Green Deal Convenant Houtbouw MRA: Duurzamer bouwen in Amsterdam met biobased materialen
De bouwsector in Nederland staat op de knieën. Zowel woonnood als klimaatverandering vragen om veranderende inzet en innovatieve oplossingen. De Metropoolregio Amsterdam (MRA), in samenwerking met overheden, bedrijven en kennisinstellingen, heeft een ambitieus plan opgestart om het bouwen van woningen in deze regio duurzamer en in overeenstemming met de klimaatdoelstellingen van Nederland te maken. Het luidt daarom: in 2025 wordt 20% van de nieuwbouwwoningen in hout gerealiseerd. Dit initiatief is vastgelegd in het Green Deal Convenant Houtbouw MRA.
In dit artikel belichten we de achtergronden, doelstellingen, samenwerkingen en uitdagingen van dit initiatief. We geven een overzicht van wie betrokken is, wat de concrete afspraken zijn, en welke voordelen houtbouw biedt in het huidige bouwproces.
Context en achtergrond van het Green Deal Convenant Houtbouw
Wisselende marktpartijen en overheden
In oktober 2021 werd het Green Deal Convenant Houtbouw officieel ondertekend door meer dan 140 organisaties. Deze groep valt uiteen in overheden, marktpartijen en kennisinstellingen. Denk aan gewesten en gemeenten binnen de MRA, zoals de Provincie Flevoland, ontwikkelaars en bouwers, woningcorporaties en banken, architectenbureaus en kennisinstellingen, zoals de TU Delft en Staatsbosbeheer.
Deze samenwerking is een voorbeeld van de zogenaamde triple helix-aanpak, waarbij overheden, wetenschap en business krachten bundelen om maatschappelijke uitdagingen tegemoet te treden. In dit geval draagt dit samenwerkende model bij aan duurzaam bouwen, klimaatadaptie en invoering van circulaire principes.
Overzicht doelstellingen
De einddoelstelling van het Green Deal Convenant Houtbouw is dat 20% van de woningbouwprojecten in 2025 in hout worden gerealiseerd. In concrete cijfers betekent dit circa 3.000 houtbouwwoningen per jaar, binnen de huidige productie van 15.000 woningen per jaar.
Om dit te realiseren, zijn de ondertekenaars belast met het creëren van voorwaarden die het bouwen in hout rendabeler en efficiënter maken. Dit omvat het aanwijzen van locaties, het ontwikkelen van kennis, het opzetten van investeringen in productiecapaciteiten en het aankloppen van reguleringen.
Waarom houtbouw nu belangrijk is geworden
Het gebruik van hout als bouwmateriaal wordt steeds meer gezien als de sleutel tot duurzaamheid binnen de bouwsector. Dit heeft meerdere redenen, zoals aangegeven in de ondertekendepartijen:
- Lagere CO2-uitstoot door het gebruik van biobased materialen.
- Minder bouwafval en eenvoudiger recyclingmogelijkheden.
- Beter voor de gezondheid van bewoners via verbeterde luchtkwaliteit en lagere chemische belasting.
- Snellere bouwmethodes dankzij prefabricatie, wat de inproductietijd en de lasten voor naburige woningen vermindert.
Vooral in stedelijke onderdelen van Amsterdam, waar ruimte en tijd beperkt zijn, kunnen deze voordelen sterk van toepassing zijn.
Invloed op het klimaat en circulair bouwen
Het gebruik van hout als bouwmateriaal speelt een rol in de realisatie van een circulaire economie. Hout is biologisch afbreekbaar, kan hergebruikt worden, en heeft een minder negatieve CO2-balance vergeleken met materialen zoals beton of staal.
De doelstelling van het Green Deal Convenant is hiermee in lijn. De verwachte CO2-reductie via houtbouw in de MRA wordt geschat op ongeveer 220.000 ton per jaar, een aanzienlijke bijdrage in de context van huidige klimaatdoelstellingen.
Definitie van houtbouw binnen het convenant
Houtbouw valt onder de schaduw van biobased bouw, wat een essentieel onderdeel is van sinds de agenda’s van klimaatneutraal bouwen. Het convenant legt echter ook duidelijk vast wat wordt bedoeld onder „houtbouw”, afhankelijk van het type woning:
- Grondgebonden woningen: Minimaal 80% hout in de constructie.
- Gestapelde woningbouw (onder de tien verdiepingen): Minimaal 65% hout.
- Gestapelde woningbouw (10 of meer verdiepingen): Minimaal 50% hout.
Deze percentages zijn concreet vastgelegd en omvatten de constructieve inhoud van het gebouw, geen oppervlakte of vormgeving. Dit betekent dat het gebruik van hout alleen voor binnenmuren of vloeren niet in aanmerking komt voor hout-geclassificeerde woningbouw, tenzij het werkelijk een constructieve rol speelt.
Actiepunten en werklijnen binnen het convenant
De praktijkrealisatie van een houtbouwconvenant vraagt om structuur. Het actieplan dat is opgesteld, is onderverdeeld in vijf werklijnen:
1. Locaties
Om toekomstige houtbouwprojecten te kunnen realiseren, is het vastleggen van geschikte locaties een essentieel stap. Deze locaties moeten:
- Tekenen van stedelijke uitbreidingen of in de directe omgeving.
- Toegankelijk zijn voor logistiek (transport en opslag).
- Bevredigend liggen qua infrastructuur en toekomstige behoeften van bewoners.
Binnen de MRA zullen beleidsbepalende regio’s en wijkcommissies actief samengewerkt worden om dit aanpakbaar en duurzaam te maken.
2. Kennisopbouw en -deling
Hoewel houtbouw een aantrekkelijke optie is, heeft de sector tot op heden nog weinig ruimte gehad in vergelijking met传统产业 zoals beton- en staalbouw. Om dit te veranderen, is het ontwikkelen van kennis onderwerp van een van de belangrijkste actiepunten in het convenant.
Binnen het convenant is besproken dat:
- Een Kennisagenda (2021-2025) opgesteld wordt.
- Er verbanden worden opgebouwd tussen kennisinstituten en praktijkbedrijven.
- Er een standaardisering van technieken, modellen, en kwaliteitsveiligstellingen komt, om de ophaalafstand bij bouwnaak en regelgeving te verminderen.
3. Wet- en regelgeving
De huidige regelgeving stelt houts als bouwmateriaal bij gebouwconstructies metallic en concrete op een nuchtere manier. Echter, bij gebruik van hout in bijvoorbeeld hoge gebouwen, ontstaat complexer uitdagingen in de vorm van brandveiligheid, bouwduurzaamheid en bouwwerende normen.
Het convenant streeft naar:
- Regelgeving bijwerken om huitbouwinvesteringen aan te merken als schijfequivaalent op het klimaatbouwblad.
- Een testomgeving creëren waarin regelgeving en houtbouw technieken kunnen worden afgestemd.
- Samenwerking met Rijkswaterstaat, technische controlebureaus en maatschappelijke partners.
Zonder een passende wetgeving is brede toepassing van houtbouw moeilijk volhouden.
4. Businesscase
Om houtbouw echt op te schalen en te institutionaliseren, moeten bouwpartijen ervaren dat het een goede businesscase oplevert.
Dit houdt in:
- Het maken van houtbouw een aantrekkelijke aankoop- en bouwkeuze voor zowel particuliers als maatschappelijke partijen.
- Het vergroten van de bouwproductiecapaciteiten zoals installatiecapaciteiten voor houtzagerijen.
- Het opzetten van specifieke kredietmechanismen ondersteunend houtbouwprojecten, en het aanpassen van financieringsregels voor woningbouw.
De financiële haalbaarheid is hiermee een centrale aandachtspunt binnen het actieplan.
5. Communicatie
Een sluitend pakket van technisch expertise levert weinig waarden zonder overbrenging van de maatschappelijke overtuiging en bekendheid bij de doelgroepen.
Daarom is communicatie een apart actiepunt gemaakt. Concreet:
- Het vergroten van de publicaties over houtbouw bij nieuwsmedia, webportals en onderwijscentra.
- Het instaan voor een coherent verhalenstijl onder de MRA-ondertekenaars.
- De rol van marktpartijen en onderwijssector in het bouwen van consensus en verkoopkennis.
Uitdagingen voor verdere uitvoering
Binnen de MRA werkt men hard aan het realiseren van 3.000 houtbouwwoningen per jaar door 2025. Echter, enkele obstakels blijven bestaan.
Beperkte houttoepassing in duurzaam bouwind
Wellicht is de te korte levensduur van houtscheplaten en de risico’s op biologisch afbraak door natheid en schimmel een belemmering geweest. Daarnaast is houtbouw nog ongeschikt in situaties waar de brandveiligheid extra beveiligingen verlangt – zoals bij grootschalige woningbouwprojecten of in directe omgeving van culturele of functionele kernen.
Tekort aan expertise en faciliteiten
Om grootschalig hout te bouwen, zijn grote investeringen nodig in massaproducenten van houtconstructies, zoals houtzagerijen en assemblagefabrieken. Ook zijn er voldoende professionele handen nodig, zoals houtbewerkende ambachtslieden, architecten en constructeurs.
Binnen het convenant is al aandacht besteed aan het opbouwen van deze competenties, maar het brengt nog steeds tijdbewegingen en investeringen met zich mee.
Verbetering nodig in berekend bouwonderzoek
Er zijn huidig weinig wetenschappelijk onderzoeken beschikbaar die aantonen of houtbouwprojecten op lange termijn even sterk, veilig of duurzaam zijn als klassieke bouwprojecten. Hierdoor blijft het een onbevriende technologie voor traditioneele bouwnaak en kredietverzekeringen, die voorafgaand aan toegang tot projecten van mening moeten veranderen.
Samenwerkingen en partnerschap
De triple helix-samenwerking is sleutel bij het realiseren van het Green Deal Convenant Houtbouw. De betrokken partijen:
- Overheden: De Provincie Flevoland, De MRA, gemeenten.
- Industrie: Bouwers, woningcorporaties, architectenbureaus, banken.
- Kennisinstellingen: TU Delft, hbo-opleidingen, onderzoeksinstituten.
- Ondersteunende organisatie: C-creators fungeert als secretaris van het project.
Deze partners bewegen samen voor:
- Kennisdeling: Het overbrengen van standaardiseringen en praktijkcases.
- Investeringen: Het realiseren van projecten door kredietondersteunende partners.
- Innovatie: Het testen en verbeteren van zowel technieken als materialen.
Voortgang en toekomstplannen
Sinds het ondertekenen in oktober 2021 is er veel gebeurd. De samenwerkingen zijn verder verdiept, en er zijn diverse houtbouwprojecten in voortgang op meerdere locaties binnen de MRA.
Toch moet er nog veel werk worden geleverd om de 20%-ambitie te halen. In het Actieplan Houtbouw 2021-2025 zijn de stappen naar dit doel genoteerd, zoals uitgebreide case studies en onderzoeksrapporten, die al het begin van 2023 zijn gepubliceerd. Deze worden regelmatig bijgewerkt en gerving via het MRA-kenmerkenportaal.
Aangezien de doelstelling ligt in 2025, is er van alles te vertellen nu, in de jaren die erna volgen. Het Green Deal Convenant streeft immers naar langdurig stappenplan, waarin houtbouw een blijvende component wordt in de bouwsector in de regio Amsterdam.
Conclusie
De Green Deal Convenant Houtbouw van de Metropoolregio Amsterdam brengt samenwerking en ambities met zich mee. Door de krachten van overheden, marktpartijen en kennisinstellingen te bundelen, wordt duurzamere houtbouw mogelijk en ondersteund. Het doel is om 20% van de woningbouwprojecten vanaf 2025 in hout te realiseren, en heeft concrete maatregelen op het vlak van kennis, locaties, regelgeving en communicatie.
Hoewel houtbouw uitdagingen blijft met betrekking tot beperkte bekendheid, infrastructuur en wetgeving, levert het initiatief ook aanzienlijke voordelen op voor bewoners, milieu en de bouwsector als geheel. Het is een essentieel onderdeel van de transformatie naar het bouwen in een klimaatneutrale toekomst.
Bronnen
Related Posts
-
Houtbouw in Nederland: Uitdagingen, Initiatieven en Kansen voor Duurzame Constructie
-
Salaris en Carrièremogelijkheden als Houtbouwer in Nederland
-
Zaanse Houtbouw: Erfgoed en Technieken van een Unieke Bouwtraditie
-
Karaktervolle Houtbouw voor Jouw Project: RR Houtbouw B.V. Stadskanaal
-
Bouwen met hout: De diensten van RPM Houtbouw Nederland B.V.
-
Risico’s van houtbouw voor bedrijven: Hoe verzekeraars omgaan met houtconstructies
-
Rijwielbedrijf ’t Fietshoekje en Houtbouw G. van der Wal: Twee Friese bedrijven met vakmanschap en kwaliteit
-
Houtbouw aanvragen bij Buitenpracht: Stijlvolle buitenverblijven op maat