Gemeente en omgevingsrecht: Aanlegvergunningen, toezicht en handhavingsstrategieën

Inleiding

In het kader van ruimtelijke ordening en omgevingsrecht speelt de gemeente een centrale rol bij het toezicht op en de handhaving van wet- en regelgeving. Dit betreft zowel het aanleggen van nieuwe bouwwerken of ruimtelijke ingrepen als het behoud van bestaande maatregelen, zoals het beheer van natuurgebieden of het omgaan met vogelschade. De Omgevingsverordening en de Wet ammoniak en veehouderij zijn sleutelinstrumenten die de gemeente gebruikt om het milieu te beschermen en te zorgen voor een evenwichtige ruimtelijke inrichting.

Deze artikelen, afkomstig uit de lokale regelgeving van gemeenten in Drenthe en gerelateerde documenten, leggen uit hoe gemeenten omgaan met aanlegvergunningen, bestemmingsplanwijzigingen, subsidies, en de implementatie van handhavingsstrategieën. Bovendien wordt duidelijk gemaakt welke middelen en maatregelen beschikbaar zijn om bijvoorbeeld vogelschade te beheersen, en hoe communicatie en voorlichting een rol spelen in het preventief beleid van gemeenten.

In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de relevante regelgeving, procedures, beschikbare subsidies, en toezichtstrategieën die gemeenten hanteren, met een nadruk op de praktische toepassing in de realiteit van woningbouw, ruimtelijke inrichting en milieubeheer.

Aanlegvergunningen en bestemmingsplanwijzigingen

Een gemeente speelt een belangrijke rol bij het aanleggen van nieuwe bouwwerken of ruimtelijke ingrepen. Voor dergelijke activiteiten is vaak een aanlegvergunning nodig. Dit is vooral van toepassing op projecten die het landgebruik of de ruimtelijke ordening aanzienlijk beïnvloeden. De Omgevingsverordening stelt hierover duidelijke eisen.

1. Verplichtheid van melding en aanlegvergunning

Volgens het regelgevingsdocument [1], moet een initiatiefnemer bij de aanplant van een bos niet alleen een melding doen bij de provincie, maar ook bij de gemeente onderzoeken of een aanlegvergunning en eventueel een bestemmingsplanwijziging nodig is. Een enkele melding bij de provincie is niet voldoende om met de aanleg te beginnen.

Dit betekent dat een gemeente niet alleen toezichthoudend, maar ook beslissend is bij het bepalen van de juridische mogelijkheden en beperkingen van een project. Voor projecten die tijdelijk productiebos betreffen, zijn er geen provinciale subsidies beschikbaar. Dit benadrukt de rol van de gemeente bij het stimuleren of beperken van zulke projecten, aangevuld met eventuele lokaal beschikbare financiële maatregelen.

2. Bestemmingsplanwijzigingen en vergunningen

Een bestemmingsplanwijziging is een juridisch instrument waarmee de gemeente kan bepalen hoe een bepaalde locatie in de toekomst gebruikt mag worden. Dit kan nodig zijn bij projecten zoals de transformatie van een vakantiepark naar een woonbestemming. In dergelijke gevallen is het voor de gemeente belangrijk om de potentie van de locatie te beoordelen, met name in relatie tot de verwachte investeringen en de mogelijke waardestijging van de bebouwing. De gemeente kan op basis van de getaxeerde waardestijging besluiten of een bestemmingsplanwijziging technisch en economisch haalbaar is.

Toezicht en handhavingsstrategieën

Naast het toezicht op het aanleggen en beheren van ruimtelijke objecten, is het handhaven van wet- en regelgeving een essentieel onderdeel van de functie van de gemeente. Handhavingsstrategieën zijn daarbij belangrijk om te zorgen voor naleving en om overtredingen te voorkomen of op te lossen.

1. Toezichtstrategieën en het Besluit omgevingsrecht (BOR)

Het Besluit omgevingsrecht (BOR) stelt in algemene termen eisen aan het toezicht dat gemeenten uitvoeren op wet- en regelgeving. De uitvoeringsstrategieën van gemeenten worden hierin verder uitgewerkt, gebaseerd op landelijke richtlijnen en aangevuld met lokale werkwijzen. Deze strategieën zijn verplicht om periodiek te herijken, aangevuld met wettelijke kwaliteitscriteria die in 2015 in het BOR zijn opgenomen.

De gemeente dient dus niet alleen toezicht te houden, maar ook strategisch te denken over hoe en met welke middelen dit toezicht effectief kan worden uitgevoerd. De intensiteit en vorm van het toezicht worden bepaald door de resultaten van de omgevingsanalyse, ervaringen uit het verleden, en de specifieke situatie van de gemeente.

2. Aanleidingen voor toezicht

Toezicht in de drie gemeenten (zoals bedoeld in [2]) vindt plaats op basis van diverse aanleidingen, zoals:

  • Het jaarlijks uitvoeringsprogramma.
  • Aangevraagde vergunningen en ontvangen meldingen.
  • Specifieke thema’s of projecten.
  • Ontvangen klachten, handhavingsverzoeken of calamiteiten.
  • Waarnemingen in het vrije veld, zoals door oog en oor.

Deze aanleidingen helpen de gemeente om prioriteiten te stellen en het toezicht effectief te organiseren. Het betreft zowel preventieve als reaktieve maatregelen, afhankelijk van de situatie.

3. Vormen van toezicht

Toezicht kan verschillende vormen aannemen, afhankelijk van het doel en de aard van de activiteit. Dit kan variëren van visuele inspecties en metingen tot juridische stappen bij overtredingen. De uitkomsten van het toezicht worden meestal geregistreerd en kunnen als input dienen voor toekomstige beleidsplannen en strategieën.

Meldingen en handhaving bij vogelschade

Een specifieke situatie waarbij de gemeente een rol speelt is de handhaving rond vogelschade. In regelgeving [1] wordt duidelijk gemaakt welke middelen en maatregelen beschikbaar zijn om vogelschade te beheersen.

1. Beschikbare middelen tegen vogelschade

Volgens de Omgevingsverordening zijn een reeks middelen beschikbaar om vogelschade te beheersen. Deze middelen zijn ingedeeld in categorieën en omvatten onder andere:

  • Afdeknetten
  • Agri-Laser
  • Angstkreten
  • Ballonnen
  • Elektronische geluidsgolven
  • Fladderprojectiel
  • Flitsmolens
  • Geweer (als akoestisch middel)
  • Kleppermolentjes
  • Knalapparaat
  • Nabootsing roofvogel
  • Ophangen dode vogels
  • Rammelblikjes
  • Ratels en kleppers
  • Ritselfolie
  • Schriklint

Deze middelen zijn bedoeld om vogelschade in de land- en tuinbouw te beheersen en te voorkomen. Het gebruik van deze middelen moet echter altijd binnen de juridische kaders gebeuren, en het is verplicht om melding te maken bij de provincie indien er sprake is van schade door vogels.

2. Lijst van schadevogels

De lijst van schadevogels, zoals vermeld in de Omgevingsverordening, is gebaseerd op artikelen 4.1 en 4.5. De lijst omvat onder andere:

  • Brandgans
  • Branta leucopsis
  • Grauwe gans
  • Anser anser
  • Knobbelzwaan
  • Cygnus olor
  • Kolgans (Europese)
  • Anser albifrons
  • Rietgans (Toendra- / Taigarietgans)
  • Anser serrirostris / Anser fabalis
  • Roek
  • Corvus frugilegus
  • Smient
  • Anas penelope
  • Spreeuw
  • Sturnus vulgaris

Deze vogels kunnen schade veroorzaken in agrarische bedrijven, zoals op aangemaakte landbouwgrond of op veebedrijven. Het gebruik van beschermende middelen zoals boven beschreven is noodzakelijk om schade te beperken.

Communicatie en voorlichting als handhavingsinstrument

Naast juridische handhaving is communicatie een belangrijk instrument in de omgevingsbeleidspraktijk. In [2] wordt uitgelegd hoe gemeenten communicatie inzetten om burgers en bedrijven te informeren over wetgeving, indieningsvereisten en andere regelgevingen.

1. Rol van voorlichting

Voorlichting speelt een belangrijke rol in het voorkomen van overtredingen die ontstaan door gebrek aan kennis of informatie. Gemeenten informeren burgers en bedrijven via diverse kanalen, zoals:

  • Informatie op websites over beleid, wetgeving en indieningsvereisten.
  • Verwijzingen naar websites van landelijke overheden met actuele wetgeving en indieningsmogelijkheden.
  • Informatieve bladen bij verandering van wetgeving.
  • Brochures en folders in gemeentehuizen.
  • Vooroverleg bij indieningsprocessen.
  • Bespreking van (toetsings)resultaten na het indienen van een concept aanvraag.
  • Informatie bij weigering of buiten behandeling laten van een aanvraag.

Deze maatregelen zijn gericht op het voorkomen van onnodige overtredingen en het creëren van inzicht in de regelgeving.

2. Communicatie als ondersteuning van juridische handhaving

Communicatie wordt bovendien ingezet als ondersteuning van juridische handhaving. Het is een facilitair instrument dat helpt bij het toezicht houden en het uitvoeren van handhavingsmaatregelen. Door vroegtijdige communicatie en voorlichting kan worden voorkomen dat overtredingen voorkomen of herhaald worden.

Aanvragen voor monumenten en handhaving

Een aparte regelgeving geldt voor aanvragen die betreffen het slopen of bouwen van monumenten. In [2] wordt uitgelegd dat aanvragen voor monumenten, naast de gebruikelijke beoordeling, ook door de gemeentelijke monumentencommissie worden getoetst. Deze toetsing is een extra stap om te zorgen dat de historische en culturele waarde van monumenten wordt behouden.

De gemeentelijke monumentencommissie beoordeelt of het sluiten of aanpassen van een monument in overeenstemming is met de beschermingswaarden van het betreffende object. Deze stap is belangrijk om de architectonische en historische waarde van de bouwtekening en de omgeving te behouden.

Subsidies en beleidsinstrumenten

Subsidies zijn een belangrijk onderdeel van het beleid dat gemeenten hanteren om ruimtelijke ontwikkelingen te stimuleren of te beperken. In [1] wordt beschreven hoe Drenthe via verschillende fondsen subsidies aan gemeenten toekent om beleidsmaatregelen tot uitvoering te brengen.

1. Zachte en harde maatregelen

Drenthe stimuleert gemeenten om beleidsmaatregelen te combineren met zowel 'harde' als 'zachte' maatregelen. Harde maatregelen zijn bindend en juridisch verankerd, zoals vergunningen of beperkingen in het bestemmingsplan. Zachte maatregelen zijn niet-bindend en gericht op overtuiving, zoals subsidies of voorlichting.

De combinatie van beide types maatregelen zorgt voor een evenwichtige ruimtelijke structuur. Echter, als uitsluitend zachte maatregelen worden ingezet, kan het risico bestaan dat onaanvaardbare ontwikkelingen in de periferie plaatsvinden, zoals het vestigen van winkels op bedrijventerreinen, wat kan leiden tot het verstoren van de hoofdwinkelstructuur.

2. Subsidies en investeringen

Subsidies kunnen bijvoorbeeld worden gebruikt om leegstand in centra te verkleinen en transformatie of herstructurering te stimuleren. In het geval van transformaties van vakantieparks naar woningbouw, kunnen subsidies een rol spelen in de financiering van de benodigde investeringen. Deze investeringen kunnen gedeeltelijk worden gedeclareerd uit de waardestijging van de recreatiewoningen die volgt uit een bestemmingsplanwijziging.

Conclusie

De rol van de gemeente in het kader van omgevingsrecht en ruimtelijke ordening is veelzijdig en essentieel voor de naleving van wet- en regelgeving. Van het verlenen van aanlegvergunningen tot het uitvoeren van toezicht en handhavingsmaatregelen, de gemeente staat centraal in de regelgeving die het milieu, het bouwbedrijf en de ruimtelijke ordening regelt.

Naast juridische handhaving zijn communicatie, voorlichting en subsidies belangrijke instrumenten om burgers en bedrijven te informeren en te motiveren tot naleving van regelgeving. Ook speelt de gemeente een rol in het beheersen van vogelschade en het behoud van monumenten. Deze maatregelen helpen om een evenwichtige, duurzame ruimtelijke ontwikkeling te realiseren.

Bronnen

  1. Lokale regelgeving - CVDR705506
  2. Lokale regelgeving - CVDR375959

Related Posts