Isolatie-indicaties in de zorg: richtlijnen, toepassing en duur

In de moderne zorgsector is infectiepreventie een kernaspect om zowel patiënten als medewerkers te beschermen tegen het verspreiden van ziekteverwekkende micro-organismen. Een van de belangrijkste maatregelen binnen dit kader is de toepassing van isolatie-indicaties bij patiënten met infectieziekten of verdenking op ziekteverwekkende aandoeningen. In deze artikel geven we een overzicht van de huidige richtlijnen rondom isolatie-indicaties, inclusief de toepassing van verschillende isolatietypen, de duur van de isolatie en de impact op zowel de zorgpraktijk als de patiënt.


Inleiding

De richtlijn "Isolatie" is in 2024 ingevoerd als een geïntegreerde vervanging van diverse oudere WIP-richtlijnen, waaronder ‘Indicaties voor isolatie’, ‘Ventilatie isolatiekamers’, ‘Aerogene isolatie’, ‘Contactisolatie’, ‘Druppelisolatie’, ‘Strikte isolatie’ en ‘Onderzoek en behandeling van geïsoleerde patiënten’. Deze nieuwe richtlijn beoogt een duidelijke en consistente aanpak van isolatiemaatregelen binnen alle zorginstellingen, inclusief ziekenhuizen, verpleeghuizen, woonzorgcentra en voorzieningen voor kleinschalig wonen voor ouderen.

Het doel is om infectiepreventie te versterken, maar ook om de ervaring van de patiënt te verbeteren en de proportionaliteit van de maatregelen te waarborgen. De richtlijn richt zich daarbij op drie kernvragen: 1. Bij welke infectieziekten of micro-organismen is isolatie geïndiceerd? 2. Hoe lang dient de isolatie te duren om de verspreiding van infecties zoveel mogelijk te voorkomen? 3. Welke eisen gelden voor de infrastructuur, zoals isolatiekamers?

In het volgende deel van dit artikel zullen we deze vragen aan de orde stellen, inclusief de praktische toepassing in de zorgpraktijk.


Isolatie-indicaties per infectieziekte en micro-organisme

De richtlijn bevat een gedetailleerde tabel met isolatie-indicaties per ziekte of micro-organisme. Voorbeelden van infectieziekten waarbij isolatie geïndiceerd is, zijn acute luchtweginfecties, adenovirusinfecties, angina, bacteriële luchtweginfecties en multiresistente micro-organismen. De overdrachtsroutes en de duur van de isolatie zijn voor elk geval bepaald.

Voorbeelden uit de richtlijn

  • Acute luchtweginfectie (onbekende verwekker): Isolatie-indicatie geldt bij verdachte of bevestigde druppel- en contactoverdracht. De isolatie wordt opgeheven zodra de verdenking is vervallen of er geen verwekker met een isolatie-indicatie is aangetoond.

  • Adenovirusinfectie: Indicatie voor druppel- en contactisolatie. De isolatie duurt tot de patiënt volledig is hersteld.

  • Streptococcus pyogenes (angina): Isolatie-indicatie geldt voor druppel- en contactoverdracht. De isolatie duurt tot 24 uur na start van de effectieve therapie.

  • Bacteriële luchtweginfecties met multiresistente micro-organismen: Isolatie-indicatie geldt voor druppel- en contactoverdracht. De duur hangt af van klinisch herstel.

  • Meningokokken (Neisseria meningitis): Isolatie-indicatie geldt voor druppel- en contactoverdracht. De duur is tot 24 uur na start van de effectieve therapie.

Deze voorbeelden tonen aan dat de richtlijn zich richt op zowel bekende als potentieel ziekteverwekkende micro-organismen, waarbij de duur en de toepassing van de isolatie-indicatie afhangt van de ziekteverloop en de risico-inschatting.


Typen isolatie en maatregelen

De richtlijn onderscheidt verschillende typen isolatie, waaronder aerogene, druppel- en contactisolatie. Elke vorm van isolatie heeft specifieke eisen inzake infrastructuur, persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) en maatregelen voor mobilisatie en bezoek.

Aerogene isolatie

Bij aerogene isolatie gaat het om infectieziekten die zich via kleine druppeltjes verspreiden, zoals tuberculose of RSV. Voor deze vorm van isolatie is een speciaal ontworpen islatiekamer nodig, waarbij aan eisen voor ventilatie, drukverschillen en positie van luchtroosters wordt voldaan. De werkgroep benadrukt dat er geen specifieke eisen zijn aan de kleding van de patiënt.

Voor patiënten in langdurige zorg met een indicatie voor aerogene isolatie wordt overleg vereist tussen de behandelende arts en een deskundige op het gebied van infectiepreventie. In sommige gevallen kan maatwerk worden aangeboden, terwijl in andere gevallen overplaatsing naar een instelling met isolatiekamer noodzakelijk kan zijn.

Druppel- en contactisolatie

Druppelisolatie is van toepassing op ziekten die zich verspreiden via grotere druppels, zoals griep of adenovirus. Contactisolatie is van toepassing op ziekten die zich verspreiden via direct contact of via oppervlakken (bijvoorbeeld MRSA). Beide vormen vereisen het gebruik van PBM, zoals handschoenen en beschermende kleding.


Mobilisatie en bezoek

Een patiënt in isolatie kan onder bepaalde voorwaarden mobiliseren, mits de juiste beschermingsmaatregelen worden genomen. Voor patiënten met aerogene isolatie is het vereist om bijvooreld een FFP2-mondneusmasker te dragen buiten de kamer. De richtlijn benadrukt dat mobilisatie een belangrijk aspect is voor de mentale en fysieke toestand van de patiënt.

Het bezoek aan een patiënt in isolatie is toegestaan, maar bezoekers moeten zich houden aan de afspraken rondom infectiepreventie. Voor aerogene isolatie is het gebruik van een FFP2-masker verplicht, waarbij het masker op wordt vóór het betreden van de kamer en af wordt na het verlaten. Bezoekers worden geadviseerd om de patiënt als laatste te bezoeken en daarna direct de instelling te verlaten.


Reinhoud en desinfectie

Een van de belangrijkste maatregelen bij isolatie is dagelijkse reiniging van de kamer en sanitair. Bij aerogene isolatie is dagelijkse reiniging voldoende, terwijl eindreiniging aan de meest aangeraakte oppervlakken en sanitair extra aandacht vereist. Na opheffen van de isolatie of bij ontslag is huishoudelijke eindreiniging meestal voldoende.

De richtlijn verwijst naar een aparte richtlijn voor reiniging en desinfectie van ruimten, die de precieze eisen en procedures beschrijft. Het is belangrijk dat zorginstellingen voldoen aan deze eisen om de verspreiding van micro-organismen te voorkomen.


Kosteneffectiviteit en proportionaliteit

Isolatie is niet alleen een technische of logistieke kwestie, maar ook een ethische en economische. De richtlijn benadrukt dat isolatie kosteneffectief kan zijn, maar dat dit niet altijd duidelijk is uit onderzoek. De meeste studies zijn heterogeen en van matige kwaliteit.

Er zijn studies die aantonen dat isolatiemaatregelen infecties voorkomen en zo kosten besparen (Graves, 2022; Puzniak, 2004), maar er zijn ook studies die deze opvatting in twijfel trekken (Cohen, 2015; Marra, 2018; Landelle, 2012; Bearman, 2018). De richtlijn benadrukt daarom de proportionaliteit van de maatregelen, wat betekent dat de voordelen van isolatie moeten worden afgewogen tegen de nadelen, zoals het risico op isolatie-gerelateerde psychische klachten en het middelenbeslag voor PBM.


Aanbevelingen en overwegingen

De richtlijn stelt duidelijke aanbevelingen op basis van een analyse van bestaande richtlijnen en richtlijnen van het Landelijk Coördinatie Infectieziektebestrijding (LCI). De richtlijn is ontworpen om een breed draagvlak in het veld te creëren, met betrokkenheid van relevante beroepsgroepen. De aanbevelingen zijn gericht op:

  • Het schalen van maatregelen bij verschillende micro-organismen en infectieziekten.
  • Het aanpassen van isolatieduur aan de ziekteverloop.
  • Het versterken van de samenwerking met andere richtlijnen, zoals Handhygiëne, BRMO en Reiniging en desinfectie.
  • Het informeren van patiënten over de genomen maatregelen.

De richtlijn benadrukt dat de patiënt een centrale rol speelt in het proces en moet worden geïnformeerd over het belang van de genomen maatregelen.


Conclusie

Isolatie-indicaties zijn een essentieel onderdeel van infectiepreventie in de zorg. De nieuwe richtlijn "Isolatie" biedt een geïntegreerde aanpak van isolatiemaatregelen, gericht op zowel technische eisen als ethische en psychologische overwegingen. De richtlijn benadrukt de noodzaak van proportionaliteit, waarbij de voordelen van isolatie moeten worden afgewogen tegen de nadelen. Bovendien is er een duidelijke focus op samenwerking tussen zorginstellingen en andere relevante partijen om de effectiviteit van de maatregelen te waarborgen.

Voor zorginstellingen en zorgverleners betekent deze richtlijn een duidelijk kader voor het toepassen van isolatiemaatregelen, gericht op zowel de bescherming van patiënten en medewerkers als op de kwaliteit van zorg. Voor patiënten betekent het een duidelijke verklaring van de maatregelen en een betere inzage in de redenen voor isolatie, wat kan bijdragen aan het voorkomen van angst en depressieve klachten.


Bronnen

  1. Richtlijn Isolatie: isolatie-indicatietabel
  2. SRI-richtlijn: Isolatie
  3. SRI-richtlijn Module 2.1
  4. Isolatie-indicaties
  5. Isolatie-indicaties

Gerelateerde berichten