Inleiding
Woningen die tussen 1982 en 1999 zijn gebouwd, vallen onder de categorie woningen die vanuit de bouw matig zijn geïsoleerd. Een woning uit het jaar 1985 valt hierin precies binnen. Tijdens deze periode werd de isolatie eis geleidelijk verhoogd, maar de praktijk liet vaak nog ruimte voor verbetering. De RC-waarde (warmteweerstand) was in deze periode beperkt vergeleken met huidige standaarden. Voor woningen uit 1985 geldt dat ze vaak wel enige vorm van isolatie bevatten, maar dat deze vaak niet voldoende is om aan moderne energieefficiëntie-eisen te voldoen.
In deze artikel geven we een overzicht van de typische isolatieproblemen in woningen uit 1985, de mogelijke maatregelen om de isolatie te verbeteren, en welke materialen geschikt zijn voor renovatieprojecten. Op basis van de beschikbare data worden ook enkele trends en ontwikkelingen besproken, zoals de toename van dubbel glas en de rol van het EPC (Energie Prestatie Coëfficiënt) in de bouw. Het doel is om een duidelijk en feitelijk overzicht te bieden aan eigenaren van woningen uit deze bouwperiode, zodat zij gericht en efficiënt kunnen isoleren.
Ontwikkeling van de isolatie-eisen in Nederland
De eisen voor isolatie in Nederland zijn geleidelijk verhoogd sinds de jaren 80. Dit is ook zichtbaar bij woningen uit 1985, die gebouwd zijn in de vroege fase van deze ontwikkeling.
RC-waarden
In 1983 was de minimale RC-waarde (warmteweerstand) voor de gevel 1,3 m²K/W. Tussen 1988 en 1992 is deze waarde geleidelijk opgelopen naar 2,5 m²K/W. Voor woningen uit 1985 geldt dus dat de RC-waarde waarschijnlijk rond 2,0 m²K/W lag. Dit is aanzienlijk lager dan de huidige standaard, die in 2015 bijvoorbeeld al 4,5 m²K/W voor de gevel was. Voor het dak was de minimale RC-waarde in 1985 ongeveer 3,5 m²K/W, terwijl de huidige eis 6,0 m²K/W bedraagt.
EPC-waarden
De EPC (Energie Prestatie Coëfficiënt) werd in 1995 opgenomen in het Bouwbesluit. Deze coëfficiënt geeft een maatstaf voor het energieverbruik van een woning. Hoe lager de EPC, hoe energiezuiniger de woning. In 1996 was de EPC voor woningen ongeveer 1,4, maar in 1998 was deze al verlaagd naar 0,8. Voor woningen uit 1985 zou de EPC-waarde dus waarschijnlijk hoger liggen dan die van woningen die gebouwd zijn in de jaren na 1995.
Samenvattend
Woningen uit 1985 zijn dus gebouwd in een tijd waarin de isolatie-eisen nog in de opbouw waren. De praktijk liet vaak nog ruimte voor verbetering, wat betekent dat woningen uit deze periode vaak slechts matige isolatie bevatten. Dit heeft gevolgen voor de energieprestatie, het comfort en de kosten van deze woningen.
Typische isolatieproblemen in woningen uit 1985
Woningen uit 1985 zijn meestal voorzien van een basisvorm van isolatie, maar deze heeft meestal nog ruimte voor verbetering. Uit de analyse van de beschikbare data valt op te maken dat de volgende problemen vaak optreden:
1. Ongesloten spouwmuurisolatie
Woningen uit de jaren 80 zijn vaak voorzien van spouwmuurisolatie, maar dit is vaak slechts deels geïsoleerd. De spouwmuren zijn vaak breed, maar niet volledig gevuld, waardoor er sprake is van koudebruggen en luchtlekken. Dit kan leiden tot tocht en warmteverlies.
2. Middelmatige dakisolatie
De dakisolatie in woningen uit 1985 is meestal aanwezig, maar niet optimaal. De dikte van de isolatie ligt vaak rond 5-7 cm, wat voldoet aan de minimale eisen van de tijd, maar verre van optimaal is. De huidige standaard ligt rond 10-15 cm of meer.
3. Verouderd glas
Woningen uit 1985 gebruiken vaak standaard dubbel glas in de woonruimten, maar in de bovenverdiepingen is nog vaak enkel glas gebruikt. Dit leidt tot verlies van warmte en onvoldoende isolatie op de glasoppervlakken.
4. Luchtlekken rond ramen en deuren
Zelfs woningen die in de jaren 80 zijn gebouwd, kunnen last hebben van luchtlekken rond ramen en deuren. Dit is vaak het gevolg van oude of slecht afgewerkte kozijnen, of verouderde dichtingsmaterialen.
5. Onvoldoende vloerisolatie
In veel woningen uit deze periode is er weinig of geen vloerisolatie aanwezig. Dit is vooral het geval bij woningen op de grondverdieping, waar de vloeren vaak slechts een laagje cement of beton bevatten.
Mogelijke isolatiemaatregelen voor woningen uit 1985
Op basis van de typische problemen die in woningen uit 1985 voorkomen, zijn er verschillende maatregelen die kunnen worden genomen om de isolatie te verbeteren. Deze maatregelen zijn gericht op het herstellen van bestaande isolatie en het aanbrengen van nieuwe isolatielagen.
1. Aanvullende spouwmuurisolatie
De spouwmuurisolatie in woningen uit 1985 is vaak slechts deels geïsoleerd. Dit kan worden opgelost door de open ruimte te vullen met moderne isolatiematerialen zoals minerale wol of PIR-platen. Deze materialen zijn geschikt voor ingrepen in bestaande spouwmuren en zorgen voor verbeterde isolatie.
2. Verbetering van de dakisolatie
De dakisolatie kan worden verbeterd door aanvullende lagen aan te brengen. Inwoners van woningen uit 1985 kunnen kiezen voor losse mineralen wol of vloeibare isolatie. Het doel is om de RC-waarde van het dak te verhogen naar minimaal 6,0 m²K/W, wat de huidige standaard benadert.
3. Vervanging van glas
De glasisolatie kan worden verbeterd door het vervangen van standaard dubbel glas door HR+ of zelfs tripel glas. Dit leidt tot een aanzienlijke verbetering van de warmteweerstand en vermindert het energieverbruik.
4. Verbetering van luchtdichtheid
Luchtlekken rond ramen, deuren en andere kritieke punten kunnen worden verholpen door het aanbrengen van tochtstrips, de herstelling van kozijnen of het gebruik van moderne dichtingsmaterialen. Deze maatregelen zorgen voor een betere luchtdichtheid en verminderen het tochtgevoel in de woning.
5. Vloerisolatie
Vloeren in woningen uit 1985 kunnen worden geïsoleerd met minerale wol, PIR of houtvezelmaterialen. Deze materialen zijn geschikt voor ingrepen in bestaande vloeren en zorgen voor een betere warmteopslag en warmteisolatie.
Geschikte isolatiematerialen voor woningen uit 1985
De keuze van het juiste isolatiemateriaal hangt af van de specifieke situatie in de woning en de gewenste maatregel. De beschikbare data bieden enkele voorbeelden van geschikte materialen:
1. Minerale wol
Minerale wol is een veelgebruikt materiaal voor dak- en spouwmuurisolatie. Het is geschikt voor ingrepen in bestaande constructies en biedt goede warmte-isolerende eigenschappen. Het is vooral geschikt voor situaties waar een relatief lage dikte van isolatie voldoende is.
2. PIR-platen
Polyisocyanaat (PIR) platen zijn krachtige isolatiematerialen die weinig ruimte innemen. Ze zijn vooral geschikt voor vloeren en muren waar ruimte een probleem kan zijn. Ze bieden een hoge warmteweerstand en zijn geschikt voor ingrepen in bestaande woningen.
3. Houtvezelisolatie
Houtvezelisolatie is een duurzaam alternatief dat goed werkt in combinatie met vochtregulatie. Het is geschikt voor dak- en wandisolatie en is vaak gekozen voor renovaties van oude of monumentale woningen. Het biedt een goede warmte-isolatie en is biologisch afbreekbaar.
Trends in isolatie en verduurzaming
De isolatiepraktijk in Nederland is in de afgelopen jaren sterk verbeterd. Uit de beschikbare data valt op te maken dat de volgende trends zich hebben ontwikkeld:
1. Toename van dubbel glas
In 2007 was bijna 85% van de woningen in Nederland voorzien van dubbel glas. In woningen uit 1985 is dit vaak slechts beperkt het geval, vooral in bovenverdiepingen. Het vervangen van enkel glas door HR+ of tripel glas kan een aanzienlijke verbetering opleveren.
2. Toename van isolatiemaatregelen
Het aantal woningen met isolatiemaatregelen is gestaag toegenomen, vooral door het isoleren van oude woningen en het bouwen van nieuwe woningen met hoge isolatie-eisen. Woningen die na 1980 zijn gebouwd, vormen tegenwoordig ongeveer 40% van de totale woningvoorraad. Deze woningen zijn meestal beter geïsoleerd dan huurwoningen.
3. Verlaging van de EPC
De EPC-waarden zijn gestaag verlaagd sinds 1995. In 1996 was de EPC ongeveer 1,4, in 2000 was deze al verlaagd naar 1,0, en tegen 2015 was de EPC zelfs verlaagd naar 0,4. Voor woningen uit 1985 is de EPC-waarde waarschijnlijk hoger, wat betekent dat isolatiemaatregelen een aanzienlijke invloed kunnen hebben op de energieprestatie van deze woningen.
Conclusie
Woningen uit 1985 zijn gebouwd in een tijd waarin de isolatie-eisen in opbouw waren. Hoewel deze woningen vaak wel enige vorm van isolatie bevatten, is de praktijk vaak nog niet optimaal. Typische problemen zijn ongesloten spouwmuurisolatie, middelmatige dakisolatie, verouderd glas, luchtlekken en onvoldoende vloerisolatie. Door gerichte isolatiemaatregelen, zoals het aanvullen van spouwmuurisolatie, het verbeteren van de dakisolatie en het vervangen van glas, kan de energieprestatie van deze woningen sterk worden verbeterd. Geschikte isolatiematerialen zijn minerale wol, PIR-platen en houtvezelisolatie, afhankelijk van de situatie in de woning. De trends in isolatie en verduurzaming tonen aan dat het isoleren van woningen uit deze periode nog steeds rendabel en effectief is, vooral gezien de hoge EPC-waarden van deze woningen. Eigenaren van woningen uit 1985 kunnen met gerichte maatregelen een betere energieprestatie bereiken, wat leidt tot lagere kosten, beter comfort en een hogere waarde van de woning.