Kloostermoppen in Funderingen: Historische Bouwstenen en Huidige Betekenis
Bij archeologische en funderingswerkzaamheden in verschillende historische steden in Nederland zijn herhaaldelijk kloostermoppen aangetroffen, vooral in funderingslagen van middeleeuwse bouwwerken. Deze zware, grotere bakstenen zijn een karakteristiek bouwelement uit de 13e tot 15e eeuw en werden gebruikt bij de constructie van kerken, kloosters en stadsmuren. In dit artikel wordt ingegaan op de geschiedenis, toepassing en betekenis van kloostermoppen, met een focus op hun rol in funderingsstructuren.
Wat zijn kloostermoppen?
Kloostermoppen zijn grote bakstenen die oorspronkelijk in de middeleeuwse bouwpraktijk werden gebruikt. Ze zijn groter en minder regelmatig in vorm en afmeting dan latere bakstenen. De gemiddelde afmeting van een kloostermop uit de 13e eeuw is ongeveer 28,5 cm in lengte, 13,5 cm in breedte en 8,5 cm in dikte. De afmetingen kunnen echter variëren, doorgaans tussen 30-38 cm in lengte, 14-18 cm in breedte en 8-12 cm in dikte. Een karakteristiek eigenschap is dat ze dikker zijn naarmate ze ouder zijn.
Kloostermoppen ontstonden in de 13e eeuw in kloostergebieden in Noord-Nederland, zoals Groningen, Friesland en Drenthe. Ze werden gemaakt in houtgestookte ovens, die in de kloosters werden aangelegd. De stenen dienden als een lokale vervanging voor geïmporteerde tufstenen uit de Eifel, die duurder waren. De kloosters, die vaak rijk genoeg waren om dergelijke bouwprojecten te realiseren, speelden een centrale rol in de productie en toepassing van deze bakstenen.
De term "kloostermop" duidt op de herkomst van de stenen in kloosteroven, en de algemene betekenis van het woord "mop" als homp of klomp legt ook de aard van deze zware stenen uit. Andere benamingen zijn kloostersteen of monnikssteen.
Toepassing in funderingen
Kloostermoppen worden vaak aangetroffen in funderingslagen van middeleeuwse gebouwen. Tijdens archeologische grondverkenningen is gebleken dat deze zware stenen vaak gebruikt werden in de fundamenten van kerken, kloosters, kastelen en stadsmuren. Het gebruik in funderingen is vermoedelijk te verklaren door de hoge drukverdelende eigenschappen van deze grotere stenen, die goed geschikt zijn voor het opvangen van zware bouwconstructies.
In de context van funderingswerkzaamheden zijn kloostermoppen belangrijk vanwege hun historische waarde en hun rol in de bouwgeschiedenis. Ze zijn niet alleen bewijs van middeleeuwse bouwpraktijken, maar ook indicatie van de aanwezigheid van oudere bouwresten die onder de huidige constructies liggen. Bijvoorbeeld tijdens de funderingswerkzaamheden aan de kerk van Ammerstol zijn kloostermoppen aangetroffen in de fundering van een oude kerk. Deze resten dateren uit de Late Middeleeuwen en geven aan dat het gebouw al geruime tijd op die locatie aanwezig was.
Ook in Den Haag zijn tijdens het funderingsonderzoek van het Binnenhof kloostermoppen ontdekt. Deze stenen vormen onderdeel van een 13e-eeuwse fundering van een onbekend gebouw uit de tijd van graaf Floris V. Het gebruik van deze stenen in funderingen toont aan dat de middeleeuwse bouwers reeds een geavanceerde kennis hadden van de bouwfysica en stabiliteit van constructies.
Archeologische betekenis en vondsten
De vondsten van kloostermoppen in funderingen zijn vaak gebeurtenissen van grote archeologische waarde. Ze vormen een directe verbinding met de bouwgeschiedenis van een gebied en geven inzicht in de constructiepraktijken van eeuwen geleden. Bijvoorbeeld in Groningen zijn tijdens werkzaamheden achter de oude bibliotheek in de Poststraat de funderingen van het 13e-eeuwse Minderbroederklooster ontdekt. Deze funderingen bestonden uit kloostermoppen, die door archeologen met hoge druk worden onthuld.
In Rosmalen zijn tijdens archeologische grachtwerken van 1986 kloostermoppen ontdekt bij de Annenborchboom. Deze stenen zijn onderdeel van de funderingen van een 15e-eeuwse mottekasteel, dat mogelijk kasteel Rodenborch was. Daarnaast zijn er daar ook andere historische artefacten gevonden, zoals een gouden ring, een slot van een zware deur, en een belduque uit Bois-le-Duc.
Een belangrijk aspect van deze vondsten is dat ze laten zien dat de middeleeuwse bouwers al reeds bouwmaterialen recycleerden. Steen was destijds kostbaar, en dus werd het vaak opnieuw gebruikt in nieuwe constructies. Dit verschijnsel is ook opgemerkt bij archeologische vondsten in Den Haag, waar hergebruik van oude bouwmaterialen duidelijk is.
Constructieve eigenschappen
De constructieve eigenschappen van kloostermoppen maken ze geschikt voor gebruik in funderingen. Omdat de stenen groter zijn dan standaard bakstenen, kunnen ze een grotere belasting opvangen. Ook de dikte speelt een rol: dikker betekent zwaarder, en dus betere drukverdeling. Deze eigenschappen maken kloostermoppen geschikt voor gebruik in zware fundamenten van kerken en kastelen.
In tegenstelling tot moderne bakstenen zijn kloostermoppen minder regelmatig in afmeting en vorm. Dit kan een uitdaging vormen bij restauraties of reconstructies, omdat het moeilijker is om exacte vervingen te maken. Daarom is het belangrijk dat bij funderingswerkzaamheden op historische locaties kloostermoppen zorgvuldig worden beoordeeld en waar mogelijk behouden of gerestaureerd worden.
Historische betekenis en moderne toepassing
Kloostermoppen zijn niet alleen een historisch fenomeen, maar ook een waardevolle bron van inzicht in de bouwgeschiedenis van Nederland. Het gebruik van deze stenen in funderingen duidt op een rijke bouwtraditie en een geavanceerde kennis van constructietechnieken uit de middeleeuwse bouwpraktijk. De stenen zijn vaak bewaard gebleven, en vormen een directe link met het verleden.
In de moderne bouwsector worden kloostermoppen voornamelijk gecatalogiseerd en onderzocht bij archeologische grondverkenningen. Ze worden zelden gebruikt in nieuwe bouwprojecten, behalve in historische reconstructies of restauraties. De bewaring van deze stenen is belangrijk om de historische waarde van een locatie te behouden, zowel voor wetenschappelijke doeleinden als voor culturele herkenbaarheid.
Conclusie
Kloostermoppen zijn een karakteristiek bouwelement uit de middeleeuwse bouwgeschiedenis van Nederland. Ze worden vaak aangetroffen in funderingslagen van kerken, kloosters en kastelen en geven inzicht in de constructiepraktijken van die tijd. De grotere afmetingen en dikte van deze stenen maken ze geschikt voor zware funderingsconstructies. Bovendien tonen archeologische vondsten aan dat de middeleeuwse bouwers al begonnen waren met het hergebruik van bouwmaterialen, een praktijk die in de moderne bouwsector opnieuw belangrijk is geworden.
Bij funderingswerkzaamheden op historische locaties is het belangrijk om kloostermoppen zorgvuldig te onderzoeken en waar mogelijk te behouden. Ze vormen een waardevolle bron van inzicht in de bouwgeschiedenis en kunnen een belangrijk onderdeel zijn van een restauratie- of reconstructieproject.
Bronnen
- Erfgoedstem - Fundering 13e eeuws klooster gevonden bij academiegebouw
- Bouwencyclopedie - Kloostermoppen
- Brabants Erfgoed - Van Rodenborch naar Sinte Annenborch
- Erfgoed Magazine - Archeologen vinden middeleeuwse fundering Binnenhof
- Joost de Vree - Kloostermop
- Kerk van Ammerstol - Archeologisch rapport bij funderingherstel
Related Posts
-
Aantrillen van zandbed fundering: handelingen en aandachtspunten
-
Aantasting van houten funderingen: oorzaken, gevolgen en oplossingen
-
Aantasting van houten funderingen: oorzaken, risico’s en herstelmogelijkheden
-
Aansluiting vloer en fundering: Technische aandachtspunten en oplossingen
-
Aansluiting van systeemvloeren op funderingen: Constructieve oplossingen en praktische toepassingen
-
Aansluiting onderdorpel voordeur bij systeemvloer met fundering: technische richtlijnen en praktische toepassing
-
Aansluiting onderdorpel voordeur met fundering: Uitvoering, koudebrug en vochtbestrijding
-
Aansluiting onderdorpel voordeur met kanaalplaatvloer: vochtbeheersing en constructieve details