Gebruiksoppervlakte kelder: wat telt mee en wat niet?
Bij het bepalen van de gebruiksoppervlakte (GO) van een woning is de kelder een onderdeel dat veelal onderwerp is van discussie. In Nederland wordt de kelder opgenomen in de gebruiksoppervlakte als aan bepaalde criteria voldaan wordt. De regels zijn daarbij geregeld in de NEN 2580, een standaard die de bepaling van gebruiksoppervlaktes bepaalt. In dit artikel wordt uitgelegd op welke voorwaarden een kelder meetelt bij de gebruiksoppervlakte en wat er anders is in bepaalde situaties. De informatie is gebaseerd op gegevens uit meerdere bronnen, waaronder het BBL (Besluit bouwwerken leefomgeving), NEN 2580, en praktijkgerichte uitleg over hoe kelders worden gemeten.
Hoe wordt de gebruiksoppervlakte van een kelder bepaald?
De gebruiksoppervlakte (GO) van een kelder wordt bepaald volgens de NEN 2580, een norm die de manier beschrijft waarop oppervlaktes van gebouwen worden gemeten. Volgens deze norm moet de kelder aan bepaalde voorwaarden voldoen om in de gebruiksoppervlakte te worden opgenomen. De belangrijkste eisen zijn:
- Minimale hoogte: De kelder moet minstens 1,5 meter hoog zijn. Hierbij is het belangrijk om te onthouden dat de ruimte onder de trap ook meetelt, zelfs als de hoogte lager is dan 1,5 meter. Dit komt doordat het hier niet om een ruimte onder een dak gaat, maar onder een interne constructie, namelijk de trap.
- Toegankelijkheid: De kelder moet bereikbaar zijn via een vaste trap. Een tijdelijke ladder of een losse toegang telt niet mee.
- Gebruiksdoel: De kelder moet geschikt zijn als woonruimte, wat wil zeggen dat de ruimte goed verlicht is, geventileerd en afgewerkt is. Een kelder die alleen voor opslag wordt gebruikt, telt niet mee bij de gebruiksoppervlakte.
Bij het bepalen van de gebruiksoppervlakte wordt ook gekeken naar de structuur van de kelder. Als de kelder onderdeel is van een woonfunctie, dan telt deze mee in de 55% GBO/VG regel, wat belangrijk is bij het bepalen van de maximumoppervlakte voor woonruimte. Is de kelder echter bedoeld als overige inpandige ruimte, dan valt deze buiten deze regel.
Wanneer telt een kelder niet mee bij de gebruiksoppervlakte?
Hoewel een kelder meestal meetelt bij de gebruiksoppervlakte, zijn er wel uitzonderingen. De volgende situaties leiden er toe dat de kelder niet in de gebruiksoppervlakte wordt opgenomen:
- Te lage ruimte: Als de kelder lager is dan 1,5 meter, telt deze niet mee. Dit geldt echter niet voor ruimtes onder de trap, die toch meetellen.
- Geen vaste trap: Een kelder die alleen bereikbaar is via een tijdelijke ladder of een losse toegang, telt niet mee.
- Geen geschikt gebruik: Als de kelder alleen wordt gebruikt voor opslag, technische ruimtes of andere niet-woonfuncties, telt deze niet mee bij de gebruiksoppervlakte.
Een voorbeeld hiervan is een kelder die bedoeld is als opslagruimte of als technische ruimte, zoals een kelder met een warmtepomp of installaties. Deze ruimtes vallen onder de overige inpandige ruimte en telt niet mee bij de gebruiksoppervlakte van de woning.
De rol van de kelderkast in de gebruiksoppervlakte
Een kelderkast is een specifieke vorm van een kelder die vaak onder de trap of in een hoek van de kelder ligt. Deze ruimtes worden volgens de NEN 2580 wel meegerekend in de gebruiksoppervlakte, zelfs als de hoogte lager is dan 1,5 meter. Dit komt doordat het hier om een interne constructie gaat, namelijk de trap, en niet om een ruimte onder een dak of vloer.
In sommige gevallen kan de kelderkast ook een deel zijn van een grotere ruimte, bijvoorbeeld een kelder die een kast bevat die deels op de begane grond staat en deels doorloopt naar de kelder. In dat geval wordt het deel onder de trap wel meegerekend in de gebruiksoppervlakte, zelfs als de hoogte daar maar 50 centimeter is.
De invloed van daglicht en koekoek
Een kelder die overeenkomstig de NEN 2580 geschikt is als woonruimte, moet voldoen aan bepaalde eisen, waaronder daglichttoegang. Voor kelders gelden echter andere regels dan voor zolders. Bij zolders is het belangrijk dat er sprake is van een voldoende groot raamoppervlak, maar bij kelders is dit niet van toepassing. Een kelder kan dus meegaan in de gebruiksoppervlakte, ook als er geen raam is.
Echter, bij een kelder met een koekoek (een uitbouw die daglicht toevoegt) geldt een aparte regel. Een kelder met een koekoek telt mee als woonruimte, mits de koekoek minstens 2 meter hoog is en een vloeroppervlakte heeft van 4 m². Kleinere koekoeken tellen niet mee, net als vensterbanken.
Hoe wordt de gebruiksoppervlakte van een kelder berekend?
Bij de berekening van de gebruiksoppervlakte van een kelder wordt rekening gehouden met de vloeroppervlakte en de hoogte van de ruimte. De regels zijn als volgt:
- Vloeroppervlakte: De vloeroppervlakte wordt gemeten tussen de wanden die de ruimte omsluiten. Dit geldt ook voor ruimtes onder de trap, die wel meetellen, zelfs als de hoogte lager is dan 1,5 meter.
- Hoogte: De minimale hoogte voor een ruimte om mee te tellen is 1,5 meter. Bij schuine wanden wordt alleen het deel van de vloeroppervlakte meegenomen waar de hoogte minimaal 1,5 meter is.
- Toegankelijkheid: De ruimte moet toegankelijk zijn via een vaste trap. Een tijdelijke ladder telt niet mee.
Bij het meten van de gebruiksoppervlakte wordt ook gekeken naar de structuur van de kelder. Als de kelder onderdeel is van een woonfunctie, dan telt deze mee in de 55% GBO/VG regel, wat belangrijk is bij het bepalen van de maximumoppervlakte voor woonruimte. Is de kelder echter bedoeld als overige inpandige ruimte, dan valt deze buiten deze regel.
Voorbeelden van situaties
Hieronder volgen enkele voorbeelden van situaties waarin de kelder meegerekend wordt in de gebruiksoppervlakte:
- Een kelder met een vaste trap en een hoogte van 2 meter. In dit geval telt de kelder mee als gebruiksoppervlakte, mits de ruimte geschikt is voor woonfunctie.
- Een kelder met een kelderkast onder de trap. Ook als de hoogte daar maar 50 cm is, telt deze ruimte mee in de gebruiksoppervlakte, omdat het hier om een interne constructie gaat.
- Een kelder met een koekoek van 2 meter hoog en 4 m² oppervlakte. In dit geval telt de kelder mee als gebruiksoppervlakte, mits de ruimte geschikt is voor woonfunctie.
Conclusie
Een kelder telt mee bij de gebruiksoppervlakte van een woning als aan bepaalde voorwaarden voldaan wordt. De belangrijkste eisen zijn een minimale hoogte van 1,5 meter, toegankelijkheid via een vaste trap, en een geschikt gebruik als woonruimte. Kelders die alleen worden gebruikt voor opslag of technische ruimtes, telt niet mee bij de gebruiksoppervlakte. De regels zijn geregeld in de NEN 2580 en gelden voor alle soorten kelders, waaronder kelders met een kelderkast onder de trap of een koekoek. Bij twijfel is het verstandig om een gespecialiseerd bedrijf in te schakelen, zoals Het Inspectiehuis, dat gespecialiseerd is in het meten van inhouden en oppervlakten conform de NEN 2580.
Bronnen
- https://data-kracht.nl/telt-een-kelder-mee-voor-de-gebruiksoppervlakte-go/
- https://www.hetinspectiehuis.nl/nl/gebruiksoppervlakte-nen-2580
- https://iplo.nl/regelgeving/regels-voor-activiteiten/technische-bouwactiviteit/nieuwbouw/rijksregels/gebruiksoppervlakte-bbl/
- https://dutchrealtortraining.nl/blog/2024/12/18/kelders-meten-volgens-nen-2580-spelregels-uitgelegd/
- https://vkmakelaars.nl/blog/bouwkundig-advies/telt-een-kelder-of-souterrain-mee-als-woonoppervlakte/
- https://www.handelbouwadvies.nl/55-gbo-vg-regel-uitgelegd-hoe-kelder-en-zolder-meetellen/
- https://www.joostdevree.nl/shtmls/gebruiksoppervlakte.shtml
- https://www.proranje.nl/kennisbank/gebruiksoppervlakte-volgens-de-nen-2580-norm/
Related Posts
-
Jort Kelder over oorlogen en het verleden: een blik op historische en politieke context
-
Gertje wil niet naar de kelder: Interieurdesign en ruimtelijke oplossingen
-
Gert-Jan Kelder: Van brouwer tot ondernemer en sportbestuurder
-
Interieurontwerp en het gebruik van natuurlijke materialen in de kunst
-
Gerrit Kelder: Een Persoonlijk Verhaal uit Nijverdal
-
Gerrit Jan Kelder: Een historische figuur in de genealogie
-
Interieurontwerp en de invloed van kunstenaars: Een analyse van de collectie van Toon Kelder
-
Gerri Eickhof en Jort Kelder in het Achtuurjournaal: Toeval of een bewuste keuze?