BRMO en isolatiemaatregelen in zorginstellingen: Aanbevelingen voor infectiepreventie

Inleiding

Bijzonder resistentie micro-organismen (BRMO) vormen een groeiend probleem in zorginstellingen. Deze micro-organismen zijn resistent tegen meerdere antibiotica, waardoor behandelingen lastiger worden en het risico op verspreiding toeneemt. Om dit risico te beperken, worden isolatiemaatregelen en andere infectiepreventieve praktijken toegepast in zorginstellingen.

Isolatie is een essentieel onderdeel van infectiepreventie en wordt toegepast bij patiënten die besmet zijn met BRMO of als BRMO-dragers worden geïdentificeerd. Het omvat het isoleren van patiënten in eenpersoonskamers, het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen, en aanvullende maatregelen zoals einddesinfectie van ruimtes. Deze maatregelen zijn niet alleen belangrijk om de verspreiding van BRMO te voorkomen, maar ook om zowel patiënten als zorgverleners te beschermen.

In deze artikel wordt ingegaan op de aanbevelingen, praktijken en toepassingen van isolatiemaatregelen bij BRMO-patiënten, gebaseerd op recente richtlijnen en studies. Het artikel biedt een overzicht van de voornaamste maatregelen en benadrukt de rol van zorgmedewerkers en bezoekers in de voorkoming van BRMO-transmissie.

Wat zijn BRMO en waarom zijn ze zo gevaarlijk?

BRMO staat voor "Bijzonder Resistente Micro-organismen". Deze term verwijst naar bacteriën en schimmels die resistent zijn tegen meerdere antibiotica, waardoor conventionele behandelingen minder effectief worden. In zorginstellingen is de verspreiding van BRMO een ernstig probleem, omdat zorgomgevingen dichtbevolkt zijn en het contact tussen patiënten, zorgverleners en omgeving groot is. Hierdoor is de kans op besmetting en verspreiding van BRMO aanzienlijk.

BRMO kunnen bijvoorbeeld worden overgedragen via handen van zorgmedewerkers die contact hebben met besmette patiënten of oppervlakken. Omdat BRMO bacteriën en schimmels soms niet uitscheidingsvrij worden uitgescheiden, blijven ze op het lichaam of in de omgeving aanwezig, wat het risico op nieuwe besmettingen vergroot. Hierdoor is het van essentieel belang om preventieve maatregelen toe te passen, zoals isolatie, handhygiëne, en het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen.

Isolatiemaatregelen in de zorg

Isolatie is een van de centrale maatregelen in de voorkoming van BRMO-transmissie. In zorginstellingen wordt isolatie toegepast op verschillende manieren, afhankelijk van de aard van het micro-organisme en de risico's voor verspreiding.

Éénpersoonskamer

De meest voorkomende vorm van isolatie is het isoleren van de patiënt in een éénpersoonskamer. Dit voorkomt direct contact tussen de patiënt en andere patiënten en vermindert het risico op besmetting via oppervlakken of lucht. In sommige gevallen wordt een gesluisde kamer met eigen sanitair en specifieke luchtbeheersing gebruikt, bijvoorbeeld bij micro-organismen zoals Acinetobacter baumannii of Candida auris.

Persoonlijke beschermingsmiddelen

Zorgmedewerkers die contact hebben met BRMO-patiënten gebruiken persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM). Dit omvat handschoenen, beschermmaskers, en soms ook beschermende kleding of ogenbescherming. Het doel is om de zorgverlener te beschermen tegen besmetting en om de verspreiding van BRMO via hun lichaam of handen te beperken.

Handschoenen zijn van groot belang bij direct contact met de patiënt of zijn omgeving. Echter, het is essentieel om na het uittrekken van de handschoenen handhygiëne toe te passen om eventuele besmetting van de handen te voorkomen. Handhygiëne volgens de vijf momenten (voor patiëntcontact, voor aseptische handelingen, na blootstelling aan lichaamsvochten, na contact met de patiënt, en na contact met de patiënt- of omgeving) is een kernmaatregel in infectiepreventie.

Gebruik van een mondneusmasker

Het gebruik van een mondneusmasker is afhankelijk van het type BRMO. Bij bepaalde micro-organismen, zoals Candida auris en Acinetobacter baumannii, wordt aanbevolen om een mondneusmasker te gebruiken bij zorgactiviteiten. Dit is vooral relevant als er sprake is van mogelijke aerogene verspreiding, waarbij micro-organismen via de lucht kunnen worden overgedragen. In andere gevallen is een mondneusmasker niet verplicht, maar het gebruik hangt af van de specifieke omstandigheden en richtlijnen van de zorginstelling.

Aanvullende infectiepreventiemaatregelen

Naast isolatie en persoonlijke beschermingsmiddelen zijn er andere maatregelen die worden toegepast in de voorkoming van BRMO-transmissie. Deze maatregelen zijn bedoeld om de omgeving en het zorgproces veiliger te maken.

Reiniging en desinfectie

Reiniging en desinfectie van de patiëntkamer en medische hulpmiddelen is een essentiële maatregel. In het geval van BRMO-patiënten is het reinigings- en desinfectiebeleid iets strikter dan normaal. Na het ontslag, overplaatsing of overlijden van een BRMO-patiënt wordt een einddesinfectie uitgevoerd. Deze maatregel zorgt ervoor dat eventueel aanwezige micro-organismen op oppervlakken worden vernietigd of tot een aanvaardbaar niveau worden verminderd.

Ook medische hulpmiddelen die in de kamer zijn gebruikt moeten worden verwijderd, vervangen of gedesinfecteerd. Dit is belangrijk omdat BRMO zich makkelijk aan oppervlakken kan hechten en door kan worden gegeven bij het gebruik van zulke hulpmiddelen.

Bezoekers en isolatie

Bezoekers van patiënten die in isolatie verkeren moeten zich aan bepaalde maatregelen houden. Bij aankomst op de afdeling wordt de bezoeker geïnformeerd over de voorzorgsmaatregelen die van toepassing zijn. In sommige gevallen is het nodig om handhygiëne te doen of persoonlijke beschermingsmiddelen te dragen.

Hoewel bezoekers geen zorgverleners zijn, kunnen ze een rol spelen in de verspreiding van BRMO. Daarom is het belangrijk om hen bewust te maken van het risico en hen te onderwijzen in de juiste preventieve stappen.

Rol van de zorgverlener

Zorgverleners zijn centraal betrokken bij de voorkoming van BRMO-transmissie. Hun naleving van infectiepreventiemaatregelen is van groot belang. De aanbevelingen voor zorgverleners zijn onder meer:

  • Handhygiëne volgens de vijf momenten
  • Gebruik van PBM bij contact met BRMO-patiënten
  • Isolatie van BRMO-patiënten in éénpersoonskamers
  • Reiniging en desinfectie van de kamer en hulpmiddelen
  • Aanpassing van zorgactiviteiten bij BRMO-patiënten

Het is verder belangrijk dat zorgverleners goed geïnformeerd zijn over BRMO en de maatregelen die van toepassing zijn. Opleiding en sensibilisatie kunnen helpen om naleving te vergroten en de kans op verspreiding te beperken.

Aanbevelingen op basis van het type BRMO

De aanbevelingen voor isolatie en infectiepreventie variëren afhankelijk van het type BRMO. Sommige micro-organismen vereisen extra voorzorgsmaatregelen, terwijl anderen voldoen aan de standaardrichtlijnen.

Acinetobacter baumannii

Voor Acinetobacter baumannii is een isolatiekamer met gesluisde luchtbeheersing aan te raden, aangezien dit micro-organisme zich mogelijk aerogeen verspreidt. Bovendien is het gebruik van een mondneusmasker aanbevolen bij zorgactiviteiten.

Candida auris

Candida auris is een schimmel die geassocieerd is met uitbraken in zorginstellingen. Ondanks het feit dat het niet duidelijk is dat het zich via de lucht verspreidt, is het aanbevolen om een isolatiekamer te gebruiken. Dit is onder andere vanwege het ziekmakend vermogen en de makkelijke overdraagbaarheid van deze schimmel.

Overige BRMO

Voor de overige BRMO is een standaard éénpersoonskamer met persoonsgebonden sanitair aan te raden. Hierbij zijn geen extra maatregelen nodig, behalve het naleven van de standaardrichtlijnen voor infectiepreventie.

Einddesinfectie en ruimtebeheer

Einddesinfectie is een belangrijk onderdeel van de infectiepreventie na het verlaten van de kamer door een BRMO-patiënt. Deze maatregel is nodig omdat de omgeving van de patiënt intensief gebruikt is en mogelijk sterk gecontamineerd kan zijn met BRMO. Einddesinfectie dient om eventueel aanwezige micro-organismen te vernietigen of tot een aanvaardbaar niveau te verminderen.

Naast einddesinfectie is het ook belangrijk om de ruimtebeheerprocedures in acht te nemen. Dit omvat het verwijderen van verouderde of besmette voorwerpen, het vervangen van zorgmaterialen en het uitvoeren van extra reinigingsactiviteiten bij noodzakelijke hergebruik van de kamer.

Conclusie

De voorkoming van BRMO-transmissie in zorginstellingen is van groot belang om de gezondheid van zowel patiënten als zorgverleners te beschermen. Isolatiemaatregelen vormen een kernaspect van deze voorkomingsstrategie. Het isoleren van BRMO-patiënten in éénpersoonskamers, het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen en het uitvoeren van einddesinfectie zijn essentiële stappen in de voorkoming van BRMO-verspreiding.

Daarnaast is het van belang dat zorgverleners goed geïnformeerd zijn over BRMO en de toepasselijke infectiepreventiemaatregelen. De aanbevelingen variëren per type BRMO en moeten afgestemd worden op de specifieke omstandigheden van de patiënt en de zorginstelling.

Tot slot is het belangrijk om te erkennen dat BRMO een groeiend probleem is in de zorg. Het vereist continue investering in opleiding, sensibilisatie en innovatie om effectieve preventiemaatregelen te ontwikkelen en toe te passen.

Bronnen

  1. Maartens Kliniek – BRMO en isolatie
  2. Richtlijnen database – Isolatie en infectiepreventiemaatregelen in zorginstellingen
  3. Antoniusziekenhuis – BRMO en isolatiemaatregelen

Gerelateerde berichten