Aansluiting op de openbare riolering: Eisen en aandachtspunten

In de bouwverordening van Delft worden specifieke eisen gesteld aan de aansluiting van gebouwen op de openbare riolering. Deze regels zijn van belang voor zowel bouwbedrijven als architecten, aangezien ze een cruciale bijdrage leveren aan de hygiëne, het milieu en de veiligheid in woningen en andere gebouwen. In dit artikel wordt ingegaan op artikel 5.3.4 van de Bouwverordening, dat zich bezighoudt met de eis tot aansluiting aan de openbare riolering. Daarnaast worden andere relevante aandachtspunten behandeld, zoals het gebruik van materialen, de afvoer van afvalwater en de afstemming op de wettelijke eisen.

Aansluiting op de openbare riolering

Artikel 5.3.4 van de Bouwverordening bepaalt dat wanneer een gebouw zich op een afstand van meer dan 40 meter van een openbaar riool bevindt, bepaalde voorwaarden moeten worden nagekomen. Dit artikel is van toepassing op gebouwen die geen directe aansluiting hebben op de openbare riolering. De regelgeving stelt eisen aan de afvoer van afvalwater en de afvoer van faecaliën, zodat de hygiëne en het milieu worden gewaarborgd.

In de praktijk betekent dit dat bij een gebouw dat zich op grotere afstand van een openbaar riool bevindt, een alternatief systeem moet worden gebruikt voor de afvoer van afvalwater. Dit kan bijvoorbeeld een rottingput zijn, die voldoet aan de gestelde eisen. Ook moet het afvalwater op een manier worden afgevoerd, zodat er geen verontreiniging van water, bodem of lucht optreedt. Dit is van belang om de gezondheid van de gebruikers en het milieu te beschermen.

Aansluiting anders dan aan de openbare riolering

Artikel 5.3.5 van de Bouwverordening bepaalt dat er ook andere vormen van aansluiting zijn dan aan de openbare riolering. Hierbij kan het gaan om de aansluiting van een gebouw op een privé-riolering of een andere vorm van afvoer. In deze gevallen gelden bepaalde voorwaarden. Bijvoorbeeld:

  • Voor de opvang van faecaliën, afkomstig uit toiletten met waterspoeling, moet een doeltreffende rottingput met een doeltreffende aansluitleiding naar die toiletten aanwezig zijn, tenzij de faecaliën voor agrarische bedrijfsdoeleinden worden gebruikt.
  • Voor de opvang van faecaliën, afkomstig uit toiletten zonder waterspoeling, moeten een doeltreffende beerput zonder overstort, een doeltreffende gierput of een doeltreffende rottingput met overstort aanwezig zijn, alsmede een doeltreffende aansluitleiding tussen die toiletten en de genoemde put, tenzij op andere zodanige wijze wordt geloosd dat geen verontreiniging van water, bodem of lucht kan optreden.
  • Leidingen voor de afvoer van hemelwater en voor de afvoer van afvalwater zonder faecaliën, alsmede overstorten van rottingputten moeten zodanig lozen dat geen verontreiniging van water, bodem of lucht kan optreden.

Dit betekent dat bij het ontwerpen van een gebouw, waarbij geen openbare riolering beschikbaar is, er aandacht moet worden besteed aan de afvoer van afvalwater. Het is belangrijk om de juiste materialen en constructies te kiezen om te voldoen aan de gestelde eisen.

Aansluiting op de nutsvoorzieningen

Naast de riolering is ook de aansluiting op andere nutsvoorzieningen van belang. Dit zijn onder meer de aansluiting op het waterleidingnet, het elektriciteitsnet en het aardgasnet. In artikel 5.3.1 tot 5.3.3 van de Bouwverordening worden deze eisen uitgebreid beschreven. Hierbij gaat het onder andere om de hoeveelheid water, het elektriciteitsverbruik en de veiligheid van de aansluiting.

Voor de aansluiting op het waterleidingnet is het belangrijk om te controleren of de waterdruk voldoende is om te voldoen aan de behoeften van het gebouw. Bijvoorbeeld bij woningen met meerdere verdiepingen is een hogere waterdruk nodig. Ook moet worden gekeken naar de afstand tot de waterleiding en de mate van beschadiging van de leidingen. Bij een afstand groter dan 40 meter kan het nodig zijn om een aparte wateropslag aan te brengen.

Bij de aansluiting op het elektriciteitsnet is het belangrijk om rekening te houden met het elektriciteitsverbruik van het gebouw. Dit kan variëren per gebruik, zoals verwarming, koeling, verlichting en huishoudelijke apparaten. Bij het ontwerpen van een gebouw moet rekening worden gehouden met de hoeveelheid elektriciteit die nodig is om het gebouw te laten werken. Ook moet worden gekeken naar de veiligheid van de aansluiting, bijvoorbeeld door de juiste kabels en aansluitpunten te kiezen.

Bij de aansluiting op het aardgasnet is het belangrijk om rekening te houden met het gasverbruik en de veiligheid van de aansluiting. Dit kan bijvoorbeeld de verwarming of keukenapparatuur zijn. Ook moet worden gekeken naar de afstand tot het aardgasnet en de mate van beschadiging van de leidingen. Bij een afstand groter dan 40 meter kan het nodig zijn om een aparte gasopslag aan te brengen.

Veiligheid en milieu

Bij het ontwerpen van een gebouw moet rekening worden gehouden met de veiligheid van de gebruikers en het milieu. Dit betekent dat de afvoer van afvalwater en de afvoer van faecaliën op een veilige manier moet plaatsvinden. Ook moet worden gekeken naar de invloed op het milieu, bijvoorbeeld door de afvoer van afvalwater op een manier te laten plaatsvinden die geen verontreiniging van water, bodem of lucht veroorzaakt.

Daarnaast is het belangrijk om rekening te houden met de veiligheid van de gebruikers bij het gebruik van de riolering. Dit kan bijvoorbeeld betrekking hebben op de afstand tot de openbare riolering, de mate van beschadiging van de leidingen en de kwaliteit van de aansluiting. Ook moet worden gekeken naar de toegankelijkheid van de riolering voor onderhoud en reparaties.

Samenvattend

De aansluiting op de openbare riolering is een cruciale factor bij het ontwerpen van een gebouw. Artikel 5.3.4 van de Bouwverordening stelt eisen aan de afstand en de afvoer van afvalwater. Daarnaast zijn er ook andere vormen van aansluiting beschikbaar, zoals de aansluiting op een privé-riolering. Bij het ontwerpen van een gebouw moet worden gekeken naar de aansluiting op andere nutsvoorzieningen, zoals het waterleidingnet, het elektriciteitsnet en het aardgasnet. Ook moet worden gekeken naar de veiligheid en het milieu bij de afvoer van afvalwater en de afvoer van faecaliën.

Bronnen

  1. Bouwverordening Deel 2 2010
  2. Bouwverordening Delft na 12e wijziging
  3. Regeling vervallen per 28-11-2019
  4. Bouwverordening Delft
  5. Bouwverordening Delft – Toelichting

Related Posts