen voor constante temperatuurbeheersing, in tegenstelling tot de snelle op- en afbouw van warmte die gebruikers van een cv-ketel gewend zijn. Wanneer gebruikers hun verwachtingen en gedrag niet aanpassen aan deze werkwijze, ontstaat het gevoel van “te koud” binnen, ook al ligt de ruimtetemperatuur technisch gezien binnen de norm.

Dit artikel behandelt de oorzaken van dit comfortprobleem, op basis van beschikbare bronnen, en biedt praktische oplossingen voor gebruikers, installateurs en bouwprofessionals. We bespreken technische parameters, installatievereisten, gebruikersgedrag en alternatieve oplossingen zoals infraroodverwarming. Daarnaast wordt ingegaan op de prestaties van warmtepompen bij extreme kou, een veelbesproken onderwerp onder woningeigenaren.


De Trage Werkwijze van een Warmtepomp

Een belangrijke oorzaak van het gevoel van “te koud” is de trage verwarmingscyclus van een warmtepomp. In tegenstelling tot een cv-ketel, die water tot 70–80 °C verhit en binnen korte tijd warmte levert via radiatoren, werkt een warmtepomp met temperaturen tussen de 35 °C en 55 °C. Deze lagere temperatuur is voldoende voor systemen zoals vloerverwarming of convectoren, die over een groter oppervlak warmte afgeven, maar het opwarmen van de volledige woning duurt aanzienlijk langer.

Gebruikers die hun thermostaat ’s nachts of tijdens afwezigheid fors verlagen, ervaren dat het huis langzaam opwarmt wanneer de verwarming weer wordt aangezet. Het kan uren duren voordat de gewenste temperatuur is bereikt. Dit gedrag – afkomstig van de gewoonte met een cv-ketel – is niet geschikt voor een warmtepomp.

Bron [1] wijst hier nadrukkelijk op: “Het huis zal nooit warm genoeg zijn als je elke avond voor het slapen gaan de thermostaat lager zet.” Het is daarom essentieel om een warmtepomp op een constante temperatuur te laten draaien, zowel overdag als ’s nachts. Alleen op deze manier kan het systeem zijn volledige potentieel benutten en een stabiel, comfortabel binnenklimaat bieden.


Onjuiste Installatie: Radiatoren en Watertemperatuur

Een veelvoorkomend technisch probleem is de aansluiting van een warmtepomp op ouderwetse radiatoren. Deze radiatoren zijn ontworpen voor de hoge watertemperaturen van een cv-ketel. Wanneer een warmtepomp met lagere watertemperatuur wordt aangesloten, geven de radiatoren onvoldoende warmte af. Het resultaat is dat de woning niet op temperatuur komt, zelfs als het systeem correct werkt.

Volgens bron [3]: “Ditzelfde geldt voor een warmtepomp die aangesloten is op de ouderwetse radiatoren. Dit is vragen om problemen. De warmtepomp maakt immers minder heet water waardoor de radiatoren niet voldoende heet worden om de woning warm te krijgen.”

De oplossing ligt in het aanpassen van het afgiftesysteem. Voor een warmtepomp zijn vloerverwarming of convectoren de meest geschikte opties. Deze systemen hebben een groter oppervlak en kunnen voldoende warmte afgeven bij lagere watertemperaturen. Wanneer bestaande radiatoren worden behouden, moet worden geëvalueerd of deze voldoende groot zijn om de lagere temperatuur te compenseren. In veel gevallen is vervanging of aanvulling noodzakelijk.


Isolatie: De Sleutel tot Succesvolle Warmtepompverwarming

Zelfs de beste warmtepomp faalt als de woning slecht geïsoleerd is. Een warmtepomp kan slechts een bepaalde hoeveelheid warmte leveren. Als de woning veel warmte verliest via kieren, dunne ramen, of onvoldoende geïsoleerde muren en daken, kan de warmtepomp deze verliezen niet compenseren.

Bron [3] benadrukt dit: “Er zijn situaties waarbij een warmtepomp het niet lukt om de woning warm te krijgen. Dit ligt dan meestal aan een groter verlies van warmte uit de woning dan de warmtepomp in de woning kan brengen.”

Deze situatie verergert bij koude buitentemperaturen. Hoe kouder het buiten is, hoe meer warmte de woning verliest. Een goed geïsoleerde woning heeft minder warmtevraag, waardoor de warmtepomp efficiënt kan werken.

Een warmtepomp is daarom geen oplossing voor slechte isolatie. Integendeel: het systeem vereist een hoge isolatienorm om optimaal te functioneren. Voordat een warmtepomp wordt geïnstalleerd, moet daarom altijd een isolatie-audit plaatsvinden. Maatregelen zoals spouwmuurisolatie, vloerisolatie, dakisolatie en het vervangen van enkelglas zijn vaak noodzakelijk.


Te Kleine Warmtepomp: Onvoldoende Capaciteit

Een andere technische oorzaak van “te koud” is het kiezen voor een warmtepomp die te klein is voor de woning. Dit gebeurt soms uit kostenoverwegingen of bij onjuiste berekening van de warmtevraag.

Volgens bron [3]: “En als er vanwege zuinigheid gekozen wordt voor een te kleine warmtepomp ontstaat hetzelfde probleem. In dat geval kan de warmtepomp onvoldoende warmte leveren. En als er dan meer warmte wordt gevraagd… koelt het langzaam maar zeker af in de woning.”

Een te kleine warmtepomp kan de basislast aan warmte leveren, maar faalt bij piekvraag, zoals tijdens koude winterdagen of wanneer meerdere ruimtes tegelijk worden verwarmd. In hybride systemen kan een aanvullende cv-ketel of gasbrander tijdelijk inspringen, maar bij een all-electric systeem is dit geen optie.

Het is daarom cruciaal dat de warmtepomp wordt gedimensioneerd op basis van een nauwkeurige berekening van de warmtevraag van de woning. Installateurs moeten hierbij rekening houden met de isolatiegraad, het afgiftesysteem, de buitentemperatuur en het gebruikersgedrag.


Instellingen van de Warmtepomp Aanpassen

Voor gebruikers van een Remeha hybride warmtepomp (type Ace) biedt bron [2] praktische oplossingen voor comfortklachten. Deze richt zich specifiek op installateurs, maar de aanpassingen zijn relevant voor iedereen die te koud ervaart binnen.

Regelstrategie – CP780

De regelstrategie bepaalt hoe het systeem reageert op temperatuurveranderingen. Bij klachten van “te koud” wordt aanbevolen om parameter CP780 in te stellen op “Buiten & Kamer” bij gebruik van een eTwist-thermostaat (R-Bus). Deze instelling zorgt voor weersafhankelijke stook, wat betekent dat de warmtepomp reageert op zowel de buitentemperatuur als de kamerthermostaat.

Bij een aan/uit regeling wordt er altijd weersafhankelijk gestookt, terwijl bij een OpenTherm-thermostaat de thermostaat direct wordt gevolgd. De keuze van regelstrategie heeft dus direct invloed op het comfort en de efficiëntie.

Stooklijn – CP230

Als de woning bij koude buitentemperaturen overdag niet op temperatuur komt, kan de stooklijn (CP230) met 0,2 worden verhoogd. De stooklijn bepaalt de watertemperatuur die de warmtepomp levert op basis van de buitentemperatuur. Een hogere stooklijn betekent warmer water, wat kan helpen bij koude klachten, maar leidt mogelijk tot hoger energieverbruik.

Voetpunt stooklijn – CP210 (dag) en CP220 (nacht)

De voetpunten van de stooklijn bepalen de minimale watertemperatuur overdag en ’s nachts. Deze kunnen worden aangepast om de verwarming te optimaliseren. Bijvoorbeeld: een iets hoger voetpunt ’s nachts kan voorkomen dat de woning te veel afkoelt, wat helpt bij het behouden van een constante temperatuur.

Belangrijk: aanpassing van parameters kan leiden tot hoger energieverbruik. De gebruiker moet hierover worden geïnformeerd. Bovendien is het raadzaam om de oorspronkelijke instellingen bij te houden, zodat de effecten van de aanpassing kunnen worden geëvalueerd en eventueel teruggezet.


Praktische Tips voor Gebruikers

Voor woningeigenaren en gebruikers zijn de volgende aanbevelingen relevant:

  1. Laat de warmtepomp op constante temperatuur staan. Vermijd het neerzetten van de thermostaat tijdens de nacht of bij afwezigheid. Een kleine verlaging (bijv. 1 °C) is acceptabel, maar grote schommelingen verstoren het systeem.
  2. Controleer de isolatie. Zorg dat de woning voldoende geïsoleerd is. Let op tocht, oude ramen en kieren.
  3. Gebruik geschikte afgiftesystemen. Vloerverwarming of convectoren zijn optimaal. Radiatoren moeten voldoende groot zijn.
  4. Controleer de capaciteit van de warmtepomp. Zorg dat de warmtepomp is gedimensioneerd op de warmtevraag van de woning.
  5. Laat de installateur parameters aanpassen indien nodig. Bij aanhoudende koudeklachten kunnen instellingen zoals de stooklijn worden verhoogd.
  6. Gebruik geen tijdsprogramma’s die niet passen bij het systeem. Automatische programma’s die de verwarming uitschakelen of fors verlagen, zijn contraproductief.

Infraroodverwarming als Aanvulling

Een alternatieve oplossing voor koudeklachten is het gebruik van infraroodpanelen. Deze kunnen worden toegevoegd aan een bestaande warmtepompinstallatie en bieden directe stralingswarmte.

Volgens bron [1]: “Een infrarood paneel geeft directe stralingswarmte af, dat wil zeggen binnen 5 tot 12 minuten is het warmtepaneel op volle kracht. Je voelt dan ook direct de warmte op je lichaam als jij je binnen het stralingsbereik bevindt.”

Infraroodverwarming werkt anders dan convectieverwarming: het verwarmt objecten en mensen in plaats van de lucht. Dit creëert een direct comfortgevoel, zelfs als de luchttemperatuur lager is. Het is daarom ideaal voor tijdelijk gebruik in vaak gebruikte ruimtes zoals de woonkamer of slaapkamer.

Nadeel is dat infrarood geen vervanging is voor een centrale verwarming, maar een aanvulling. Het verbruikt extra elektriciteit en is het meest effectief in goed geïsoleerde ruimtes.


Prestaties bij Extreme Kou

Een veelgestelde vraag is of een warmtepomp ook werkt bij extreme kou, zoals −10 °C of lager. Volgens bron [3] is het antwoord duidelijk: “Ja dus. Ook bij die koude temperaturen kan een kwalitatief hoogwaardige warmtepomp uit de koude buitenlucht warmte maken.”

In februari 2021, toen Nederland een week lang temperaturen onder −10 °C kende, presteerden de meeste warmtepompen uitstekend. Bron [3] meldt: “Het grootste gedeelte van de warmtepompen hebben hun werk prima gedaan en kregen de woningen goed warm. En ook het douchewater was van de gewenste temperatuur.”

Deze ervaring komt van Anders Verwarmen, een bedrijf dat al 14 jaar systemen adviseert en levert. Ze werken samen met merken als PicoEnergy (Oostenrijk) en Viessmann (Duitsland), landen waar koude winters normaal zijn. Geen enkele van hun geïnstalleerde warmtepompen gaf problemen tijdens de koudeperiode.

Interessant is dat de gevallen waarin het “toch niet helemaal comfortabel warm” was, niet te wijten waren aan de warmtepomp zelf. Oorzaken waren: per ongeluk uitgezet, tijdsprogramma gewijzigd of een probleem in het verwarmingssysteem. De warmtepomp als technologie bleek dus betrouwbaar.


Koelen met de Warmtepomp

Hoewel dit artikel zich richt op verwarming, is het vermeldenswaard dat veel warmtepompen ook kunnen koelen. Bron [4] legt uit dat een warmtepomp het cv-water kan koelen in plaats van verwarmen, waardoor vloerverwarming of radiatoren als koelsysteem kunnen fungeren.

Dit is een groot voordeel in de zomer, omdat geen aparte airco nodig is. Het verschil met airco is dat een warmtepomp via water werkt, terwijl airco lucht koelt. Airco vereist meerdere binnenunits voor meerdere kamers, terwijl een warmtepomp via het bestaande verwarmingssysteem werkt.

Belangrijk is dat niet alle warmtepompen en afgiftesystemen geschikt zijn voor koeling. Vloerverwarming werkt goed, maar radiatoren zijn minder effectief omdat ze minder koelingsoppervlak bieden. Bovendien moet worden voorkomen dat condens ontstaat op koude oppervlakken.


Conclusie

Het gevoel dat de warmte van een warmtepomp “koud aanvoelt” is geen technisch defect, maar het resultaat van een combinatie van factoren: onjuist gebruik, ongeschikte installatievoorwaarden en onrealistische verwachtingen.

De oplossing ligt in het begrijpen van hoe een warmtepomp werkt: het is een systeem voor constante, lage temperatuurverwarming, dat afhankelijk is van goede isolatie, geschikte afgiftesystemen en correcte instellingen.

Belangrijke actiepunten zijn: - Laat de warmtepomp op constante temperatuur draaien. - Zorg voor voldoende isolatie van de woning. - Gebruik vloerverwarming of convectoren in plaats van oude radiatoren. - Dimensioneer de warmtepomp correct op de warmtevraag. - Pas indien nodig parameters aan via de installateur. - Overweeg infraroodpanelen als aanvulling voor direct comfort.

Bij extreme kou blijkt de warmtepomp betrouwbaar te zijn, mits correct geïnstalleerd en onderhouden. De ervaring uit februari 2021 toont aan dat kwalitatief hoogwaardige systemen hun werk doen, zelfs bij −10 °C.

Voor bouwprofessionals en installateurs is het essentieel om klanten goed te informeren over de werking en verwachtingen van een warmtepomp. Voor gebruikers is het belangrijk om hun gedrag aan te passen en proactief te zijn bij het oplossen van comfortklachten.

Een warmtepomp is geen “plug-and-play” vervanging van een cv-ketel. Het is een geheel nieuw verwarmingssysteem dat vraagt om een andere aanpak. Wanneer deze principes worden gevolgd, biedt het systeem comfort, efficiëntie en duurzaamheid – ook in de koudste wintermaanden.


Bronnen

  1. Waarom is warmtepomp verwarming te koud?
  2. Oplossen comfortklacht te koud hybride warmtepomp
  3. Krijgen warmtepompen bij extreme koude de woning wel warm?
  4. Tips om optimaal te koelen met de warmtepomp

Related Posts