Wat is het Bruto Vloeroppervlak van een Kelder en Hoe Wordt Dit Bepaald?

Het begrip bruto vloeroppervlak (BVO) wordt vaak gebruikt in de bouw- en vastgoedsector om de totale oppervlakte van een gebouw te bepalen. Dit omvat alle overdekte ruimtes, inclusief muren, kolommen, trappenhuizen en liftschachten. Bij het bepalen van het BVO wordt de oppervlakte van de vloeren gemeten langs de buitenomtrek van de scheidingsconstructies. In dit artikel zullen we in detail uitleg geven over wat het BVO van een kelder is, hoe dit wordt bepaald, en welke factoren hierbij een rol spelen.

Wat valt er onder het bruto vloeroppervlak van een kelder?

Het BVO van een kelder omvat de oppervlakte van alle overdekte ruimtes binnen de kelder, inclusief muren, kolommen, en andere structurele elementen. Dit is belangrijk omdat het BVO gebruikt wordt om de totale oppervlakte van een gebouw te bepalen, waarmee ook de waarde van het onroerend goed kan worden bepaald.

Volgens de bronnen is het BVO van een kelder bepaald aan de hand van de NEN 2580, een Nederlandse norm voor de oppervlakten en inhouden van gebouwen. Hierbij wordt de oppervlakte van een kelder als volgt bepaald:

  • De oppervlakte wordt gemeten langs de buitenaan de buitenmuur.
  • De scheidingsconstructies zoals muren en kolommen worden meegerekend.
  • De oppervlakte van een trapgat, liftschacht, of leidingschacht wordt meegerekend, mits deze groter zijn dan 0,5 m².
  • Nissen, uitsparingen en uitspringende bouwdelen met een grondvlak kleiner dan 0,5 m² worden genegeerd.

Daarnaast wordt de oppervlakte van een vrijstaande uitwendige kolom, indien deze groter is dan 0,5 m², ook meegerekend bij de berekening van het BVO.

Hoe wordt het BVO van een kelder bepaald?

De berekening van het BVO van een kelder gebeurt op basis van de volgende stappen:

Stap 1: Bepaal de oppervlakte van de ruimtes in de kelder

De eerste stap bij het bepalen van het BVO van een kelder is het bepalen van de oppervlakte van de ruimtes binnen de kelder. Dit gebeurt op basis van het bovenaanzicht op vloerniveau, dus de oppervlakte van de verticale projectie op het horizontale vlak.

De oppervlakte van de kelder wordt bepaald door de lengte en breedte van de ruimte te vermenigvuldigen. Bijvoorbeeld: een kelder met een lengte van 10 meter en een breedte van 8 meter heeft een oppervlakte van 80 m². Daarnaast moet ook de dikte van de buitenmuren worden meegerekend.

Stap 2: Trek de niet-meewerkende ruimtes af

In sommige gevallen worden bepaalde ruimtes niet meegerekend bij de berekening van het BVO. Dit geldt bijvoorbeeld voor:

  • Schalmgaten, trapgaten, of vide met een oppervlakte groter dan 4 m².
  • Liftschachten.
  • Leidingschachten met een horizontale doorsnede groter dan 0,5 m².
  • Nissen, uitsparingen of uitspringende bouwdelen met een grondvlak kleiner dan 0,5 m².
  • Dragende binnenwanden, die niet meegerekend worden bij de berekening van het BVO.

Stap 3: Bereken het BVO van de kelder

Na het bepalen van de oppervlakte van de ruimtes en het af trekken van de niet-meewerkende ruimtes, kan het BVO van de kelder worden berekend. Hierbij wordt ook rekening gehouden met de oppervlakte van de scheidingsconstructies.

Stap 4: Tel de BVO van alle kelders op

Als er meerdere kelders zijn, dan wordt het BVO van elke kelder apart bepaald en daarna opgeteld tot het totale BVO van het gebouw.

Wat telt er niet mee bij het BVO van een kelder?

Er zijn bepaalde ruimtes en constructies die niet meegerekend worden bij de berekening van het BVO van een kelder. Dit zijn onder andere:

  • Open ruimtes zoals balkons, dakterrassen en loggia’s.
  • Buitengebieden zoals tuinen en opslagruimtes.
  • Niet-toegankelijke ruimtes zoals kelders zonder toegang.
  • Gebouwgebonden buitenruimtes zoals terrassen en veranda’s.

Daarnaast wordt de oppervlakte van een liftschacht, trapgat, of leidingschacht niet meegerekend bij de berekening van het BVO van een kelder, tenzij deze groter is dan 0,5 m².

Hoe wordt het BVO van een kelder beïnvloed door de bouwvoorschriften?

De bouwvoorschriften kunnen het BVO van een kelder beïnvloeden, vooral als het om verdereindiging gaat. Bijvoorbeeld:

  • Een kelder zonder toegang wordt niet meegerekend in het BVO van een gebouw.
  • Een kelder met toegang wordt wel meegerekend, mits deze voldoet aan de vereisten voor bewoonbaarheid, zoals voldoende licht, ventilatie en toegankelijkheid.
  • Een kelder die gebruikt wordt als berging wordt niet meegerekend in het BVO van een gebouw, tenzij deze omgebouwd is tot een bewoonbare ruimte.

Voorbeeld van berekening van het BVO van een kelder

Stel, een kelder heeft een lengte van 10 meter en een breedte van 8 meter, en heeft een dikte van de buitenmuren van 0,5 meter. Dan wordt het BVO berekend als volgt:

  • Lengte: 10 m
  • Breedte: 8 m
  • Dikte van de buitenmuren: 0,5 m

De totale lengte wordt dan: 10 m + 0,5 m + 0,5 m = 11 m
De totale breedte wordt dan: 8 m + 0,5 m + 0,5 m = 9 m

Het BVO van de kelder is dan: 11 m × 9 m = 99 m²

Conclusie

Het BVO van een kelder is belangrijk bij het bepalen van de totale oppervlakte van een gebouw. Het omvat alle overdekte ruimtes binnen de kelder, inclusief muren, kolommen, en andere structurele elementen. Bij het bepalen van het BVO worden ook bepaalde ruimtes en constructies niet meegerekend, zoals schalmgaten, liftschachten en nissen met een grondvlak kleiner dan 0,5 m². De bouwvoorschriften bepalen ook of een kelder wel of niet meegerekend wordt bij het BVO van een gebouw. De berekening van het BVO van een kelder gebeurt op basis van de lengte en breedte van de ruimte, plus de dikte van de buitenmuren.

Bronnen

  1. Handelbouwadvies - Bruto vloeroppervlak
  2. IPLO - Regels voor activiteiten
  3. Joost De Vree - BVO
  4. Joost De Vree - Gebouwgebonden buitenruimtes
  5. Laminaat - Wat is de vloeroppervlakte
  6. Gebiedseconomie - Bruto vloeroppervlak
  7. Huiskeur - Bruto vloeroppervlak BVO
  8. Kavelwinkel Almere - Zelfbouwwoning ontwerpen

Related Posts