Of een kelder wel of niet meetelt als woonoppervlakte

De vraag of een kelder meettelt als woonoppervlakte is een veelgestelde vraag in de woningmarkt. Dit artikel bespreekt de regels en criteria die bepalen of een kelder wel of niet wordt meegerekend in de woonoppervlakte van een woning, gebaseerd op de informatie uit de bronnen. Het gaat hier om bouwkundige eisen, maatregelen voor leefbaarheid, en de rol van daglichttoetreding in de beoordeling van een kelder als woonruimte.

Wat is de woonoppervlakte?

Woonoppervlakte verwijst naar het deel van een gebouw dat daadwerkelijk bewoonbaar is. Dit omvat ruimtes zoals woonkamers, slaapkamers, keukens en badkamers. Woonoppervlakte wordt meestal gemeten exclusief muren, trappenhuizen, en niet-leefbare ruimtes zoals kelders en zolders, tenzij ze voldoen aan bepaalde leefbaarheidscriteria. In de praktijk betekent dit dat een kelder pas meetelt als woonoppervlakte als deze aan bepaalde eisen voldoet.

Wanneer telt een kelder mee als woonoppervlakte?

Een kelder telt alleen mee als woonoppervlakte als deze bouwkundig geschikt is als woonruimte. Dit betekent dat er goede ventilatie, verwarming en voldoende afwerking moet zijn om dat als aangename woonruimte te gebruiken. Een koude onafgewerkte betonvloer en vocht maakt het niet bouwkundig geschikt als woonoppervlakte. Ook als een kelder bijvoorbeeld echt bedoeld en gebouwd is als fietsenstallig of installatieruimte (met WTW-installatie, warmtepomp, etc.), dan gaat de term ‘woonoppervlakte’ niet op.

Een kelder kan echter als woonoppervlakte worden beschouwd als deze voldoet aan de eisen voor bewoonbaarheid, zoals voldoende licht, ventilatie en toegankelijkheid. Het is belangrijk om te weten dat een kelder die lager is dan 1,50 meter niet meetelt als woonoppervlakte. Daarnaast moet de ruimte minimaal 2 meter hoog zijn zonder dat je hiervoor moet hakken of breken. Als je in een bouwkundig geschikte kelder/souterrain bent, dan moet je met een meetapparaat minimaal 2 meter hoogte meten.

De rol van daglichttoetreding

Een van de belangrijkste factoren bij het beoordelen van een kelder als woonruimte is de hoeveelheid daglichttoetreding. Des te meer daglichttoetreding, des te fijner deze ruimte is om als woonruimte te gebruiken en des te kwalitatiever de kwaliteit van woonruimte in een huis is. Dit betekent dat een kelder met een goede daglichttoetreding meer waarde toevoegt dan een kelder zonder.

Echter, het bouwbesluit stelt een minimaal verplichte daklichttoetreding voor. Dat is echter niet relevant bij het mogen meetellen van woonoppervlakte bij kelders/souterrains. Is er in een kelder/souterrain helemaal geen daglichttoetreding (raam) dan zou de ruimte (mits voldaan aan de andere spelregels) wel gewoon mee mogen tellen als woonoppervlakte. De eis van de aanwezigheid en grootte van daglichttoetreding geldt overigens wel bij zolders.

Kelder of souterrain: wat is het verschil?

Er is sprake van een kelder als méér dan de helft van die etage zich onder straatniveau (‘het maaiveld’) bevindt. Dus stel de hoogte van de kelder is 2 meter hoog. Als de kelder 101 cm of meer dieper ligt dan het straatniveau, dan is er sprake van een kelder. Van een souterrain is juist sprake als méér dan de helft van de hoogte van die verdieping zich boven het straatniveau bevindt. Dus als die benedenverdieping 200 cm hoog is en daarvan bevindt 99 cm of minder zich onder het straatniveau, dan is er sprake van een souterrain.

Hoe bepaalt men de woonoppervlakte van een kelder?

Om te bepalen of een kelder mee telt als woonoppervlakte, moet worden gekeken naar de volgende criteria:

  • Minimale hoogte: De ruimte moet minimaal 2 meter hoog zijn zonder dat je hiervoor moet hakken of breken.
  • Leefbaarheid: De kelder moet bouwkundig geschikt zijn als woonruimte. Dit betekent goede ventilatie, verwarming en voldoende afwerking.
  • Lichtinval: Er moet voldoende daglichttoetreding zijn. Dit is echter niet altijd verplicht bij kelders.
  • Toegankelijkheid: De kelder moet toegankelijk zijn voor mensen. Een kelder die alleen via een huishoudladder of een verwijderbaar luik bereikbaar is, telt niet mee als woonoppervlakte.

Kelder als overige inpandige ruimte

Een kelder die niet aan de eisen voldoet om als woonoppervlakte te worden beschouwd, wordt meestal ingedeeld als overige inpandige ruimte. Dit zijn ruimtes die niet direct geschikt zijn als woonruimte, maar wel aan de woning vastzitten. Overige inpandige ruimtes omvatten bijvoorbeeld bergingen, garages, fietsenstallingen en kelders. Deze ruimtes worden niet meegerekend in de woonoppervlakte, tenzij ze zijn omgebouwd tot bewoonbare ruimtes en voldoen aan de nodige leefbaarheidseisen.

Kelder en de 55% GBO/VG regel

De 55% GBO/VG regel houdt in dat maximaal 55% van het gebouw mag worden gebruikt als woonfunctie. Als een kelder wordt gebruikt als leefruimte, en wonen als gebruiksfunctie heeft, wordt de kelder meegenomen in de 55% GBO/VG regel. De kelder wordt niet meegenomen in deze regel als het een overige inpandige ruimte is en een overige gebruiksfunctie heeft die niet geschikt is als leefruimte.

Conclusie

De vraag of een kelder meetelt als woonoppervlakte hangt af van meerdere factoren, waaronder de bouwkundige toestand, de hoogte, de daglichttoetreding en de toegankelijkheid. Een kelder telt alleen mee als woonoppervlakte als deze aan bepaalde eisen voldoet. Daarnaast is het belangrijk om te weten dat een kelder die niet aan de eisen voldoet, meestal wordt ingedeeld als overige inpandige ruimte. Dit artikel geeft een overzicht van de criteria en regels die bepalen of een kelder wel of niet wordt meegerekend in de woonoppervlakte van een woning.

Bronnen

  1. Kelder of souterrain: woonoppervlakte?
  2. Kelder en zolder: hoe meet je woonoppervlakte?
  3. Wat is de woonoppervlakte van een woning?
  4. Hoe bereken je de woonoppervlakte van je huis?
  5. Overige inpandige ruimte: wat is dat?
  6. Informatie over het piment Infinity Chili
  7. Handleiding voor het bepalen van woonoppervlakte
  8. Infinity Chili: het meest hete peperon in de wereld

Related Posts