Fundering en bouwrichtlijnen voor de ErePrijsStraat in Krommenie: Welstandsrichtsnoeren en beeldkwaliteit

De ErePrijsStraat in Krommenie is een straat die, net als veel andere locaties in Zaanstad, onderdeel is van een bredere visie op welstand, beeldkwaliteit en duurzame ontwikkeling. De stad Zaanstad legt in haar beleid een sterke nadruk op het behouden en versterken van het Zaans karakter, met aandacht voor de openbare ruimte, bebouwing en cultuurhistorische waarde. Voor de bouw en renovatie van woningen in de ErePrijsStraat gelden duidelijke richtsnoeren die aansluiten bij het gemeentelijke welstandsbeleid. Deze richtsnoeren zijn niet alleen van belang voor de fundering, maar ook voor de architectonische uitwerking, materiaalkeuze, en het aansluiten bij de omgeving. Hieronder worden deze richtsnoeren en bouwrichtlijnen in detail besproken.

Beeldkwaliteit en welstandscriteria

Een van de kernaspecten van het welstandsbeleid in Zaanstad is de beeldkwaliteit. In de ErePrijsStraat geldt dat woningen zo afgestemd moeten zijn op de bestaande bebouwing dat het straatbeeld coherent en karaktervol blijft. Dit betekent dat ook de fundering van nieuwe woningen of renovatieprojecten in overeenstemming moet zijn met de omgevingskenmerken.

Een belangrijk principe is dat de hoofdbebouwing aan de straatzijde moet staan, waarbij bijgebouwen een ondergeschikte rol spelen in het straatbeeld. Dit betekent dat de fundering van het hoofdgebouw zorgvuldig moet worden gepland zodat het visueel sterk is, maar niet overheersend. Rooilijnen van hoofdmassa’s mogen wel verspringen ten opzichte van elkaar, zolang de harmonie in het straatbeeld behouden blijft.

Voorgevels moeten duidelijk gericht zijn op de straat of waterkant, waarbij ook de dorpslinten en doorgang naar het landschap behouden moeten blijven. Bedrijfsgebouwen mogen zich achter de voorgevelrooilijn bevinden, maar moeten toch zichtbaar zijn en in het straatbeeld passen.

Fundering en bouwmassa

De bouwmassa en gevelopbouw zijn evenwichtig en afgestemd op de oorspronkelijke bebouwingskenmerken. In de ErePrijsStraat wordt per kavel in principe één hoofdmassa toegestaan, en moeten alle gebouwen vrijstaand zijn. Dit betekent dat de fundering van elk woningproject individueel moet worden gepland en uitgevoerd, waarbij zorgvuldig rekening wordt gehouden met de grondomstandigheden en stabiliteit.

Nieuwe gebouwen moeten in het algemeen één bouwlaag bevatten, met een nadrukkelijke kap. Deze bouwlaag moet evenwichtig zijn met de oorspronkelijke bebouwingskenmerken van het gebied, zoals de hoofdvorm en de nokrichting. Het is belangrijk om het onderscheid tussen woongedeelte en bedrijfsgedeelte herkenbaar te houden, zodat de bouwmassa visueel duidelijk is.

Architectonische uitwerking

De architectonische uitwerking en detaillering van nieuwe of gerenoveerde woningen in de ErePrijsStraat moet eenvoudig en zorgvuldig zijn. Heldere lijnen, weinig versiering en een zorgvuldige uitwerking van details zijn belangrijk om het Zaans karakter te behouden. In sommige gevallen is ook een moderne invulling mogelijk, mits deze past binnen het historisch-ambachtelijke karakter van het gebied.

Materialen en kleuren moeten eenvoudig, maar zorgvuldig worden gekozen. De kleuren moeten gedekt en landelijk zijn, aangepast aan de omliggende bebouwing en ingepast in het landschap. In de ErePrijsStraat is het toegestaan om grote vlakken in een donkere tint uit te voeren, zolang deze past in het straatbeeld. Kleine bruggen of elementen zoals schachten zijn van hout en in gedekte kleuren of wit.

Aansluiting op het bestemmingsplan en beeldkwaliteitsplan

Alle bouwplannen in de ErePrijsStraat worden beoordeeld op basis van de welstandsnota en het beeldkwaliteitsplan Inverdan. Dit betekent dat zowel de fundering als de bouw en architectonische uitwerking moeten voldoen aan de aangegeven criteria.

Bijvoorbeeld, de fundering van een nieuw bouwwerk moet zorgen voor een stabiele basis die past bij de omgeving. Daarnaast moet het aangebouwde bijgebouw, zoals een erker of garage, ondergeschikt zijn aan het hoofdgebouw. De vormgeving moet in één bouwlaag zijn, met een rechthoekige of afgeronde plattegrond. De kap moet eenvoudig zijn, met een hellingshoek die gelijk of kleiner is dan die van het hoofdgebouw.

Materiaalkeuze speelt hierbij een belangrijke rol. Baksteen of hout zijn geschikt voor de uitwerking van aangebouwde bijgebouwen, waarbij eventueel een serre aan de achterkant mogelijk is. Het gebruik van draadstaal of spijlen is toegestaan voor de hekwerken, mits deze transparant zijn en aansluiten op de omgeving.

Afscheidingen en erfafscheidingen

Erfafscheidingen in eenvoudige welstandsgebieden zoals de ErePrijsStraat worden beoordeeld aan de hand van specifieke criteria. De hoogte van de voorgevel mag maximaal 1,00 meter zijn, en achter de voorgevel mag de afscheiding maximaal 2,00 meter hoog zijn, mits het bestemmingsplan of vrijstellingenbeleid dit toestaat.

Materialen als metselwerk, hout of draadstaal zijn geschikt voor erfafscheidingen, en moeten aansluiten op de erfafscheidingen van naastgelegen percelen. Combinaties tussen gemetselde penanten en hout of metaal zijn toegestaan. Hekwerken moeten transparant zijn, terwijl kleurkeuze terughoudend moet zijn. Bij aansluiting van erfafscheidingen op het hoofdgebouw moet het materiaal afstemmen op het materiaal van het hoofdgebouw.

Dakterrassen en bijgebouwen

Dakterrassen zijn buitenruimten op een plat dak en kunnen beperkt zichtbaar zijn vanuit de openbare ruimte. Als ze wel zichtbaar zijn, kunnen ze grote invloed hebben op het straatbeeld. In de ErePrijsStraat geldt dat dakterrassen binnen de regels van het bestemmingsplan moeten vallen, met aandacht voor maximale afmetingen.

Aangebouwde bijgebouwen zoals garages of serres moeten ondergeschikt zijn aan het hoofdgebouw en voldoen aan de visuele richtsnoeren. De vormgeving moet afgestemd zijn op het oorspronkelijke pand, met een plat afdekking of eenvoudige kap. De hellingshoek van de kap mag niet groter zijn dan die van het hoofdgebouw, en de vormgeving moet zorgvuldig zijn.

Beeldkwaliteitsplan en masterplan

Aan de basis van het welstandsbeleid in Zaanstad ligt een masterplan en een beeldkwaliteitsplan. Deze documenten zijn essentieel voor de beoordeling van bouwplannen in de ErePrijsStraat. Het beeldkwaliteitsplan Inverdan is vastgesteld als onderdeel van het welstandsbeleid en biedt richtsnoeren voor de bouw en beheer van de bebouwing.

In sommige gevallen zijn ontwikkelingen anders verlopen dan in het oorspronkelijke plan was bedoeld. Bijvoorbeeld bij de ontwikkeling van het terrein van het ROC, waar een woonbestemming is ingevoerd in plaats van een schoollocatie. Zodra er voor dergelijke plannen welstandscriteria zijn vastgesteld, worden deze als aanvullend beleid toegevoegd.

Conclusie

De ErePrijsStraat in Krommenie is een sleutellocatie in het welstandsbeleid van Zaanstad. Het bouwen of renoveren in deze straat vereist niet alleen zorgvuldige planningswerkzaamheden op het vlak van fundering en bouwtechniek, maar ook aandacht voor beeldkwaliteit, architectonische uitwerking en aansluiting bij de omgeving.

De richtsnoeren van het welstandsplan, het beeldkwaliteitsplan en het bestemmingsplan vormen samen een duidelijke basis voor het beoordelen van bouwprojecten. Zowel de fundering als de architectonische uitwerking van een woning of bijgebouw moet passen in het straatbeeld, zorgvuldig zijn en afgestemd op de omgevingskenmerken. Met deze richtsnoeren kan Zaanstad zorgen voor een harmonieuze en duurzame bebouwing die past bij het Zaans karakter.

Bronnen

  1. Lokale regelgeving Zaanstad

Related Posts