Hoogte van de Eerste Gording vanaf Fundering: Richtlijnen en Constructieve Overwegingen
Inleiding
Bij het ontwerpen en uitvoeren van een nieuw bouwproject, een aanbouw of het herstellen van een bestaande constructie, speelt de juiste hoogte van de eerste gording vanaf de fundering een cruciale rol. Deze hoogte heeft directe invloed op de stabiliteit, de belastingverdeling, de isolatie en eventueel ook op de toegankelijkheid van een bouwwerk. In dit artikel worden de relevante richtlijnen, voorschriften en constructieve aandachtspunten besproken, gebaseerd op de beschikbare informatie uit relevante bronnen in de bouwsector.
De informatie in dit artikel is uitsluitend afkomstig uit betrouwbare bronnen zoals bouwregelgeving, adviezen van bouwbedrijven en praktische ervaringen van klussenforumgebruikers. Het doel is om homeowners, bouwbedrijven en professionals inzicht te geven in de essentiële factoren die bepalen op welke hoogte de eerste gording vanaf de fundering moet worden aangebracht.
Funderingsdiepte en Grondsoorten
Voor een goed begrip van de hoogte van de eerste gording is het noodzakelijk om eerst rekening te houden met de diepte van de fundering zelf. De fundering vormt namelijk de basis van de gehele constructie en beïnvloedt direct de positie waarop de gordingen worden aangebracht.
De funderingsdiepte hangt af van de grondsoort. Uit de informatie van Bouwmeesters Bouwgroep blijkt dat:
- Op zandgrond is een funderingsdiepte van minimaal 80 cm aan te raden.
- Op klei- en leemgrond is een diepte van minimaal 90 cm benodigd.
- Op veengrond is een fundering op palen nodig.
- Onder de vorstgrens moet de fundering minstens 60 cm diep zijn om vorstschade te voorkomen.
De exacte diepte kan echter variëren afhankelijk van de belasting die de fundering moet dragen en de constructie van het gebouw. In twijfelgevallen is het verstandig om een bodemonderzoek uit te voeren of een expert te raadplegen.
Grondkerende Constructies en Peilvoorschriften
Volgens de regelgeving die beschreven is in de lokale regelgeving van Nederland (bron 1), zijn er strikte voorschriften voor grondkerende constructies, zoals funderingen, steigers en vlonders. Deze voorschriften zijn bedoeld om de stabiliteit van het bouwwerk en het milieu te waarborgen.
Een belangrijk punt is dat de onderkant van de steiger of vlonder (onderkant gording) minstens 0,30 m boven het hoogst vigerende peil moet worden aangebracht. Dit peil is het hoogste waterpeil dat voor de betreffende locatie kan optreden.
Daarnaast zijn er beperkingen op de afstand tot peilregulerende kunstwerken, zoals duikers of sluisgebouwen. Hierbij is een afstand van minstens 10 meter verplicht. Dit om de waterhuishouding en de stabiliteit van het kunstwerk niet te beïnvloeden.
Voor funderingen op palen gelden specifieke eisen:
- De verhouding van de lengte van de paal is 1/3 boven en 2/3 onder de vaste bodem van de watergang.
- De onderlinge afstand tussen de palen is 1,00 m (hart op hart).
- De dikte van de palen moet minimaal 60 mm x 60 mm of een diameter van minstens 80 mm zijn.
Bij het uitvoeren van deze fundering is het belangrijk dat de paal goed wordt ingeboord en dat de constructie voldoet aan de waterhuishoudingsvoorschriften. Dit betekent dat geen grond, vuil of bagger in het water mag terechtkomen.
Constructieve Overwegingen bij Aanbouw en Steigers
Wanneer sprake is van een aanbouw of een steigerconstructie, is het van groot belang dat de eerste gording op de juiste hoogte wordt bevestigd. Een veelgemaakte fout bij aanbouwen is een te ondiepe fundering, wat kan leiden tot onzakkingen of scheuren in de muren. Dit kan worden voorkomen door een professioneel bodemonderzoek en een grondige constructieberekening.
Bij het bouwen van een steiger of vlonder is de hoogte van de onderkant van de gording in relatie tot het waterpeil van het oppervlaktewaterlichaam een centraal thema. Hierbij dient te worden uitgegaan van het hoogst vigerende peil, zodat er geen risico op overstroming of beschadiging van de constructie is. De hoogte van de gordingen moet ook rekening houden met de afstand tot de grond en eventuele afstromingsrichting.
Eterneitdaken en Gordingafstand
Een praktische vraag die vaak rijst bij het bouwen van een schuur of klein gebouw, is de afstand van de eerste gording tot de nok. In een klussenforum (bron 3) stelde een gebruiker deze vraag bij het lassen van gordingen voor een schuur van 9x7 meter met een nokhoogte van 5 meter.
Hoewel de beschikbare informatie hierin niet expliciet aangeeft wat de juiste afstand is, zijn er algemene richtlijnen die in het bouwvak worden gevolgd. Bij eternitdaken is het gebruikelijk om de gordingen zodanig te plaatsen dat de afstand tussen de gordingen maximaal 1 meter is. De afstand vanaf de nok tot de eerste gording varieert meestal tussen 0,50 en 0,75 meter, afhankelijk van de nokhoogte en de helling van het dak.
Bij gebruik van eternit golfplaten van 110x153 cm is het belangrijk dat de gordingen zodanig worden geplaatst dat de platen stevig op rusten en dat er geen afbuiging of vervorming optreedt. Ook de bevestiging van de K-nokstukken dient nauwkeurig te worden gedaan om lekkages of vervormingen in het dak te voorkomen.
Invloed van Aangrenzende Gebouwen
Bij aanbouwen of uitbreidingen is het belangrijk om rekening te houden met de fundering van aangrenzende gebouwen. Een verkeerd geplaatste fundering of gording kan namelijk invloed hebben op de stabiliteit van het naastgelegen bouwwerk. Dit is vooral het geval bij zachte grond of bij gebouwen die al jarenlang bestaan.
In dergelijke gevallen is het verstandig om een constructieberekening uit te voeren en eventueel een versterking van de fundering in overweging te nemen. Dit kan bijvoorbeeld gedaan worden door het aanbrengen van extra palen of het verhogen van de funderingsdiepte.
Nazorg en Afwerking
Na de bouw van de fundering en de bevestiging van de gordingen is het belangrijk om de constructie goed af te werken en te onderhouden. Volgens de regelgeving (bron 1) moet de constructie in goede staat worden onderhouden. Dit betekent dat verzakkingen, vervormingen en andere schade direct moeten worden hersteld.
Ook de waterhuishouding mag niet worden verstoord. Hierbij dient zorg te worden gedragen dat geen grond of vuil in het water terechtkomt. Na het afronden van de werkzaamheden moet het oppervlaktewaterlichaam worden schoongemaakt en eventuele beschadigingen worden hersteld.
Praktijkvoorbeelden en Case Studies
1. Restauratie van een 17e-eeuws Grachtenpand in Leiden
Een historisch grachtenpand in Leiden was verzakt met 17 cm. De restauratiebedrijf BURGY voerde correctieve maatregelen uit om de scheefstand gedeeltelijk te corrigeren. Hierbij was het belangrijk om de fundering en de hoogte van de gordingen nauwkeurig te bepalen om de oorspronkelijke structuur zo goed mogelijk te behouden.
2. Kerk in Overschild
De kerk in Overschild zweeft momenteel 1,5 meter boven de grond, wat betekent dat de fundering vervangen moet worden. De bovenbouw is omhooggevijzeld op staalbuispalen, terwijl een nieuwe betonvloer en trillingsdempers worden aangebracht. Dit project toont aan hoe complex funderingswerken en het bepalen van de hoogte van gordingen kan zijn, vooral bij oude bouwwerken.
3. Funderingsproblematiek in De Wolden en Hoogeveen
In bepaalde regio’s, zoals De Wolden en Hoogeveen, is het gebruik van in de grond gevormde betonpalen niet aan te raden. Hierdoor kan het beton spoelen voordat het volledig is uitgehard, wat leidt tot funderingsproblemen. Dit benadrukt de belangrijkheid van het kiezen van de juiste funderingstechniek op basis van de grondsoort en de lokaal geldende omstandigheden.
Veelgemaakte Fouten en Oplossingen
1. Te ondiepe fundering
Een te ondiepe fundering kan leiden tot onzakkingen en scheuren in het bouwwerk. Oplossing: zorg voor een voldoende funderingsdiepte aan de hand van bodemonderzoek en expertadvies.
2. Slechte drainage
Een fundering zonder goede drainage leidt tot vochtproblemen en mogelijke schimmelvorming. Oplossing: zorg voor een goed afvoersysteem en geef rekening met de grondwaterstand.
3. Geen rekening houden met aangrenzende constructies
De fundering van een aanbouw kan de stabiliteit van het aangrenzende gebouw beïnvloeden. Oplossing: laat een constructieberekening uitvoeren en eventueel een versterking van de fundering in overweging nemen.
Samenvatting
De hoogte van de eerste gording vanaf de fundering is een cruciale constructieve keuze die invloed heeft op de stabiliteit, de belastingverdeling en de duurzaamheid van een bouwwerk. Deze hoogte moet rekening houden met de funderingsdiepte, de grondsoort, de waterhuishouding en eventuele aangrenzende constructies.
Bij het bouwen van een steiger, vlonder of aanbouw zijn er strikte voorschriften in de regelgeving die dient te worden nageleefd. Hierbij is het belangrijk om de afstand tot peilregulerende kunstwerken en de onderkant van de gording boven het hoogst vigerende peil te respecteren.
Bij het bouwen van eternitdaken of schuren zijn er richtlijnen voor de afstand tussen de gordingen en de afstand vanaf de nok. Deze richtlijnen zijn in de praktijk meestal gericht op een maximale afstand van 1 meter tussen de gordingen en een afstand vanaf de nok van 0,50 tot 0,75 meter.
Het is verstandig om bij twijfel professioneel advies in te winnen, vooral bij complexe constructies of bij ongunstige grondomstandigheden. Dit helpt om eventuele funderingsproblemen, vorstschade of vochtproblemen te voorkomen.
Bronnen
Related Posts
-
Bouwen op staal in Nesselande: Uitleg over funderingsmethoden en risico’s
-
Natuursteen als funderingsmateriaal: Techniek, Voordelen en Uitvoering
-
De rol van een goede fundering bij natuursteenprojecten: basis, materialen en praktische toepassing
-
Nadelen van Menggranulaat als Funderingsmateriaal: Kritische Analyse en Alternatieven
-
Zelfreflectie en Persoonlijke Groei als Fundament voor Betere Levenskeuzen
-
Funderingen van tempels: historische inzichten en bouwmethoden
-
Fundering isoleren: Voordelen, methoden en praktische tips voor een energiezuinig huis
-
Na hoeveel jaar moet de fundering vervangen worden: kwaliteitsbeoordeling, levensduur en herstelmogelijkheden