Tuberculose (TBC) is een besmettelijke ziekte die vooral via de luchtwegen wordt overgedragen. In het geval van open tuberculose, ook bekend als besmettelijke longtuberculose, is het noodzakelijk om aërogene isolatiemaatregelen toe te passen om de verspreiding van de ziekte te voorkomen. Dit artikel richt zich op de bouwkundige en hygiënische eisen die van toepassing zijn in de context van open tuberculose, gericht op zowel de bouw- en renovatiebranche als de zorgsector. Het betreft een technische en feitelijke weergave van de maatregelen en richtlijnen die vanuit de zorgsector worden genomen, waarbij bouwkundige voorzieningen zoals negatieve druk, sluisruimtes en ventilatiesystemen centraal staan.
Wat is open tuberculose?
Open tuberculose is een vorm van tuberculose waarbij de patiënt besmettelijk is en kan fungeren als bron van infectie. De ziekte ontstaat wanneer de bacterie Mycobacterium tuberculosis zich verspreidt naar de longen en de patiënt sputum (slijm) met de bacteriën hoest. Dit sputum bevat actieve tuberkelbacteriën die in de lucht zweven en anderen kunnen besmetten. De ziekte is te herkennen aan klachten zoals hoesten, bloed ophoesten, koorts, vermagering en nachtzweten.
Tuberculose kan op verschillende manieren voorkomen: - Besmettelijk (open) tuberculose: de patiënt hoest bacteriën uit en kan anderen besmetten. - Niet-besmettelijke (gesloten) tuberculose: de bacteriën zijn geïsoleerd in het lichaam en worden niet via de lucht verspreid.
In het geval van open tuberculose is het noodzakelijk om de patiënt in aërogene isolatie te plaatsen om de verspreiding van de ziekte te beperken. Aërogene isolatie betekent dat de patiënt op een aparte kamer verblijft, vaak met een specifieke bouwkundige voorziening zoals een negatieve luchtdrukruimte en een sluis die toegang beperkt. Deze maatregelen zijn van essentieel belang in de bouwsector, vooral bij het ontwerpen en bouwen van ziekenhuisafdelingen of isolatiekamers.
Bouwkundige eisen voor aërogene isolatie
In de context van open tuberculose zijn er specifieke bouwkundige eisen voor ruimtes waar patiënten in isolatie worden geplaatst. Deze eisen zijn niet alleen van belang in ziekenhuizen, maar ook in verpleeg- en verzorgingshuizen, wanneer de infrastructuur aanwezig is.
1. Eénpersoonskamer met sluis
Een patiënt met open tuberculose dient op een éénpersoonskamer te worden geplaatst. Deze kamer moet zijn uitgerust met een sluisruimte die als buffer dient tussen de kamer van de patiënt en de gang of andere ruimtes. Deze sluis beperkt de luchtuitwisseling en voorkomt dat besmettelijke bacteriën in andere delen van het gebouw terechtkomen.
De sluisruimte is een belangrijk bouwkundig element en moet voldoen aan bepaalde eisen: - De sluis moet voldoende ruim zijn om het passeren van medische apparatuur en persoonlijke beschermingsmiddelen mogelijk te maken. - Er dient een duidelijke instructie te zijn voor het gebruik van de sluis, inclusief het opzetten van filtermaskers en handhygiëne. - De sluis moet worden gecontroleerd op luchtdichte afsluiting om wisseling van luchtstromen te voorkomen.
2. Negatieve druk
Een van de kernmaatregelen in aërogene isolatie is het creëren van een negatieve luchtdruk in de kamer van de patiënt. Dit betekent dat de lucht van buiten de kamer (bijvoorbeeld de gang) naar binnen stroomt, terwijl de lucht uit de kamer niet naar buiten kan. Hierdoor wordt de verspreiding van besmettelijke bacteriën in andere delen van het gebouw beperkt.
De bouwkundige uitwerking van negatieve druk vereist: - Een goed afgesloten kamer met een luchtlekbestendige constructie. - Een luchtbehandelingssysteem dat lucht uit de kamer afzuigt en uitlaat. - Een beperkte hoeveelheid luchttoevoer via een specifieke luchtluif of luchtinlaat. - Een systeem dat continu controleert op drukverschillen en deze aanhoudend onderhoudt.
3. Ventilatie en luchtwisseling
De ventilatie in een ruimte met aërogene isolatie dient aan specifieke eisen te voldoen. De GGD en andere gezondheidsorganisaties hebben richtlijnen opgesteld over de benodigde luchtwisseling. In de meeste gevallen dient het aantal luchtwisselingen per uur (ACH) minimaal 6 te zijn voor algemene ruimtes, en 12 ACH in isolatiekamers. In wachtkamers en andere functieruimtes is een norm van 2-3 ACH meestal voldoende, tenzij het gebouw jaarlijks meer dan 5 bezoekers met longtuberculose ontvangt.
De bouw en renovatie van dergelijke ruimtes vereist een goed geïntegreerd ventilatiesysteem dat zowel luchtafzuiging als luchttoevoer ondersteunt. Bovendien kan overweging worden gemaakt met luchtdecontaminatie via UV-bestraling, als het bouwkundige ontwerp geen voldoende ventilatie toelaat.
4. Toegang en hygiëne
De toegang tot een ruimte met aërogene isolatie dient beperkt en goed te worden gereguleerd. Hierbij spelen bouwkundige aspecten zoals de locatie van de kamer, de afstand tot andere functionele ruimtes en het aantal toegangspunten een rol. In sommige gevallen is het zelfs nodig om een aparte ingang te ontwerpen voor het gebruik door medische medewerkers die persoonlijke beschermingsmiddelen dragen.
Bouwkundige hygiëneaspekten zijn hierbij essentieel: - Materiaalkeuze van wanden, vloeren en plafonds dient hygiënisch te zijn en eenvoudig schoon te maken. - Ruimtes mogen geen hoeken of nissen bevatten waar bacteriën zich kunnen nestelen. - De uitvoering van de sluis en de deuren dient luchtdicht te zijn om te voorkomen dat besmettelijke bacteriën via kieren of openingen terechtkomen in andere delen van het gebouw.
Isolatie in de praktijk: bouwkundige uitdagingen
Het bouwen van ruimtes die geschikt zijn voor aërogene isolatie kan uitdagingen opleveren, vooral in bestaande gebouwen. In veel verpleeg- en verzorgingshuizen zijn er bijvoorbeeld geen geschikte kamers aanwezig, waardoor het niet mogelijk is om aërogene isolatie toe te passen. In dergelijke gevallen wordt overleg aangegaan met de afdeling tuberculosebestrijding van de GGD om een alternatieve oplossing te zoeken, zoals tijdelijke isolatie in een ander gebouw of de aanpassing van de bestaande ruimte.
Aanpassingen in bestaande ruimtes om aërogene isolatie mogelijk te maken, kunnen onder meer het volgende omvatten: - Aanleg van een sluisruimte. - Installatie van een negatieve drukregelingssysteem. - Verbetering van de ventilatiecapaciteit. - Uitvoering van een hygiënisch interieur. - Uitvoering van een luchttoevoer- en afvoersysteem dat voldoet aan de eisen van de GGD.
Bouwkundige aandachtspunten bij nieuwbouw
Bij de bouw van nieuwe zorggebouwen is het verstandig om voorzieningen voor aërogene isolatie in het ontwerp te verwerken. Dit kan voorkomen dat na bouwstart aanzienlijke aanpassingen nodig zijn om isolatiekamers geschikt te maken. In nieuwbouwprojecten zijn de volgende aandachtspunten relevant: - Locatie van de isolatiekamer: Deze dient ver van andere functionele ruimtes te liggen om verspreiding van bacteriën te voorkomen. - Luchtbehandeling: Het luchtbehandelingssysteem dient voldoende capaciteit te hebben om luchtwisselingen te garanderen. - Negatieve druk: Het systeem dient te zijn uitgerust met een drukcontrolemodule om negatieve druk continu te monitoren. - Toegang en hygiëne: De toegang tot de isolatiekamer dient te zijn voorzien van een sluis en het interieur dient te voldoen aan hygiëne-eisen.
Aanvullende bouwkundige en hygiënische maatregelen
Naast het bouwen van de fysieke ruimte zijn er ook aanvullende maatregelen die van belang zijn: - Gebruik van FFP2-maskers: Deze worden gebruikt door medewerkers bij de toegang tot de kamer van de patiënt. - Handhygiëne: Het wassen en desinfecteren van handen is een basismaatregel om besmetting te voorkomen. - Wegwerpmateriaal: De ruimte dient te zijn voorzien van een 24-48 uurs voorraad aan wegwerpmateriaal om contact te beperken. - Signaalgeving: Aan de deur van de kamer wordt een isolatiekaart bevestigd om aan te geven welke maatregelen moeten worden genomen.
Conclusie
Open tuberculose vereist het toepassen van aërogene isolatiemaatregelen om de verspreiding van de ziekte te beperken. Deze maatregelen zijn sterk afhankelijk van de bouwkundige voorzieningen in de ruimte waar de patiënt zich bevindt. Het ontwerp en de bouw van isolatiekamers voldoen aan specifieke eisen, zoals het aanbrengen van negatieve druk, het aanleggen van sluisruimtes en het uitvoeren van een hygiënisch interieur. Deze eisen zijn niet alleen van belang in ziekenhuizen, maar ook in verpleeg- en verzorgingshuizen. Bij nieuwbouwprojecten is het verstandig om deze voorzieningen al in het ontwerp te verwerken om latere aanpassingen te voorkomen. In bestaande gebouwen is het soms nodig om aanzienlijke bouwkundige aanpassingen te maken om isolatiekamers geschikt te maken voor aërogene isolatie.