Fundering en bouwtechnieken in het straatje van Johannes Vermeer: een bouwgeschiedenis in een schilderij
Inleiding
Het schilderij Het straatje van Johannes Vermeer is niet alleen een kunstwerk uit de Gouden Eeuw, maar ook een waardevolle bouwhistorische bron. In zijn schilderij toont Vermeer een detailrijk beeld van de stad Delft, met oude huizen, steegjes en de dagelijkse realiteit van het leven in de 17e eeuw. Voor de specialist in bouwgeschiedenis en renovatie is dit schilderij een unieke bron van informatie over bouwmaterialen, constructiesystemen, funderingen en woningbouwtechnieken uit die tijd. Ondanks het kleine formaat (54,3 x 44 cm) bevat het schilderij vele bouwkundige details die veel zeggen over de technologie en de architectuur van die tijd.
In dit artikel zullen we de bouwtechnieken en de constructieve opbouw van de huizen op Het straatje van Vermeer analyseren, met een focus op de fundering, metselwerk, poorten en daken. We zullen kijken hoe deze elementen voldoen aan de bouwpraktijk van de 17e eeuw in Delft en wat dat betekent voor huidige renovatieprojecten van historische woningen. Aan de hand van de beschikbare informatie uit de bronnen, zullen we bovendien een overzicht geven van de bouwkundige kenmerken van de huizen die Vermeer heeft afgebeeld en hoe die kunnen worden herkend in het huidige Delft.
Bouwgeschiedenis in beeld: het schilderij als document
Het schilderij Het straatje is ontstaan rond 1658, zoals vermeld in de bronnen. Het is een van de weinige stadsgezichten die Vermeer heeft gemaakt. In tegenstelling tot zijn bekendere werk Het gezicht op Delft, is Het straatje een kleinere, intiemere voorstelling van de stad. De huizen die Vermeer schilderde, liggen aan een straatje met een gemeenschappelijke muur. De afgebeelde huizen geven een realistische weergave van Delftse woningen uit de 17e eeuw, waarbij zowel de bouwkundige details als de dagelijkse activiteiten van bewoners zichtbaar zijn.
Hoewel het schilderij op eerste zicht lijkt op een fotografie, zijn de details van het metselwerk, de roestige vlekken in de kalklaag en de slijtage van de poorten opvallend realistisch. Deze zorgvuldige weergave maakt het schilderij tot een waardevolle bron van bouwkundige informatie. Vermeer schetste de straat en de mensen schematisch, maar de fundering, de muurconstructies en de daken zijn uitgevoerd met grote precisie.
Fundering van de huizen
De fundering van de huizen in Het straatje is niet expliciet zichtbaar in het schilderij, maar kan worden afgeleid uit de constructieve opbouw en de bouwtechnieken die in de 17e eeuw gebruikelijk waren in Delft. Aangezien de huizen aan een gracht staan en het straatje vermoedelijk in een eenvoudige buurt ligt, is de fundering waarschijnlijk uitgevoerd met houten palen in de gracht. Deze palen zouden in de zachte, vochtige bodem zijn gestoken en dienden als steun voor de muren en de bovenliggende constructie.
In Delft en andere Nederlands steden in de 17e eeuw was het gebruik van houten palen een standaardmethode voor woningbouw langs waterwegen. Deze techniek was noodzakelijk vanwege de natte bodem, die niet geschikt was voor zware metselwerkfunderingen. De palen werden meestal van eik of dennen hout gemaakt en behandelde men met olie of vet om de rotting tegen te gaan.
Aan de hand van de muurankers die in het schilderij zichtbaar zijn, kan ook worden afgeleid hoe het dak van de huizen op de muren rust. Muurankers zijn horizontale stukken hout of metaal die het dak bevestigen aan de muren. De aanwezigheid van deze elementen geeft aan dat de huizen een houten constructie hadden, waarbij het dak op de muren rustte en verbonden was met houten balken en haken.
Metselwerk en muren
Het metselwerk in Het straatje is een van de meest opvallende bouwkundige details in het schilderij. Vermeer gaf de voegen in het metselwerk heel geloofwaardig weer. Dit suggereert dat de huizen metselwerken hadden van kalksteen of zandsteen, die met kalkmortel zijn gelegd. In Delft was het gebruikelijk om woningen te bouwen met zandsteenmetselwerk, een techniek die sterk en duurzaam was, maar ook gevoelig was voor slijtage en natte lucht.
De roestige vlekken in de witte kalk onder aan de muur in de steeg geven aan dat de muren regelmatig werden gekalkt, wat een gebruikelijke onderhoudsmaatregel was in die tijd. Het sijpelende water in de goot geeft ook aan dat het huizencomplex een regenwaterafvoer had, wat voor die tijd een geavanceerde oplossing was. De aanwezigheid van een goot duidt op een zorgvuldig ontworpen dakconstructie die regenwater afleidde, wat voorkwam dat de muren doorweekt raakten en rottend werden.
Poorten en toegang
De poorten in Het straatje zijn een ander belangrijk bouwkundig detail. De poorten zijn in verband gebracht met de Penspoort, zoals vermeld in bron 2. Dit suggereert dat de poorten een functionele rol speelden, bijvoorbeeld als toegang tot een binnenhof of een opslagruimte. De haveloze staat van de poorten, met deels vergane verf, geeft aan dat de huizen in een minder welvarende buurt stonden. Dit past ook binnen het beeld van een eenvoudige straat in Delft met woningen voor slagers en vleeshouwers.
De poorten zijn geplaatst in een gemeenschappelijke muur die de twee huizen verbindt. Dit is een typisch kenmerk van 17e-eeuwse woningen in Delft en elders in Nederland. Gemeenschappelijke muren werden vaak gebruikt om bouwmaterialen te besparen en de warmteisolatie te verbeteren. De poorten waren meestal gemaakt van hout en werden bekleed met verf of lak om slijtage te voorkomen.
Dakconstructie en muurankers
De dakconstructie in Het straatje is een belangrijk bouwkundig detail dat veel zegt over de bouwtechnieken van de tijd. De muurankers die in het schilderij zichtbaar zijn, zijn horizontale elementen die het dak bevestigen aan de muren. Deze muurankers werden gebruikt om de druk van het dak op de muren te verdelen en te voorkomen dat het dak instortte. In de 17e eeuw was het gebruikelijk om houten muurankers te gebruiken, meestal van eik of dennen hout, die goed bestand waren tegen rotting.
De dakconstructie zelf was waarschijnlijk gemaakt van houten balken, met een zoldering van daken of stro, afhankelijk van de wens van de bewoner. In Delft en andere steden in de 17e eeuw was stro een veelgebruikte afdekkingsmateriaal voor daken, omdat het goed beschermde tegen regen en wind. In rijkere delen van de stad werd soms ook zandsteen of dakenplaten gebruikt, maar dat lijkt in dit geval niet het geval te zijn.
Bouwkundige asymmetrie
Een van de meest interessante bouwkundige details in Het straatje is de asymmetrie van de facade. De huizen zijn niet volledig symmetrisch, wat opvalt bij een zorgvuldige inspectie van het schilderij. De ontlastingsboog boven de grote vensters op de begane grond is bijvoorbeeld niet symmetrisch links en rechts. Links begint de ontlastingsboog in de muurdam, maar rechts eindigt hij al 15 cm voor de voordeur.
Deze asymmetrie kan het gevolg zijn van een aanpassing of verbouwing. Het is mogelijk dat de rechterkant van het venster ooit is uitgebreid, bijvoorbeeld om een groter venster te creëren. Dit soort aanpassingen was in de 17e eeuw niet ongebruikelijk, vooral in eenvoudigere woningen waar bewoners vaak zelf verbouwden om hun woning functioneler te maken.
De asymmetrie is ook zichtbaar in de luiken van de vensters. Het open luik van het rechter venster is slanker dan het linker luik, wat in tegenspraak is met de opzet van de verdieping, waar het rechter venster groter is. Deze schijnbare tegenstrijdigheid suggereert dat er aanpassingen zijn gedaan aan de vensters of luiken, of dat Vermeer een visuele truc heeft gebruikt om de levenswereld van de huizen beter te weergeven.
Locatie en bouwgeschiedenis van het straatje
De locatie van het straatje in Delft is onderzocht door professor Frans Grijzenhout en zijn team, zoals beschreven in bron 2. Aan de hand van perspectiefonderzoek en archieven kon vastgesteld worden dat het rechterhuis zo’n 6,5 meter breed is. In de archieven werd een register uit 1666-1667 gevonden dat de breedte van grachtenpanden en poorten bevatte. In deze bron was een beschrijving te vinden die precies klopte met de afbeelding in Het straatje.
De huizen die Vermeer schilderde, zijn gelegen in de Vlamingstraat 40 en 42. In die tijd woont de tante van Vermeer, Ariaentgen Claes van der Minne, in nummer 42. Zij verkoopt pens om in haar levensonderhoud en dat van haar 5 kinderen te voorzien. Deze informatie geeft een goed beeld van de sociale context van de huizen en duidt op een eenvoudige woningbouwperiode in Delft.
De poort aan de rechterkant heette tot in de 19de eeuw de Penspoort, wat een interessant detail geeft over de functie van de poort. Het suggereert dat de poort gebruikt werd voor opslag of transport van goederen, wat in overeenstemming is met de aanwezigheid van slagers en vleeshouwers in de buurt.
Vermeer als bouwhistorisch document
Hoewel Het straatje een kunstwerk is, is het ook een waardevolle bouwhistorische bron. De zorgvuldige weergave van de huizen, de poorten en de dakconstructie geeft inzicht in de bouwpraktijk van de 17e eeuw in Delft. Vermeer had duidelijk een goed oog voor detail en gebruikte zijn schilderkunst om de realiteit van het leven in die tijd te vangen.
Voor huidige bouwkundigen en renovateurs is dit schilderij een inspiratiebron. Het toont hoe huizen van die tijd waren opgebouwd, welke materialen werden gebruikt en hoe de constructies functioneerden. In combinatie met archieven en historische onderzoeksmethoden kan het schilderij gebruikt worden om historische woningen in Delft en elders in Nederland beter te begrijpen en te behouden.
Conclusie
Het schilderij Het straatje van Johannes Vermeer is meer dan een kunstwerk uit de Gouden Eeuw. Het is ook een waardevolle bron van bouwhistorische informatie. De zorgvuldige weergave van de huizen, de poorten en de dakconstructie geeft inzicht in de bouwpraktijk van de 17e eeuw in Delft. De fundering van de huizen is waarschijnlijk uitgevoerd met houten palen in de gracht, terwijl de muren van zandsteen met kalkmortel zijn gelegd. De poorten en de dakconstructie geven aan dat de huizen functioneel en duurzaam waren, maar ook gevoelig voor slijtage en onderhoud.
De asymmetrie van de facade en de aanwezigheid van muurankers suggereren dat er aanpassingen zijn gedaan aan de huizen, wat een typisch fenomeen was in die tijd. Het schilderij is ook een belangrijk document voor de bouwgeschiedenis van Delft, aangezien de locatie van de huizen in de Vlamingstraat kon worden vastgesteld aan de hand van archieven en perspectiefonderzoek.
Voor huidige bouwkundigen en renovateurs is Het straatje een inspiratiebron en een bron van inzicht in historische bouwtechnieken. Het toont hoe huizen van die tijd waren opgebouwd en welke materialen werden gebruikt. In combinatie met moderne onderzoeksmethoden kan het schilderij gebruikt worden om historische woningen in Delft en elders in Nederland beter te begrijpen en te behouden.
Bronnen
Related Posts
-
De juiste fundering voor een steenkorf schutting: een essentieel onderdeil voor duurzaamheid en stabiliteit
-
Fundering voor Stalen Kolommen: Technieken, Aandachtspunten en Uitvoering
-
Fundering voor stacaravan: Belangrijke aandachtspunten bij aankoop en bouw
-
Funderingen voor staalbouw: Technieken, voordelen en uitdagingen
-
Fundering van spouwmuur: constructie, toepassing en bouwtechnieken
-
De juiste fundering voor een schuurtje: een essentieel bouwelement
-
Fundering voor een schuur of overkapping: Kiezen voor stabiliteit en duurzaamheid
-
Fundering voor schuur op veen: Uitleg, technieken en praktische toepassing