Hoogte van kelders uit de jaren 60: een overzicht
De kelder is een onmisbaar onderdeel van veel woningen, vooral in de jaren 60 en 70. In die periode werden kelders vaak gebruikt als opslagruimte, maar ook als onderdeel van de woningbouw. De hoogte van kelders uit die tijd varieert, afhankelijk van de functie en de bouwperiode. In dit artikel wordt de hoogte van kelders uit de jaren 60 nader bekeken, inclusief aanbevelingen voor hergebruik en renovatie.
Kelderhoogte in de jaren 60
Uit de bronnen blijkt dat kelders uit de jaren 60 vaak een lage plafondhoogte hebben. In veel gevallen is de kelderhoogte tussen 2,20 meter en 2,50 meter. Dit is vooral het geval bij kelders die hoofdzakelijk als opslagruimte zijn gebruikt. In sommige gevallen zijn de kelders ook wat lager, bijvoorbeeld 2,10 meter, wat krap kan zijn voor een woning die ook als woonruimte kan worden gebruikt.
In bron 3 wordt opgemerkt dat een kelderhoogte van 2,20 meter voldoende is voor lampen en andere toestellen, maar dat het ruimtegevoel minder is dan wanneer de kelder een hogere hoogte heeft. In het geval van een kelder die als woonruimte moet worden gebruikt, is een minimale hoogte van 2,40 meter aan te raden. Dit is ook de aanbevolen hoogte voor kamers die als slaapkamers, hobbyruimtes of kantoorfuncties kunnen worden gebruikt.
In een discussie op een bouwforum wordt genoemd dat het verschil tussen een kelder van 2,20 meter en 2,50 meter in sommige gevallen slechts 500 euro kost, mits de oppervlakte van de kelder 150 m² is. Dit suggereert dat het opkaren van de kelderhoogte in bepaalde gevallen een redelijke kosteninbreuk kan opleveren, vooral als de kelder opnieuw wordt gebruikt.
Aanbevelingen voor kelders uit de jaren 60
Bij het hergebruiken van kelders uit de jaren 60 is het belangrijk om rekening te houden met de bouwperiode en de functie van de kelder. In veel gevallen zijn deze kelders nog steeds stevig en geschikt om opnieuw te gebruiken. In bron 1 wordt genoemd dat waterkelders uit de 17e eeuw nog steeds intact zijn en dat ze opnieuw kunnen worden gebruikt, mits het regenwater opnieuw wordt toegevoerd. Dit geldt ook voor kelders uit de jaren 60, mits de infrastructuur goed is.
Bij het opnieuw gebruiken van een kelder uit de jaren 60 is het belangrijk om de vochtproblematiek in de gaten te houden. In bron 4 wordt opgemerkt dat kelders uit de tweede helft van de negentiende eeuw vaak een kelderdek hebben met stalen l-balken, die roestgevoelig zijn. Dit kan ook van toepassing zijn op kelders uit de jaren 60, vooral als deze niet goed zijn geïsoleerd of als de bouwmaterialen van lagere kwaliteit zijn geweest.
Daarnaast is het belangrijk om te controleren of de kelder voldoende ventilatie heeft. In bron 5 wordt opgemerkt dat woningen uit de jaren ’60 en ’70 vaak weinig isolatie hebben en dat de ventilatie vanaf 1974 matig is toegepast. Dit betekent dat kelders uit die tijd vaak slecht geventileerd zijn, wat leidt tot vochtproblemen.
Bouwperiode en kwaliteit van kelders uit de jaren 60
De kwaliteit van kelders uit de jaren 60 is afhankelijk van het type woning en de bouwperiode. In bron 2 wordt opgemerkt dat woningen uit de periode 1970-1980 beter zijn dan die uit de jaren 1945-1970. Dit geldt ook voor kelders. In de jaren 60 is de bouw vaak gericht op het opbouwen van veel woningen in plaats van op kwaliteit. Dit kan ertoe leiden dat kelders uit die tijd minder stevig zijn dan die uit latere jaren.
In bron 5 wordt genoemd dat woningen uit de jaren ’60 en ’70 vaak een energielabel E of F hebben, wat wijst op een lage isolatie. Dit geldt ook voor kelders, die vaak slecht geïsoleerd zijn. Dit betekent dat kelders uit de jaren 60 vaak minder comfortabel zijn dan die uit latere jaren, tenzij ze zijn hersteld of geïsoleerd.
Aanpassingen en renovaties van kelders uit de jaren 60
Bij het hergebruiken van een kelder uit de jaren 60 is het belangrijk om eventuele aanpassingen en renovaties te overwegen. In bron 6 wordt opgemerkt dat woningen uit de jaren 1970-1980 vaak een verouderde elektrische installatie hebben, die niet meer aan de eisen van vandaag voldoet. Dit geldt ook voor kelders, die vaak niet goed geïsoleerd zijn en ook geen moderne ventilatie hebben.
In bron 7 wordt uitgelegd dat kelders uit de jaren ’30 tot ’60 vaak zijn voorzien van keramische materialen, zoals bakstenen en keramische pannen. Dit kan ertoe leiden dat er problemen zijn met vocht en scheuren in de vloer of muren. Dit is ook van toepassing op kelders uit de jaren 60, vooral als ze niet goed onderhouden zijn.
Bij renovaties is het belangrijk om te controleren of de kelder goed is afgesloten en of er sprake is van vochtproblemen. In bron 4 wordt opgemerkt dat het herstellen van een kelder vaak een uitdaging is, omdat de materialen die in die tijd zijn gebruikt, roestgevoeliger zijn dan moderne materialen.
Conclusie
Kelders uit de jaren 60 zijn vaak lage kelders, met een minimale hoogte van 2,20 meter, maar kunnen in veel gevallen opnieuw worden gebruikt. Bij het hergebruiken van deze kelders is het belangrijk om rekening te houden met de bouwperiode, de kwaliteit en eventuele renovaties. Kelders uit deze periode zijn vaak niet goed geïsoleerd en hebben een slechte ventilatie, waardoor ze vaak minder comfortabel zijn dan kelders uit latere jaren. Met een juiste renovatie en aanpassingen kunnen deze kelders echter weer een nuttige ruimte worden.
Bronnen
Related Posts
-
Kelderonderhoud en vochtbeheersing in de bouw
-
Spel in de kelder: ruimte en speelse leerervaringen
-
Donkere kelders: oorsprong, problemen en oplossingen
-
In de kelder is het donker: een liedje dat ruimtes en gevoelens verbindt
-
In de kelder is het donker: historische en culturele betekenis van een klassiek kinderlied
-
De betekenis van donkere kelders in interieurontwerp en psychologie
-
Kelder als opslagruimte: technieken, materialen en adviezen
-
Een kelder in de tuin bouwen: een overzicht van technieken, kosten en vergunningen