Romeinse Kelder Heerlen: Archeologie en Uitdagingen bij Renovatie en Nieuwbouw

De stad Heerlen herbergt een rijk verleden, getuige de archeologische vondsten die regelmatig aan het licht komen. Onder de moderne bebouwing bevinden zich overblijfselen uit de Romeinse tijd, waaronder diverse kelders en gewelfgangen. Deze historische structuren vormen een interessante uitdaging voor zowel renovatieprojecten als nieuwbouw, waarbij rekening gehouden moet worden met de conservering van het cultureel erfgoed. Dit artikel beschrijft de archeologische context van deze kelders, de uitdagingen die ze met zich meebrengen en de maatregelen die genomen worden om ze te beschermen.

Romeinse Fundamenten in Heerlen

De aanwezigheid van Romeinse overblijfselen in Heerlen is een direct gevolg van de Romeinse aanwezigheid in de regio. Onder het kerkplein bevonden zich grote gewelfgangen, gebouwd van kunradersteen en baksteen, die dienst deden als schuilplaats en magazijn. Deze gewelven, ongeveer 2 meter hoog met muren van ruim 1 meter dik, werden later ingebouwd als kelders onder de huizen. De Schelmentoren, een verdedigingstoren die al in de 12e eeuw bestond, had eveneens verbindingen met ondergrondse gewelfgangen. Deze structuren getuigen van een complexe ondergrondse infrastructuur die door de eeuwen heen is gebruikt en aangepast.

Een Romeinse kelder werd in 1952 blootgelegd bij een woonhuis aan de Coriovallumstraat 17. Deze kelder, onderdeel van een Romeins woonhuis, bevatte vijf nissen in de keldermuur, vermoedelijk voor het plaatsen van (olie)lampjes. De exacte grootte van de kelder is onbekend, maar de vondst illustreert de omvang van de Romeinse aanwezigheid in Heerlen. Recent archeologisch onderzoek, gestart op 20 juni, is gericht op het documenteren en beschrijven van deze resten, om zo meer inzicht te krijgen in de bouwmethoden van 2000 jaar geleden.

Uitdagingen bij Renovatie en Nieuwbouw

De aanwezigheid van deze archeologische structuren brengt aanzienlijke uitdagingen met zich mee bij renovatie- en nieuwbouwprojecten. Zo dreigde recentelijk een archeologisch interessante kelder onder het voormalige Kegelpaleis te worden gesloopt om geluidsoverdracht te verminderen bij de uitbreiding van een poppodium. Bezwaren hiertegen werden ingediend, met het argument dat er al veel van het oude Heerlen verloren is gegaan en dat voorzichtigheid geboden is met deze historische plek.

Bij de sloop van het stadskantoor van Heerlen werd besloten de kelder intact te laten, omdat archeologisch onderzoek wees op de aanwezigheid van Romeinse overblijfselen in de grond. De gemeente wil bij de nieuwbouw rekening houden met deze archeologische waarden, aangezien het gebied het hart van Romeins Heerlen vormt. Men verwacht dat er onder de grond resten van Romeinse kelders, openbare gebouwen en wegen te vinden zijn.

De complexiteit van de situatie wordt versterkt door het feit dat de ondergrondse structuren vaak niet volledig in kaart zijn gebracht. De exacte grootte van de Romeinse kelder aan de Coriovallumstraat is bijvoorbeeld onbekend. Dit maakt het moeilijk om de impact van bouwactiviteiten op de archeologische waarden te beoordelen.

Conservering en Bescherming van Archeologische Waarden

Om de archeologische waarden te beschermen, worden verschillende maatregelen genomen. Zo is er een glasplaat in de vloer van het makelaarskantoor aan de Coriovallumstraat 17, waardoor passanten een kijkje kunnen nemen in de Romeinse kelder. De gemeente Heerlen overweegt manieren om deze waardevolle schat permanent toegankelijk te maken.

Bij nieuwbouwprojecten, zoals de bouw van een nieuw stadskantoor, wordt archeologisch onderzoek uitgevoerd om de aanwezigheid van archeologische waarden vast te stellen. Indien er waardevolle resten worden aangetroffen, worden deze beschermd of, indien mogelijk, geïntegreerd in het nieuwe gebouw. De gemeente heeft de partijen die in race zijn voor het oude stadskantoor opgedragen rekening te houden met de archeologische resten in de grond.

De Schelmentoren, een middeleeuwse toren die deels op Romeinse fundamenten is gebouwd, is in de loop der eeuwen verschillende keren gerestaureerd. In de 18e eeuw werden de cachotten verplaatst van de vochtige kelder naar de bovenste verdieping om ontsnappingen te voorkomen. De toren heeft door de eeuwen heen verschillende functies gehad, waaronder die van verdedigingstoren, gevangenis, raadzaal en vergaderruimte.

Materialen en Constructie

De Romeinse gewelfgangen en kelders zijn voornamelijk gebouwd van kunradersteen en baksteen. Kunradersteen, ontstaan uit skeletten van zeedieren, is een harde en compacte steen die al in de Romeinse tijd als bouwmateriaal werd gebruikt. Kolenzandsteen, een donkerbruine zandsteen, werd ook gebruikt in de constructie. De gewelven hebben een hoogte van ongeveer 2 meter en de muren zijn ruim 1 meter dik, met een bovenkant van ongeveer 30 centimeter dik. De Schelmentoren is opgebouwd uit kunradersteen, kolenzandsteen en baksteen.

De constructie van de Schelmentoren omvatte een walmuur van 2 meter dik en 6 meter hoog, met een gracht van 12 meter breed en 5 meter diep. De toren zelf bestond uit drie verdiepingen met twee kelderverdiepingen. De trappentoren met de eikenhouten spiltrap werd pas in de 18e eeuw gebouwd.

Historische Veranderingen en Gebruik

Door de eeuwen heen hebben de archeologische structuren in Heerlen verschillende functies gehad. De gewelfgangen onder het kerkplein dienden oorspronkelijk als schuilplaats en magazijn, maar werden later ingebouwd als kelders onder de huizen. De Schelmentoren, oorspronkelijk een verdedigingstoren, werd later gebruikt als gevangenis, raadzaal, vergaderruimte en martelkamer. In de 19e eeuw werd de toren een soort ‘gemeentehuis’ en vergaderplaats van het vredegerecht. In de 20e eeuw werd de Schelmentoren gebruikt als verenigingslokaal, repetitielokaal, bibliotheek, tekenschool en atelier.

De geschiedenis van de Schelmentoren is nauw verbonden met de lokale gemeenschap. Zo werd in 1772 cipier Beerens gelyncht door gevangenen in de toren, waarna hij werd opgevolgd door Joh. Jacob Struijk, die zijn naam in de trapspil kerfde. In 1975 nam de stadscarnavalsvereniging de Winkbülle haar intrek in de toren.

Conclusie

De archeologische overblijfselen in Heerlen, met name de Romeinse kelders en gewelfgangen, vormen een belangrijk onderdeel van het cultureel erfgoed van de stad. Deze structuren brengen uitdagingen met zich mee bij renovatie- en nieuwbouwprojecten, maar bieden ook kansen om het verleden te bewaren en toegankelijk te maken voor toekomstige generaties. Door middel van archeologisch onderzoek, zorgvuldige planning en conserveringsmaatregelen kan de integriteit van deze historische waarden worden gewaarborgd. De bescherming van deze overblijfselen is essentieel om de identiteit van Heerlen te behouden en de band met het Romeinse verleden te versterken.

Bronnen

  1. ZO-NWS
  2. Heerlentotaal
  3. Parkstad Actueel
  4. L1 Nieuws
  5. Limburger
  6. L1 Nieuws
  7. Zodiac Casino
  8. Via Belgica

Related Posts