Afschot riolering: Hoe het juiste verval bepaalt wordt voor optimale afvoer

Bij het aanleggen van een rioleringssysteem speelt het afschot een cruciale rol. Het afschot bepaalt hoe het afvalwater efficiënt en zonder verstoppingen van de afvoer naar het gemeentelijke rioleringssysteem of de septic tank kan stromen. In dit artikel bespreiden we de belangrijkste aspecten rond het afschot van rioleringen, met name in relatie tot het toilet. De informatie is gebaseerd op de opgesomde bronnen en richt zich op zowel technische als praktische kanttekeningen.

Wat is het afschot van een riolering?

Onder afschot wordt verstaan een bewust aangebrachte helling van een leiding of afvoer om ervoor te zorgen dat een vloeistof afloopt of wegloopt. Vaak wordt het afschot aangegeven in centimeters per meter dat het afwijkt naar beneden in vergelijking met waterpas. In een rioleringssysteem zorgt een correct afschot ervoor dat het afvalwater zichzelf kan verplaatsen, zodat het niet stilstaat of zich ophoopt in de buis.

Het is belangrijk om te weten dat een te groot afschot leidt tot te snelle stroming van het water, wat kan leiden tot het meenemen van zware bestanddelen, zoals ontlasting, wat op den duur kan resulteren in verstoppingen. Een te klein afschot kan daarentegen leiden tot het neerslaan van vaste stoffen en dus ook tot verstoppingen.

Aanbevolen afschot voor rioleringen

Volgens de richtlijnen van de NTR 3215 moet het afschot van liggende verzamelleidingen voor afvalwaterrioleringen liggen tussen 5 mm/m en 20 mm/m. Het wordt aanbevolen om een afschot van 10 mm/m aan te houden, omdat dit gemakkelijk te onthouden en te controleren is. Dit biedt ook een bepaalde marge ten opzichte van het minimum-afschot.

Voor rioleringen in keukens wordt vaak een groter afschot van 20 mm/m aangehouden, om te voorkomen dat vet neerslaat op de binnenkant van de buis. Bij regenwaterleidingen is het afschot minder belangrijk voor verstoppingen, maar wel voor de capaciteit. Desondanks wordt een minimum afschot van 5 mm/m geadviseerd om plasvorming te voorkomen.

Afschot en sanitairtoestellen

Het toilet is het meest bepalende toestel voor volumestromingen. Bij het aanbrengen van een toilet is het belangrijk dat het laatste aansluitpunt in de badkamer het toilet is. Dit komt door de heftigheid van de closetspoeling, waardoor de afvoer buizen niet mogen worden gebruikt voor andere toestellen stroomopwaarts.

Voor een optimale afvoer is het belangrijk dat de afvoerleidingen een juist afschot hebben. Zo moet het toilet worden aangesloten op een buis die voldoende helling heeft om het water naar de hoofdriolering te leiden. Bijvoorbeeld, bij een hangend toilet kan het nodig zijn om een 110 mm buis aan te sluiten, en hierbij moet worden gekeken of de helling voldoende is.

Afschot en bochten

Bij het aanleggen van rioleringen is het belangrijk om rekening te houden met de lengte van de leidingen en het aantal bochten. Hoe langer de afvoerleidingen, hoe groter de kans op verstopping. Hoe meer bochten, hoe groter de kans op verstopping. De richtlijn NTR 3216 stelt beperkingen aan de lengte en het aantal bochten. Bijvoorbeeld, voor een toilet mag de totale lengte van de verzamelleiding inclusief de afvoerleidingen van het toilet zelf niet langer zijn dan 8 meter. Ook wordt er aangegeven dat de maximale richtingsverandering niet meer mag bedragen dan 135°.

Bij het aanbrengen van bochten is het belangrijk om te kiezen voor 45°-bochten in plaats van haakse bochten, omdat deze minder invloed hebben op de stroming van het water. Bijvoorbeeld, als er twee haakse bochten vlak achter elkaar zijn aangebracht, kan de stroming van het water belemmerd worden, wat leidt tot problemen bij het spoelen.

Afschot en afvoerdiameters

De diameter van de afvoerbuis is afhankelijk van het aantal lozingsunits. Voor een toilet is een diameter van 110 mm aanbevolen. Voor een wastafel wordt een diameter van 40 mm aanbevolen, en voor een bad of douche een diameter van 50 mm. Het is belangrijk om te zorgen dat de diameter van de buis voldoet aan de vereisten, zodat de afvoer efficiënt verloopt.

De vullingsgraad van de leidingen moet worden bepaald. De maximale vullingsgraad in een verzamelleiding mag 70 procent zijn. Wanneer de leidingen een te kleine diameter hebben, is er geen luchtverplaatsing mogelijk en zuigt het leidingsysteem het sifon leeg. Maar als de diameter te groot is, bestaat het risico dat de vaste stoffen (fecaliën) na anderhalve meter blijven liggen omdat de stroming niet krachtig genoeg is.

Afschot en het gebruik van sifons

Alle sanitaire toestellen moeten worden aangesloten met sifon. In Nederland moet het sifon een waterslot van minimaal 5 cm hebben. Dit is belangrijk om stankoverlast te voorkomen, wat kan leiden tot het binnenkomen van ziekteverwekkers. Een sifon met een te klein waterslot kan leiden tot problemen met de afvoer en kan bijdragen aan verstoppingen.

Afschot en ontluchting

Het is belangrijk om te zorgen dat het rioleringssysteem wordt ontlucht. Dit gebeurt door het installeren van speciale rioolontluchtingsleidingen of ventilatieschachten op strategische punten in het rioleringssysteem. Deze leidingen worden meestal verticaal geplaatst en steken boven het dak van een gebouw uit. Ze fungeren als ontluchtingspunten waar lucht in het rioleringssysteem kan komen en uit kan ontsnappen.

Afschot en het aanbrengen van verloopstukken

Bij overgangen naar een andere diameter bij een liggende leiding moeten excentrisch verloopstukken worden toegepast. Het is belangrijk dat deze correct worden aangebracht, zodat de lucht vrij kan stromen en niet wordt geremd door de ongelijkheid van het verloopstuk. Dit is van belang voor de efficiëntie van de afvoer.

Afschot en het aanbrengen van bevestigingsmiddelen

Bevestigingsmiddelen zoals beugels en beugelbanden worden gebruikt om de PVC-buizen aan muren en structuren te bevestigen en ervoor te zorgen dat ze stevig op hun plaats blijven. Dit is belangrijk om te voorkomen dat de leidingen doorhangen en verstoppingen veroorzaakt.

Afschot en het aanbrengen van lijm en afdichtingen

Voor het aanbrengen van verbindingen tussen de buizen en hulpstukken worden speciale PVC-lijm en afdichtingen gebruikt. Het is belangrijk om te zorgen dat deze correct worden aangebracht, zodat de verbindingen waterdicht zijn.

Afschot en het aanbrengen van zwanenhalzen

Zwanenhalzen of sifons worden gebruikt om ervoor te zorgen dat er altijd water in de leidingen blijft staan, om te voorkomen dat rioolgas en geuren terugstromen in het gebouw. Dit is belangrijk voor de hygiëne en het voorkomen van stankoverlast.

Afschot en het aanbrengen van ontluchtingspunten

Ontluchtingspunten moeten op strategische locaties worden geplaatst, zoals op de hoogste punten van het rioleringssysteem. Dit zorgt ervoor dat lucht kan ontsnappen en voorkomt dat vacuüm ontstaat wanneer water wordt afgevoerd.

Conclusie

Het afschot van een rioleringssysteem is cruciaal voor de efficiëntie van de afvoer en het voorkomen van verstoppingen. Het is belangrijk om rekening te houden met de juiste helling, diameter, bochten, sifons, ontluchting en andere elementen. Door deze aspecten goed in de gaten te houden, kan een optimale afvoer worden gegarandeerd, wat leidt tot een betrouwbaare en hygiënekeuze rioleringssysteem.

Bronnen

  1. Afschot riolering: 11 veelgemaakte fouten bij binnenriolering
  2. Afvoerleidingen en ontluchting van het riool
  3. Minimale afschot voor een hangend toilet
  4. Afschot riolering: Tips en technieken
  5. Afschot riolering en technische uitwerkingen
  6. Afschot riolering: Belangrijke informatie
  7. Afschot riolering: Aanleg en beheer
  8. Afschot in cementvloer: Technische oplossingen
  9. Onvoldoende afschot riolering: Problemen en oplossingen

Related Posts