Antieke fundering en hersteltechnieken in historische bouwen: de Liduinabasiliek in Schiedam als voorbeeld

De stabiliteit van een historisch bouwwerk houdt in de eerste plaats verband met de kwaliteit en behoud van de fundering. In Nederland zijn veel monumentale gebouwen uit eeuwen oud en vereisen een zorgvuldige aanpak bij restauratie of herstelwerkzaamheden. Een typisch voorbeeld hiervan is de Liduinabasiliek in Schiedam, waar in de jaren negentig een uitgebreide restauratie plaatsvond, inclusief het herstellen van de fundering. Deze casus biedt inzicht in de aanpak van antieke funderingen, de voorschriften voor restauratie en de technische uitvoering van funderingsherstel. Deze artikelen richt zich op de principes van funderingsherstel en -vervanging, met een nadruk op de toepassing in historische contexten.

Funderingen en hun rol in monumentale stabiliteit

Een fundering is de fundamentale ondersteuning van een gebouw. In historische gebouwen is de fundering vaak van hout, zoals in de geval van de Liduinabasiliek, waar de oorspronkelijke fundering bestond uit 960 houten palen. Omdat deze fundering met de tijd verslechtert, is het soms noodzakelijk om deze te vervangen of aan te vullen. Het herstel of vervangen van een fundering is een ingrijpende maatregel die zorgvuldig beoordeeld moet worden om de monumentale waarde te behouden.

Volgens de richtlijnen van de lokale regelgeving (bron 1), mag een fundering pas worden vervangen of hersteld als het duidelijk is dat de oorspronkelijke fundering slecht functioneert of overbelast is. In het geval van de Liduinabasiliek was de oude houten fundering zo slecht dat het noodzakelijk was om 312 stalen buispalen aan te brengen. Deze nieuwe palen, die soms wel 22 meter lang zijn, werden volledig met beton gestort om de stabiliteit te waarborgen. Het herstel van de fundering duurde ruim anderhalf jaar, wat aantoont dat dit soort werkzaamheden zowel complex als tijdrovend is.

Principe van behoud van historische kelders

Een van de kernprincipes bij de restauratie van monumentale gebouwen is het behoud van historische kelders. Deze kelders vormen vaak een integraal onderdeel van het monumentale geheel en dragen bij aan de historische waarde. De richtlijnen (bron 1) bepalen dat historische kelders in ieder geval moeten worden behouden, terwijl dichtgestorte kelders eventueel hersteld kunnen worden. Een nieuwe kelder of souterrain mag alleen worden aangebracht of uitgegraven als dit niet schadelijk is voor de monumentale waarden.

In de praktijk betekent dit dat de architect en bouwteam bij het ontwerp van restauratiewerkzaamheden duidelijk moeten bepalen of nieuwe funderingen of kelders nodig zijn, en of deze ingrepen het historische karakter van het gebouw niet nadelig beïnvloeden. Het herstel van een kelder vereist vaak een funderingsrapport om de technische staat van de oude fundering te bepalen. Dit rapport moet aantonen of de oude fundering onvoldoende draagvermogen heeft en of het herstel of vervanging gerechtvaardigd is.

Technische uitvoering van funderingsherstel

Bij het herstel of vervangen van een fundering geldt dat het behoud van de oude fundering zo ver mogelijk in het vooruitzicht moet worden gesteld. Dit is zowel een technische als een esthetische richtlijn. In het geval van de Liduinabasiliek werd de oude fundering geleidelijk overgenomen door de nieuwe stalen buispalen. Dit betekent dat de oude palen niet volledig werden verwijderd, maar dat hun functie in het algemeen overgenomen werd door de nieuwe palen. Deze aanpak zorgt ervoor dat de historische structuur van het gebouw zo veel mogelijk behouden blijft.

De uitvoering van dergelijke funderingsherstelwerkzaamheden vereist zorgvuldige planning. Het indrijven van de stalen palen en het volstorten met beton moet nauwkeurig worden uitgevoerd om eventuele schade aan het monument te voorkomen. Daarnaast moet worden nagegaan of het funderingsherstel gevolgen heeft voor de omliggende gebouwen. In het geval van de Liduinabasiliek was het noodzakelijk om te bewijzen dat de restauratie geen nare gevolgen had voor de stabiliteit van de omringende gebouwen. Dit is een belangrijk aspect bij restauraties van historische gebouwen in stedelijke omgevingen.

Restauratie en funderingsherstel in historische context

De restauratie van de Liduinabasiliek begon in september van het jaar waarin de restauratie werd aangekondigd, met het aanbrengen van de eerste stalen paal van de nieuwe fundering. De restauratie duurde ruim vijf jaar en kostte meer dan 8,2 miljoen euro. Naast het herstel van de fundering omvatte de restauratie ook het herstellen van scheuren in muren en gewelven, het vervangen van natuursteen, het herstellen van pleisterwerk dat was aangetast door vocht en zouten, het schoonmaken en herstellen van schilderwerken, en het verloden van glas-in-loodvensters.

Deze restauratie laat zien dat funderingsherstel slechts een onderdeel is van een bredere restauratieplan. De fundering is namelijk slechts de basis van het gebouw, en de rest van het gebouw moet eveneens worden onderhouden of hersteld om de monumentale waarde te behouden. In het geval van de Liduinabasiliek was het restauratieproces uitgebreid en vereiste het samenwerking tussen verschillende vakgroepen, waaronder bouwkundigen, schilders, beeldhouwers en technische experts.

Funderingsrapport en verificatie

Een essentieel onderdeil van het herstel of vervangen van een fundering is het aanbrengen van een funderingsrapport. Dit rapport moet de technische staat van de fundering uitsluitend bepalen, met name of het draagvermogen van de oude fundering onvoldoende is. Het rapport moet ook de mate van aantasting van de fundering aangeven. In het geval van de Liduinabasiliek was het funderingsrapport een essentieel onderdeil van de restauratieplannen.

De kwaliteitsniveaus van het casco-funderingsonderzoek worden als uitgangspunt genomen voor de evaluatie. Dit betekent dat de onderzoeksmethoden en de technische analyses moeten voldoen aan een bepaalde standaard. In dit kader is het belangrijk dat het funderingsrapport duidelijk en accuraat is, omdat het een bepalende rol speelt in de toegestane ingrepen en het behoud van monumentale waarden.

Beoordeling van het behoud van oude funderingen

Bij versterking of herstel van een fundering is het maximaal behoud van de oude fundering een leidraad. Dit betekent dat, wanneer het technisch mogelijk is, de oude fundering zoveel mogelijk behouden moet blijven. Dit is zowel een technische als een esthetische richtlijn. Het behoud van historische bouwkundige elementen draagt bij aan de historische waarde van een monument.

In het geval van de Liduinabasiliek was het noodzakelijk om een deel van de fundering te vervangen, maar de aanpak was zo georiënteerd op behoud dat de oude houten palen niet volledig werden verwijderd. Dit zorgde ervoor dat de historische structuur van het gebouw zoveel mogelijk behouden bleef. Het herstel van de fundering werd dus uitgevoerd met het oog op het behoud van de monumentale structuur.

Verantwoording van funderingsherstel in stedelijke context

Een andere belangrijke overweging bij funderingsherstel is de impact op de omliggende gebouwen. In stedelijke contexten kan funderingsherstel van een monumentale kerk of gebouw gevolgen hebben voor de stabiliteit van naburige panden. Daarom is het noodzakelijk dat de aanvrager aantoont dat het herstel of de uitgraving geen nare gevolgen heeft voor het monument zelf of de omringende gebouwen.

In het geval van de Liduinabasiliek was het noodzakelijk om te bewijzen dat de restauratie geen nare gevolgen had voor de stabiliteit van de omringende gebouwen. Dit is een essentieel aspect bij restauraties in dichtbebouwde stedelijke gebieden. Het behoud van de stabiliteit van het gebouw en zijn omgeving is namelijk van groot belang voor de veiligheid en de historische waarde.

Conclusie

Het herstel en behoud van antieke funderingen in historische gebouwen vormt een belangrijk onderdeel van monumentenzorg en restauratie. In het geval van de Liduinabasiliek in Schiedam is een uitgebreid funderingsherstel uitgevoerd, waarbij de oude houten fundering geleidelijk overgenomen werd door stalen buispalen. Deze aanpak zorgde ervoor dat de monumentale waarde van het gebouw zo veel mogelijk behouden bleef. De richtlijnen voor funderingsherstel benadrukken het belang van behoud, terughoudendheid en technisch onderbouwing. Dit benadrukt dat restauratie van historische gebouwen een complex proces is dat niet enkel gericht is op esthetiek, maar ook op de langdurige stabiliteit van het monument.

Bronnen

  1. Lokale regelgeving Overheid
  2. Liduinabasiliek - Gebouw

Related Posts