Funderingen op koeienhuiden: Mythe of feit?
Het verhaal dat oude gebouwen in Nederland, zoals kerken of stadhallen, op koeienhuiden zijn gefundeerd, is een van de meest bekende en hardnekkige bouwmythes. Het idee klinkt bijna absurd wanneer men het letterlijk neemt. Hoe kan een gebouw op dergelijke materialen worden gestabiliseerd? Toch blijft het verhaal leven, vooral in historische steden en bij gerenoveerde gebouwen. In dit artikel wordt ingegaan op de oorsprong van deze uitdrukking, de verschillende interpretaties die eromheen ontstaan zijn, en wat de werkelijke funderingstechnieken van de middeleeuwen betreffen, op basis van historisch onderzoek en archeologische gegevens.
De oorsprong van de uitdrukking
De uitdrukking ‘fundering op koeienhuiden’ is waarschijnlijk ontstaan uit een misverstand of vertekening van historische termen. Een veelvoorkomende verklaring is dat de uitdrukking ‘op huyden’ niet verwijst naar koeienhuiden, maar naar ‘heden’ in de zin van ‘deze dag’. Dit zou betekenen dat ‘de bouw op huyden is begonnen’ eigenlijk ‘de bouw is vandaag begonnen’ betekent. Deze uitleg komt in meerdere historische bronnen voor en suggereert dat de verwarring ontstaan is door een verkeerde interpretatie van oude bouwverslagen of bouwbeschrijvingen.
Een andere mogelijke oorsprong ligt in de bouwtechniek zelf. In de middeleeuwen werden funderingen vaak uitgevoerd met gebruik van houten constructies. Deze bestonden uit lange planken die horizontaal werden gelegd en waarop vervolgens metselwerk werd aangebracht. Deze planken kwamen vaak van afgedankte schepen, waarbij de wanden (zogenaamde scheepshuiden) werden hergebruikt. Het beeld van deze brede, horizontale funderingsplanken kan het idee hebben opgeroepen van ‘bouwen op huiden’. Deze huiden hadden echter niets te maken met koeienhuiden, maar met houten planken.
De misvatting over koeienhuiden
Hoewel het verhaal over koeienhuiden als funderingsmateriaal vaak wordt verteld, is er nooit concrete bewijsmateriaal aangetroffen. Archeologisch onderzoek heeft geen sporen van koeienhuiden gevonden onder funderingen van historische gebouwen. Dit is ook logisch, aangezien koeienhuiden niet sterk genoeg zijn om de lading van een gebouw te dragen en bovendien snel zouden vergaan in de zachte en vochtige Nederlandse bodem.
Een interessante, maar apocriefe bron is een verhaal van Jacob van Lennep uit 1880, waarin wordt verteld dat de Maria-kerk in Utrecht vol zou zijn gestort met koeienhuiden. Deze zogenaamde ‘onthulling’ is echter nooit bewezen en wordt beschouwd als fictie.
De werkelijke funderingstechnieken
De werkelijke funderingstechnieken van de middeleeuwen zijn veel complexer dan het verhaal van koeienhuiden suggereert. De meest gebruikte methode was de zogenaamde ‘fundering op sloophouten planken’. Deze bestonden uit lange planken van hout, vaak afkomstig van oude schepen (scheepshuiden). Deze planken werden horizontaal op de bodem gelegd, of op korte, verticale paaltjes die in de grond waren geslagen. Deze constructie zorgde voor een brede funderingsvoet die de belasting van het gebouw kon dragen.
In sommige gevallen werden funderingen ook uitgevoerd met kruislings gestapelde balken. Een voorbeeld hiervan is de restauratie van de toren van de Oude Kerk in Dordrecht, waar werd ontdekt dat de fundering bestond uit rechthoekig behakte balken die kruislings gestapeld waren. Van bovenaf gezien leken deze balken als koeien op stal te staan, wat kan zijn aangeleid tot de zegswijze ‘op koeienhuiden’.
De rol van paal- en palenfunderingen
In zachte bodems, zoals die veel voorkomen in de Nederlandse regio’s, werd vaak gebruikgemaakt van paal- of palenfunderingen. Deze funderingen bestonden uit lange houten of steenpaalen die in de grond werden geslagen tot een steviger laag. Deze paalen zorgden voor een stevige ondersteuning van het gebouw. Deze techniek is technisch gezien veel betrouwbaarder dan het gebruik van huiden, en wordt nog steeds in bepaalde gevallen toegepast in de huidige bouwpraktijk.
Een variant hiervan is de zogenaamde ‘houten roosterfundering’, waarin korte paaltjes in een houten rooster zijn aangebracht. Deze constructie werd gebruikt om funderingsplanken stabiel te houden. Deze techniek werd vaak toegepast in stadsgebieden met zachte bodems, zoals in Amsterdam en Dordrecht.
De moderne interpretatie en het verhaal dat leeft
Hoewel de fundering op koeienhuiden een mythe is, blijft het verhaal leven, vooral in mondelinge overlevering en in bouwgeschiedenis. Het idee dat oude kerken en stadhallen op dergelijke ongewone manieren zijn gebouwd, heeft een mystieke aantrekkingskracht. De romantiek van het verhaal maakt het aantrekkelijk voor mensen die geïnteresseerd zijn in bouwgeschiedenis en erfgoed.
Een verklaring voor de duurzaamheid van het verhaal is dat het oorspronkelijk een figuurlijke uitdrukking was, die letterlijk werd opgevat door latere generaties. Verder zijn er ook culturele en symbolische aspecten aan te ontdekken. Zo bestaat er een verhaal dat koeienhuiden werden gebruikt als bouwoffer tegen negatieve energie uit de aarde, of als vorm van bouwbelasting geïnd door de Romeinen. Deze verhalen zijn echter niet onderbouwd door archeologisch of historisch bewijs.
De rol van trillingen en funderingsinspecties
In de huidige bouwpraktijk is de zorg voor een stabiele fundering nog steeds van groot belang. Trillingen, die kunnen ontstaan door bouwwerkzaamheden in de omgeving, zijn een bekende bron van bezorgdheid. Woningen die historisch zijn en op oude funderingstechnieken zijn gebouwd, kunnen extra gevoelig zijn voor deze trillingen. Hierbij wordt de uitdrukking ‘fundering op koeienhuiden’ vaak gebruikt als een synoniem voor een zwakke of onbetrouwbare fundering.
Een inspectie door een bouwkundig expert is daarom vaak aan te raden, vooral bij oude of gerenoveerde gebouwen. Trillingsmetingen en deformatiemetingen kunnen helpen bij het vaststellen van de stabiliteit van de fundering en eventuele risico’s. Deze metingen zijn bijzonder belangrijk bij woningen die in de buurt van bouwprojecten staan.
De conclusie: een mythe met historische basis
De conclusie is duidelijk: een fundering op koeienhuiden is een mythe, en er is geen enkel bewijs dat koeienhuiden ooit zijn gebruikt als funderingsmateriaal. Toch blijft het verhaal leven, en het is begrijpelijk dat het wordt doorgegeven. De techniek die daadwerkelijk werd gebruikt – fundering op sloophouten planken of paalconstructies – is complex genoeg om het verhaal van koeienhuiden te verklaren.
Deze mythe is niet alleen een interessante studie voor bouwgeschiedenis, maar ook een herinnering aan de kracht van verhalen en de manier waarop ze zich door de tijd heen kunnen ontwikkelen. In de huidige bouwpraktijk is het belangrijk om te onthouden dat funderingen steeds beter en steviger worden, aangevuld met moderne technologieën en onderzoek. Voor historische gebouwen blijft het echter belangrijk om de oude methoden te begrijpen en waar mogelijk te behouden.
Bronnen
Related Posts
-
Geen fundering onder je huis: risico’s, herkenning en oplossingen
-
Gaten boren in funderingen: toepassing, techniek en voorzichtigheid
-
Gaten boren door funderingen: Technieken, toepassingen en praktische tips
-
Fundering bij vlonderterras: essentiële richtlijnen voor een duurzame uitstraling
-
Funderingsproblemen in Nederland: oorzaken, risico’s en mogelijke oplossingen
-
Funderingsproblematiek in Zwolle: Uitdagingen, Oplossingen en Toekomstige Aanpak
-
Fundering en aanleg van een zwembad: typen, stappenplan en overwegingen
-
Fundering zonder wapening: Toepassing, beperkingen en alternatieven