In de afgelopen jaren zijn er significante veranderingen opgetreden in de regelgeving rondom woningisolatie in Nederland. Deze wijzigingen zijn het gevolg van juridische uitspraken, zoals die van de Raad van State in januari 2023, die benadrukken dat ecologisch onderzoek en omgevingsvergunningen verplicht zijn bij isolatieprojecten die potentiële gevolgen hebben voor beschermde diersoorten zoals vleermuizen. Dit heeft geleid tot vertragingen in verduurzamingsprojecten en heeft opnieuw de noodzaak benadrukt om een evenwicht te vinden tussen energiebesparing en natuurbescherming.
Om deze balans te bewaren, zijn verschillende tijdelijke aanpakken geïntroduceerd, zoals de tijdelijke landelijke aanpak Natuurvriendelijk Isoleren (NVI), pre-SMP-aanpakken en gedoogbeleid op provinciaal niveau. Deze aanpakken zijn bedoeld om de isolatieproces te versnellen, zonder dat er direct een volledig Soortenmanagementplan (SMP) nodig is. Tegelijkertijd wordt er een zorgvuldige aanpak geadviseerd om vleermuizen en andere beschermde diersoorten te beschermen.
Deze artikel geeft een overzicht van de tijdelijke aanpakken, de voorwaarden waarbij isolatieprojecten nu mogelijk zijn en de rol van de overheid, woningeigenaren en isolatiebedrijven in deze transities. Daarnaast wordt ingegaan op alternatieve verblijfplaatsen, de natuurkalender en de rol van de technologie zoals eDNA in de detectie van vleermuizen.
Wat is de tijdelijke landelijke aanpak NVI?
De tijdelijke landelijke aanpak voor natuurvriendelijk isoleren (NVI) is een maatregel die sinds begin 2024 geldt en tot eind 2026 loopt. Het doel is om isolatieprojecten te versnellen zonder dat er direct een volledig Soortenmanagementplan (SMP) of pre-SMP nodig is, zolang er voldoende maatregelen worden genomen om vleermuizen en andere beschermde diersoorten te beschermen.
De NVI-aanpak is een samenwerking tussen de VNG, de overheid en IPO. Het biedt een tijdelijke oplossing tot er een landelijk of regionaal SMP is gemaakt. De aanpak beperkt het aantal woningen dat per jaar mag worden geïsoleerd, zodat er niet te veel impact op de natuur is. Deze aanpak is bedoeld voor grondgebonden particuliere koopwoningen in stedelijke gebieden.
Voorwaarden van de NVI-aanpak
De NVI-aanpak houdt een aantal voorwaarden in die strikt moeten worden nageleefd:
Natuurvriendelijke isolatiebedrijven: Alleen bedrijven die gecertificeerd zijn in natuurvriendelijk isoleren mogen de isolatie uitvoeren. Deze bedrijven zijn getraind in het volgen van de natuurkalender en het aanbrengen van beschermende maatregelen.
Natuurkalender: De isolatie mag alleen plaatsvinden buiten de kraam- en winterperiode. In deze periodes zijn vleermuizen en vogels kwetsbaarder. De exacte periodes worden bepaald door de provincie, meestal volgens de handreiking van de Provincie Utrecht.
Natuurvrij maken van de woning: Voor de isolatie moet de woning natuurvrij worden gemaakt. Dit gebeurt door exclusion flaps te plaatsen op gaten en kieren, waardoor dieren naar buiten kunnen, maar niet terug naar binnen. Na enkele dagen is de woning ‘natuurvrij’.
Alternatieve verblijfplaatsen: Er moeten kleine nestkasten of vleermuiskasten worden geplaatst op de gevel, zodat dieren een alternatieve plek hebben om te overwinteren of te broeden. Daarnaast moeten er ook grotere alternatieve verblijfplaatsen worden gerealiseerd, waarvoor de gemeente middelen ontvangt via het programma SPUK Versnellen Natuurinclusief Isoleren.
Jaarlijks percentage limieten: Het aantal woningen dat per CBS-buurt mag worden geïsoleerd is beperkt. In 2024 is dat maximaal 3%, in 2025 2% en in 2026 1%. Als het percentage niet volledig wordt gebruikt, kan het ‘resterende percentage’ worden overgedragen naar het volgende jaar. Het percentage wordt bijgehouden in een meldingsapplicatie. Als het percentage overschreden wordt, ontvangt het isolatiebedrijf een melding dat er in het betreffende gebied niet langer geïsoleerd mag worden.
De pre-SMP-aanpak
Neben de NVI-aanpak zijn ook pre-SMP-aanpakken ontwikkeld. Deze aanpakken zijn gericht op gemeenten die een tijdelijke omgevingsvergunning willen verkrijgen op basis van een pre-SMP (pre-Soortenmanagementplan). Dit is een voorlopige versie van het volledige SMP, dat later wordt opgesteld. De pre-SMP-aanpak is een alternatieve oplossing voor gemeenten die snel willen starten met isolatieprojecten, maar die nog niet helemaal klaar zijn met het opstellen van een volledig Soortenmanagementplan.
Voorwaarden van de pre-SMP-aanpak
Onder deze aanpak gelden bepaalde voorwaarden:
- De gemeente moet direct starten met de onderzoeken en voorbereiding voor een volledig SMP.
- De tijdelijke omgevingsvergunning is beperkt in tijd en toepassing.
- Isolatie mag alleen plaatsvinden onder strikte voorwaarden, zoals het gebruik van gecertificeerde isolatiebedrijven en het aanbrengen van alternatieve verblijfplaatsen.
De pre-SMP-aanpak is vooral gericht op gemeenten die op zoek zijn naar een tijdelijke oplossing tot er een volledig SMP beschikbaar is. Deze aanpak maakt het mogelijk om woningen te isoleren zonder dat iedere woningeigenaar apart een omgevingsvergunning moet aanvragen.
Gedoogbeleid per provincie
Naast de landelijke aanpakken zijn er ook tijdelijke gedoogbeleid op provinciaal niveau, zoals in Groningen en Drenthe. Deze beleidsregels zijn ontworpen om isolatieprojecten verantwoord te versnellen tot er een SMP of pre-SMP beschikbaar is.
Voorwaarden van het gedoogbeleid
In Groningen geldt bijvoorbeeld een gedoogbeleid dat woningeigenaren toelaat om hun woning te isoleren zonder een omgevingsvergunning of ecologisch onderzoek, zolang er aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
- Het isolatiebedrijf moet gecertificeerd zijn in natuurvriendelijk isoleren.
- De isolatie mag niet plaatsvinden tijdens kwetsbare perioden, zoals de kraam- en winterslaapperiode.
- Alternatieve verblijfplaatsen, zoals vleermuiskasten of nestkasten, moeten worden aangebracht.
Het gedoogbeleid in Groningen is tijdelijk en loopt tot eind 2026 of tot er een SMP beschikbaar is. Het biedt woningeigenaren een snelle en verantwoorde manier om hun woning te isoleren zonder langdurige administratieve procedures.
Alternatieve verblijfplaatsen
Een belangrijk onderdeel van de tijdelijke aanpakken is het aanbrengen van alternatieve verblijfplaatsen voor vleermuizen en vogels. Deze verblijfplaatsen zijn bedoeld om dieren een alternatief te bieden in het geval dat hun oude verblijfplaats door de isolatie wordt aangepast of vernietigd.
Soorten alternatieve verblijfplaatsen
- Nestkasten: Nestkasten zijn kleinere constructies die geschikt zijn voor vogels. Ze moeten op een geschikte hoogte op de gevel worden geplaatst en voldoen aan bepaalde normen.
- Vleermuiskasten: Deze kasten zijn speciaal ontworpen voor vleermuizen. Ze moeten aan bepaalde maatregelen voldoen, zoals de juiste oriëntatie, grootte en locatie.
- Grote alternatieve verblijfplaatsen: Voor zowel vogels als vleermuizen kunnen ook grotere verblijfplaatsen worden aangebracht. Deze verblijfplaatsen zijn vaak onderdeel van een langere strategie en worden gefinancierd via programma’s zoals de SPUK Versnellen Natuurinclusief Isoleren.
De verblijfplaatsen moeten zorgvuldig worden geplaatst en moeten voldoen aan de eisen van het tijdelijke beleid. In sommige gevallen worden de verblijfplaatsen ook door de gemeente of provincie aangebracht.
De rol van de woningeigenaar
De woningeigenaar heeft een actieve rol in het proces van natuurvriendelijk isoleren. Het is belangrijk om bij te dragen aan het beschermen van de natuur en tegelijkertijd te profiteren van energiebesparing.
Taken van de woningeigenaar
- Kies een gecertificeerd isolatiebedrijf: Het isolatiebedrijf moet gecertificeerd zijn in natuurvriendelijk isoleren. Deze bedrijven zijn getraind in het aanbrengen van alternatieve verblijfplaatsen en het volgen van de natuurkalender.
- Volg de natuurkalender: De isolatie mag alleen plaatsvinden buiten de kraam- en winterperiode. De woningeigenaar moet ervoor zorgen dat het isolatiebedrijf dit naleeft.
- Sta stil bij de invloed op de natuur: Het is belangrijk om bewust te zijn van de ecologische impact van het isolatieproject. De woningeigenaar kan bijvoorbeeld ervoor kiezen om alternatieve verblijfplaatsen aan te brengen of een pre-SMP aanpak te volgen.
De woningeigenaar kan ook contact opnemen met de gemeente om te informeren over beschikbare vergunningen of beleidsregels. In sommige gevallen kan de gemeente ook direct aangeven of er al een pre-SMP of SMP aan het worden opgesteld is.
De rol van de isolatiebedrijven
Isolatiebedrijven spelen een cruciale rol in de uitvoering van natuurvriendelijke isolatieprojecten. Ze moeten niet alleen de isolatie uitvoeren, maar ook zorgen voor het aanbrengen van alternatieve verblijfplaatsen en het naleven van de natuurkalender.
Verplichtingen van isolatiebedrijven
- Gecertificeerd in natuurvriendelijk isoleren: Alleen gecertificeerde bedrijven mogen meewerken aan isolatieprojecten onder de tijdelijke aanpakken. Deze certificering garandeert dat het bedrijf bekwaam is in het aanbrengen van alternatieve verblijfplaatsen en het volgen van de natuurkalender.
- Naleving van de natuurkalender: Het isolatiebedrijf moet ervoor zorgen dat de isolatie buiten de kraam- en winterperiode plaatsvindt. De exacte periodes zijn afhankelijk van de provincie.
- Aanbrengen van alternatieve verblijfplaatsen: Het isolatiebedrijf is verantwoordelijk voor het aanbrengen van nestkasten en vleermuiskasten. Deze verblijfplaatsen moeten aan de eisen van het tijdelijke beleid voldoen.
- Natuurvrij maken van de woning: Het isolatiebedrijf moet exclusion flaps aanbrengen op gaten en kieren, zodat dieren de woning kunnen verlaten, maar niet terug kunnen keren.
De isolatiebedrijven moeten ook ervoor zorgen dat ze binnen de limieten van het jaarlijkse percentage woningen blijven. De meldingsapplicatie houdt dit bij, en zodra het percentage is overschreden, ontvangt het bedrijf een melding dat er in het betreffende gebied niet langer geïsoleerd mag worden.
De rol van de overheid
De overheid speelt een belangrijke rol in het beheer en uitvoering van de tijdelijke aanpakken. Zowel de gemeente als de provincie zijn verantwoordelijk voor het opstellen van beleid en het faciliteren van isolatieprojecten.
Taken van de overheid
- Opstellen van beleid: De overheid is verantwoordelijk voor het opstellen van beleid rondom natuurvriendelijk isoleren. Dit omvat het opstellen van pre-SMP’s en SMP’s, het bepalen van de jaarlijkse percentages en het ontwikkelen van richtlijnen voor isolatiebedrijven.
- Financiële steun: De overheid biedt financiële steun aan gemeenten voor het aanbrengen van alternatieve verblijfplaatsen. Deze steun is onderdeel van programma’s zoals de SPUK Versnellen Natuurinclusief Isoleren.
- Controleren en toezicht houden: De overheid houdt toezicht op de uitvoering van de tijdelijke aanpakken. Dit omvat het controleren van de jaarlijkse percentages, het toezicht op het aanbrengen van alternatieve verblijfplaatsen en het controleren van de certificering van isolatiebedrijven.
- Informatie geven en informeren: De overheid informeert woningeigenaren en isolatiebedrijven over de beschikbare aanpakken en beleidsregels. Informatie kan worden gevonden op websites zoals www.natuurvriendelijkisoleren.nl en www.regionaalenergieloket.nl.
Technologie en innovatie in het proces
Neben traditionele maatregelen wordt ook gebruik gemaakt van innovatieve technologieën om het proces van natuurvriendelijk isoleren te versnellen en te verbeteren. Een voorbeeld is de eDNA-methode, die wordt gebruikt om de aanwezigheid van vleermuizen in spouwmuuren te detecteren.
eDNA-methode
De eDNA-methode maakt gebruik van DNA-afval dat dieren achterlaten in de spouwmuur. Door dit DNA te analyseren, kan worden bepaald of vleermuizen aanwezig zijn. Deze methode is sneller en minder invasief dan traditionele onderzoeken, zoals visuele inspecties of akoestische metingen.
De eDNA-methode wordt opgenomen in de landelijke aanpak en kan worden gebruikt om ecologisch onderzoek te versnellen. Het is een waardevolle tool voor woningeigenaren en isolatiebedrijven die snel willen starten met isolatieprojecten, maar die toch zeker willen zijn dat er geen vleermuizen in de woning verblijven.
Toekomstige ontwikkelingen
De tijdelijke aanpakken zijn bedoeld als een korte- tot middellange termijn oplossing. In de toekomst is het de bedoeling dat er een landelijke of regionale Soortenmanagementplan (SMP) beschikbaar is, waardoor isolatieprojecten voortgezet kunnen worden zonder dat er tijdelijke aanpakken nodig zijn.
Mogelijke ontwikkelingen
- Volledig SMP beschikbaar: Zodra het volledig SMP beschikbaar is, kan de tijdelijke aanpak NVI worden afgeschaft. Dan is het mogelijk om isolatieprojecten uit te voeren zonder dat er tijdelijke aanpakken of gedoogbeleid nodig zijn.
- Langere termijn beleid: De tijdelijke aanpakken kunnen worden uitgebreid tot langere termijn beleid, als het blijkt dat ze effectief zijn in het versnellen van isolatieprojecten zonder dat er negatieve gevolgen zijn voor de natuur.
- Nieuwe technologieën: De eDNA-methode en andere innovatieve technologieën kunnen worden verder ontwikkeld en toegepast in het proces van natuurvriendelijk isoleren. Dit kan het proces sneller en efficiënter maken.
Conclusie
De tijdelijke aanpakken voor natuurvriendelijk isoleren zijn een belangrijke stap in de richting van een duurzamere woningeigendom. Ze bieden woningeigenaren de mogelijkheid om hun woning te isoleren zonder dat er langdurige administratieve procedures nodig zijn, mits er aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Deze voorwaarden zijn bedoeld om vleermuizen en andere beschermde diersoorten te beschermen, terwijl tegelijkertijd de verduurzamingsdoelstellingen worden behaald.
De NVI-aanpak, pre-SMP-aanpakken en gedoogbeleid op provinciaal niveau vormen samen een gevarieerd pakket van opties voor woningeigenaren, isolatiebedrijven en gemeenten. Het is belangrijk om deze aanpakken goed te begrijpen en correct toe te passen, zodat het proces van natuurvriendelijk isoleren verantwoord en efficiënt verloopt.
Hoewel de tijdelijke aanpakken nu centraal staan, is het de bedoeling dat deze op de lange termijn worden vervangen door een volledig Soortenmanagementplan. Tegentijdig is er ruimte voor innovatie en technologie, zoals de eDNA-methode, die het proces van natuurvriendelijk isoleren kunnen ondersteunen.
Bronnen
- Tijdelijke aanpak NVI - VNG
- Nieuwe regels rondom spouwmuurisolatie particulieren - Regionaal Energieloket
- Soortenbescherming bij isoleren - VNG
- Tijdelijk gedoogbeleid voor woningisolatie - Provincie Groningen
- Spouwmuurisolatie zonder vleermuisonderzoek snel weer mogelijk - Eigen Huis
- Natuurvriendelijk isoleren in Drenthe - Provincie Drenthe