CPE-bacteriën: Isolatiemaatregelen in de Zorg en Bouwsector

In de wereld van de volksgezondheid en bouw is het begrip "isolatie" op meerdere manieren van belang. Enerzijds verwijst het naar medische maatregelen om de verspreiding van infectieziekten te voorkomen, anderzijds naar bouwtechnische isolatie van gebouwen voor energie-efficiëntie. Dit artikel richt zich op CPE-bacteriën en de isolatiemaatregelen die in de zorgsector worden toegepast, en bespreekt tevens de relevantie hiervan voor de bouw- en renovatiesector.

Wat zijn CPE-bacteriën?

Carbapenemase-producerende Enterobacterales (CPE) zijn groepen bacteriën die een enzym genaamd carbapenemase kunnen produceren. Dit enzym breekt bepaalde veelgebruikte antibiotica af, waardoor deze antibiotica niet meer goed werken. Naast CPE bestaan er ook Carbapenemase-producerende Pseudomonas aeruginosa (CPPA) en Carbapenem-resistente Acinetobacter baumanii-calcoaceticus complex (CRAB). Bij deze laatste twee werken de betreffende antibiotica ook niet meer, vaak door hetzelfde carbapenemase-enzym, maar soms door andere oorzaken.

CPE-bacteriën worden voornamelijk aangetroffen in de darmen van mensen. CPPA- en CRAB-bacteriën kunnen daarnaast ook voorkomen in de luchtwegen of op de huid. De verspreiding van deze bacteriën kan plaatsvinden via direct contact, met name via de handen, of via indirect contact via bepaalde voorwerpen of oppervlakken.

De definitie van CPE is conform de vigerende NVMM-richtlijn Laboratoriumdetectie bijzonder resistente micro-organismen (BRMO). Deze definitie geldt voor zowel dragerschap (kolonisatie) als infectie, en voor zowel eerste vaststelling als herhaalde vaststelling van CPE.

Medische isolatie bij CPE-patiënten

Wanneer onderzoeken aantonen dat een persoon met CPE of VRE (Vancomycin-resistente Enterococci) is besmet, ook al is die persoon er niet ziek van, wordt de patiënt gedurende de hele hospitalisatieduur geïsoleerd verpleegd. Dit is een cruciale maatregel om verspreiding van deze resistente bacteriën te voorkomen.

Het isolatieproces omvat wekelijkse controles om te bepalen of de patiënt nog steeds met CPE of VRE is besmet. Wanneer de controles positief zijn, wordt de isolatie voortgezet. Bij negatieve resultaten wordt een nieuwe controle uitgevoerd. De isolatie wordt stopgezet wanneer drie opeenvolgende controles geen CPE of VRE hebben kunnen aantonen en de patiënt geen antibiotica gebruikte tijdens deze onderzoeken.

Criteria voor CPE-vrijverklaring

De definitie van eerste vaststelling van CPE is wanneer nog nooit eerder bij een persoon CPE is vastgesteld. Bij herhaalde vaststelling zijn er twee scenario's:

  1. Meer dan één jaar na de vorige vaststelling waarbij de persoon tweemaal opeenvolgend negatief getest is voor CPE, met een interval van minimaal 24 uur, en zonder antibioticagebruik in de 48 uur voor kweekafname.
  2. Meer dan één jaar na de vorige vaststelling waarbij er in de tussenliggende periode geen kweken zijn uitgevoerd.

Personen bij wie binnen één jaar na de vorige vaststelling opnieuw CPE wordt gevonden, zijn niet officieel CPE-vrij geweest en worden beschouwd als aanhoudend gekoloniseerd of geïnfecteerd, afhankelijk van de klachten.

Uitbraken en meldingsplicht

Uitbraken van dragerschap of infecties met Bijzonder Resistente Micro-Organismen (BRMO) in zorginstellingen dienen gemeld te worden bij Meldpunt Uitbraken en InfectieZiekten & BRMO (MUIZ) en bij het Signaleringsoverleg Zorginstellingen en AntiMicrobiële Resistentie (SO-ZI/AMR).

De zorginstelling kan gebruikmaken van de SRI-richtlijn BRMO en BRMO in de langdurige zorg. Bij uitbraken kan externe deskundigheid op het gebied van infectiepreventie of de GGD worden ingeschakeld voor een ondersteunende rol bij het voorkomen van verdere verspreiding van BRMO. Hierbij gaat het met name over de controle op hygiënemaatregelen en het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen. De primaire verantwoordelijkheid voor de uitbraakbestrijding ligt echter bij de instelling.

Maatregelen in de extramurale setting

In de extramurale setting (buiten zorginstellingen) wordt afgeraden om contactonderzoek te doen. Behoudens algemene voorzorgsmaatregelen zijn er geen specifieke maatregelen nodig in de extramurale context voor BRMO, met uitzondering van CPE.

Voor CPE in de extramurale setting geldt dat alle positief geteste personen gewezen moeten worden op de algemene voorzorgsmaatregelen. Zij dienen door de GGD geïnstrueerd te worden dat zij hun CPE-dragerschap melden bij contact met een zorgverlener of bij opname in een zorginstelling, totdat zij voldoen aan de criteria voor het beëindigen van de aanvullende maatregelen.

Indien de patiënt/cliënt de afgelopen 12 maanden in een zorginstelling heeft verbleven of thans verblijft, dan informeert de GGD de zorginstelling over de gevonden CPE.

Effectiviteit van algemene voorzorgsmaatregelen

In veel gevallen zullen dragers van resistente Enterobacterales geen infectie ontwikkelen, waardoor dragerschap slechts in beperkte mate wordt gedetecteerd. Het nemen van aanvullende maatregelen alleen bij personen waarvan dragerschap bekend is, heeft weinig zin, omdat verspreiding ook kan plaatsvinden via ongedetecteerde personen.

Zorgvuldig naleven van de algemene voorzorgsmaatregelen bij elke persoon, ongeacht of dragerschap bekend is, is daarom effectiever dan het nemen van aanvullende maatregelen alleen bij een selecte groep personen.

Infecties buiten het ziekenhuis

Infecties veroorzaakt door Acinetobacter spp., P. aeruginosa, E. faecium en C. auris worden buiten het ziekenhuis sporadisch aangetoond. Uitbraken onder de algemene bevolking zijn niet beschreven. Hoewel bekend is dat Candida auris ook specifiek de huid koloniseert, is de werkgroep van mening dat voor dit pathogeen in de thuissituatie geen uitzondering gemaakt dient te worden. Uitbraken van C. auris betreffen zorginstellingen en infecties met C. auris betreft vrijwel uitsluitend patiënten die zeer intensieve zorg ontvangen.

In de thuissituatie zijn er geen specifieke maatregelen nodig voor BRMO, met uitzondering van CPE. In ziekenhuizen en andere instellingen voor langdurige zorg geldt voor patiënten met BRMO een isolatiebeleid conform de SRI-richtlijn BRMO en de richtlijn BRMO in de langdurige zorg. Dat is buiten de instellingen meestal niet nodig, aangezien in de extramurale zorgsetting uitbraken met BRMO sporadisch voorkomen.

CPE en de bouwsector

Voor de bouw- en renovatiesector is het begrijpen van CPE en de gerelateerde isolatiemaatregelen van belang, met name bij werkzaamheden in zorginstellingen of bij renovaties van gebouwen die ooit als zorginstelling dienst hebben gedaan. Bouwvakkers kunnen in aanraking komen met CPE-bacteriën via besmette oppervlakken, vooral als zij werken in ruimtes waar recent CPE-patiënten verbleven.

De verspreiding van CPE-bacteriën kan plaatsvinden via direct contact, met name via de handen, of via indirect contact via bepaalde voorwerpen of oppervlakken. Bouwvakkers moeten daarom adequate hygiënemaatregelen nemen, waaronder regelmatig handenwassen en het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen wanneer dat nodig is.

Bouwmaterialen en infectiepreventie

Hoewel de bronnen geen directe link leggen tussen CPE-bacteriën en bouwmaterialen, is het wel relevant om te kijken hoe bepaalde bouwmaterialen kunnen bijdragen aan een hygiënische omgeving die de verspreiding van bacteriën kan beperken.

Isolatiematerialen spelen hierbij een rol. Kunststof isolatie zoals PIR, PUR, EPS en XPS zijn chemische hardschuimen op basis van aardolie. Deze lichte materialen isoleren goed en zijn ongevoelig voor vocht. Kunststof isolatieplaten zijn erg geschikt voor het isoleren van platte daken of voor het gebruik in vochtige omgevingen zoals gevels en kelders.

PIR-isolatie heeft een zeer hoge isolatiewaarde en is drukvast. Het dak blijft beloopbaar na de werken. PIR is brandwerend, vormvast en eenvoudig te verwerken. Gespoten PUR-isolatie is een duurzaam isolatiemateriaal wat in allerlei diktes kan worden aangebracht. Het schuim vult alle naden en kieren met een naadloze isolatie zonder koudebrug als resultaat. CPE verdeelt Soudafoam SPF O3 van Soudal, een gespoten PUR isolatie op basis van water. Hiervoor wordt gewerkt met erkende plaatsers.

EPS (geëxpandeerd polystyreen) en XPS (geëxtrudeerd polystyreen) zijn kunststof isolatieplaten met een waterafstotend karakter. Ze zijn verwant aan elkaar, maar hebben een ander productieproces en een andere structuur.

De keuze van bouwmaterialen kan van invloed zijn op de mogelijkheid om een oppervlak effectief te reinigen en te desinfecteren. Gladde, naadloze oppervlakken zijn over het algemeen gemakkelijker schoon te maken dan poreuze of ruwe materialen waar bacteriën zich kunnen ophouden.

Preventieve maatregelen voor bouwprofessionals

Bouwprofessionals die werken in zorginstellingen of in gebouwen die recent als zorginstelling hebben gefungeerd, moeten zich bewust zijn van de risico's op blootstelling aan CPE-bacteriën. Enkele preventieve maatregelen zijn:

  1. Volg de hygiëneprotocollen van de instelling waar u werkt.
  2. Draag persoonlijke beschermingsmiddelen wanneer dat wordt aanbevolen.
  3. Reinig en desinfecteer uw gereedschappen en materialen na gebruik.
  4. Was regelmatig en grondig uw handen, vooral voordat u eten raakt en na het werken in besmette omgevingen.
  5. Meld eventuele symptomen van infectie aan uw werkgever en arts.

Conclusie

CPE-bacteriën vormen een significant probleem in de zorgsector vanwege hun resistentie tegen veelgebruikte antibiotica. Medische isolatie van besmette patiënten is een cruciale maatregel om verspreiding te voorkomen. Hoewel CPE voornamelijk een zorggerelateerd probleem is, is het ook relevant voor de bouwsector, met name bij werkzaamheden in zorginstellingen.

De bouwsector kan bijdragen aan een veiligere omgeving door het kiezen van geschikte bouwmaterialen die gemakkelijk te reinigen zijn en door adequate hygiënemaatregelen te treffen. Bouwprofessionals moeten zich bewust zijn van de risico's en preventieve maatregelen nemen om blootstelling aan CPE-bacteriën te minimaliseren.

Bronnen

  1. UZA - CPE en VRE bacteriën
  2. CPE - Isolatie
  3. LCI RIVM - Richtlijnen BRMO
  4. RIVM - Antimicrobiële resistentie: CPE, CPPA, CRAB

Gerelateerde berichten