Erkenning en certificering voor grondwerken: eisen en protocollen voor bouwbedrijven

Grondwerken vormen een essentieel onderdeel van elke bouwproject. Van het aanleggen van rioleringsnetwerken tot het verzetten van grond en de sanering van vervuilde bodems, deze activiteiten vereisen zorgvuldige voorbereiding en naleving van specifieke regelgeving. In dit artikel wordt ingegaan op de eisen voor erkenning en certificering van bedrijven die grondwerken uitvoeren, met een nadruk op BRL-protocollen, milieuverklaringen en de regels voor het opslaan en hergebruik van grond en baggerspecie.

Erkenning en certificering van bedrijven

Voor bouwbedrijven die grondwerken uitvoeren, is het belangrijk om gecertificeerd en erkend te zijn. Dit geldt met name wanneer er sprake is van het samenvoegen, bewerken of afzetten van grond en baggerspecie. In de BRL 9335 wordt aandacht besteed aan de procedures die moeten worden gevolgd bij het hanteren van grotere partijen grond (> 25 m³). Deze regelgeving is van toepassing op activiteiten zoals grondverzet, bodemsanering en infiltratievoorzieningen.

Een bedrijf dat wil samenvoegen, bewerken en/of afzetten van grond conform BRL 9335 moet gecertificeerd zijn door een erkend organisme. Dit is een eis van het Besluit bodemkwaliteit. De werkzaamheden zijn opgenomen in bijlage C van de Regeling bodemkwaliteit, en voor de uitvoering daarvan is een erkenning van het ministerie Infrastructuur & Waterstaat vereist.

De BRL 9335 kent vier protocollen:

  • Protocol 9335-1: Milieuhygiënische keuring van individuele partijen grond.
  • Protocol 9335-2: Milieuhygiënische keuring van partijen grond uit projecten.
  • Protocol 9335-4: Milieuhygiënische keuring van samengestelde grondproducten.
  • Protocol 9335-9: Keuring voor het vaststellen van de civieltechnische kwaliteit van grond.

De eerste drie protocollen leiden tot een SIKB / NL-BSB kwaliteitsverklaring. Protocol 9 is bedoeld voor de civieltechnische kwalificatie van grond en kan alleen in combinatie met één of meerdere van de andere protocollen worden gecertificeerd.

Grondwerken in de praktijk

Grondwerken omvatten een breed scala aan activiteiten. Een bouwbedrijf dat bijvoorbeeld grondverzet uitvoert, kan hierbij rekenen op ervaren en gemotiveerde medewerkers die over vakkennis beschikken. De werkzaamheden kunnen variëren van het ontgraven en drooghouden van bouwputten tot het bouw- en woonrijpmaken van nieuwbouwterreinen.

Voor het uitvoeren van grondwerken is het verplicht om specifieke certificeringen te hebben, zoals bijvoorbeeld BRL SIKB 7000/7001 voor bodemsanering. Deze certificering betekent dat het bedrijf een goedgekeurd plan heeft voor het saneren van vervuilde bodems, met specifiek opgeleid en medisch gekeurd personeel. Ook voor sloopwerk, inclusief eventuele asbestsanering, zijn bepaalde erkenningen nodig, vaak in samenwerking met gespecialiseerde partners.

Tijdelijk uitnemen van grond en baggerspecie

Bij tijdelijk uitnemen van grond of baggerspecie is het belangrijk om te weten welke criteria van toepassing zijn. Een grondpartij of baggerspecie mag tijdelijk worden uitgenomen zonder dat deze eerst bewerkt wordt. Bewerkingen zoals fysische of chemische handelingen om de eigenschappen van de grond te veranderen vallen niet onder de regels voor tijdelijk uitnemen. Hierbij is het uitzeven van bodemvreemde bestanddelen zoals puin en afval een uitzondering, mits deze niet gericht is op het veranderen van de milieuhygiënische kwaliteit.

Het tijdelijk uitnemen mag enkel plaatsvinden in een ontgravingsprofiel. Het terugbrengen van de grond of baggerspecie moet dan ook binnen datzelfde profiel plaatsvinden. Daarbij geldt een meld- en informatieplicht, en is een milieuverklaring nodig om de bodemkwaliteit te bepalen. Voor het uitvoeren van deze werkzaamheden is erkenning vereist, wat betekent dat het bedrijf gecertificeerd moet zijn door een erkend organisme.

Opslag van grond en baggerspecie

Het opslaan van grond of baggerspecie is een milieubelastende activiteit en valt onder de Omgevingswet. Samenhangende handelingen, zoals het samenvoegen van partijen, zeven en mechanisch ontwateren, vallen ook onder dezelfde activiteit. Voor deze activiteit gelden algemene rijksregels. Het opslaan van grond of baggerspecie op de locatie van het ontgraven valt niet onder deze regels, maar onder de regels voor het graven in de bodem.

Een belangrijk verschil is dat er geen melding nodig is per partij, maar voor de activiteit als geheel. Dit betekent dat meerdere partijen grond of baggerspecie opgeslagen kunnen worden binnen één melding. Voorheen was het verplicht om per partij apart te melden, maar onder de Omgevingswet is dit niet meer nodig. Dit heeft geleid tot minder vergunningen en een vereenvoudigde procedure.

Bodemonderzoek en milieuverklaringen

Voor een correct bodemonderzoek is het belangrijk om voldoende historische informatie te hebben over de locatie. Dit geldt met name wanneer sprake is van verdachte locaties of reeds bekende bodemverontreinigingen. Het vooronderzoek moet voldoen aan de norm NEN 5725 voor landbodem en NEN 5717 voor waterbodem. Afhankelijk van de resultaten van dit vooronderzoek kan een fysiek bodemonderzoek nodig zijn.

Als het tijdelijk uitnemen plaatsvindt in de landbodem, is het belangrijk om te bepalen welke regels van toepassing zijn. Als de interventiewaarde overschreden wordt, gelden extra regels. Voor het tijdelijk uitnemen betekent dit dat een meld- en informatieplicht geldt, een erkenningsplicht voor het uitvoeren van de werkzaamheden, en dat het terugplaatsen uitsluitend mag plaatsvinden in hetzelfde ontgravingsprofiel.

Civieltechnische kwalificatie

Een aparte kwalificatie is de civieltechnische kwaliteit van grond. Dit betreft de fysieke eigenschappen van de grond die van belang zijn voor de stabiliteit van constructies. Deze kwalificatie kan alleen in combinatie met één of meerdere van de andere protocollen worden gecertificeerd. De civieltechnische verklaringen worden verstrekt op basis van Protocol 9335-9.

Conclusie

Grondwerken vormen een essentieel onderdeel van elke bouwactiviteit en vereisen zorgvuldige planning en naleving van regelgeving. Voor bouwbedrijven is het belangrijk om gecertificeerd en erkend te zijn, zowel voor milieuhygiënische als civieltechnische kwaliteiten. De BRL 9335 biedt een duidelijke structuur voor het samenvoegen, bewerken en afzetten van grond en baggerspecie, met vier verschillende protocollen die elk hun eigen toepassingsgebied hebben.

Het tijdelijk uitnemen van grond en baggerspecie is onderworpen aan strikte regels, met nadruk op milieuverklaringen en meldplichten. Het opslaan van grond valt onder de Omgevingswet en vereist geen melding per partij, maar voor de activiteit als geheel. Voor bodemonderzoek en milieuhygiënische kwalificaties zijn er specifieke normen en protocollen, zoals NEN 5725 en NEN 5717, die gebruikt moeten worden voor een correcte beoordeling.

Zowel voor bouwbedrijven als voor opdrachtgevers is het van belang om deze regels goed te begrijpen, zodat grondwerken veilig, duurzaam en in overeenstemming met de wetten kunnen worden uitgevoerd.

Bronnen

  1. Rijke Boer Baarn
  2. BRL 9335: Grond – Kiwa
  3. Tijdelijk uitnemen grond – IPLO
  4. Opslaan en bewerken grond – IPLO
  5. Wetten.nl – Pakket U3 en BRL SIKB 7500

Related Posts