Hoogtemeting en funderingscontrole: essentiële stappen voor betrouwbare constructies

In de bouwsector en bij renovaties is het nauwkeurig bepalen van hoogtes en het monitoren van eventuele zettingen of zakkingen van fundamenten van groot belang. Een fundering vormt namelijk de basis van elk gebouw of aanbouw, en een incorrecte uitvoering kan leiden tot scheuren in muren, vochtproblemen of zelfs instabiliteit. In dit artikel geven we een overzicht van de technieken en gereedschappen die gebruikt kunnen worden om hoogtes en zakkingen nauwkeurig te meten, en bespreken we de rol van de fundering diepere grondlagen, zand, klei, veen en cementvrije materialen. Het artikel is gericht op eigenaars, handwerkers en bouwprofessionals die betrouwbare informatie willen over het uitvoeren van hoogtemetingen en het bepalen van de juiste funderingsdiepte.

De rol van hoogtemeting in bouwprojecten

Hoogtemeting is een essentieel onderdeel van bouw- en renovatieprojecten. Het gaat om het bepalen van de horizontale en verticale positie van verschillende structuren, zoals vloeren, muren of funderingen, ten opzichte van een vast referentiepunt. Deze metingen zijn niet alleen belangrijk voor esthetische redenen, maar vooral voor de structurale stabiliteit van het gebouw. Een correcte hoogtemeting zorgt ervoor dat alle elementen op een juiste hoogte worden aangebracht, wat voorkomt dat er later ongelijke zettingen of scheuren optreden.

Nulmeting en zakkingsnelheidsmeting

Een nulmeting is een uitgangspunt dat opgenomen wordt vóór de start van bouwactiviteiten. Deze meting dient als referentiepunt voor alle latere hoogtemetingen. Door periodieke metingen te verrichten, kan men controleren of het gebouw is gaan zinken of vervormen. Dit is vooral belangrijk bij oudere gebouwen of bij aanbouwen waarbij de fundering van het nieuwe gedeelte aansluit op een bestaande fundering.

Zakkingsnelheidsmetingen worden uitgevoerd om vast te stellen of een fundering voldoende draagvermogen heeft. De zakking wordt gemeten door meetpunten (of meetbouten) in de gevel te plaatsen. Deze meetbouten zijn roestvrijstalen staven of bouten die in de muur worden gelijmd. Met behulp van een hoogtemeter of laserwaterpas worden deze meetpunten periodiek gemeten, om de zetting over een langere periode in kaart te brengen. De meetnauwkeurigheid van dergelijke metingen is circa 0,3 mm.

Een acceptabele zakkingsnelheid ligt tussen 0,1 en 1,5 mm per jaar. Een hogere zakking duidt op mogelijke problemen met de fundering. Een 19e-eeuwse fundering die sneller zakt dan 2,5 mm per jaar is waarschijnlijk slecht. Bij zakkingsnelheden boven de 8 mm per jaar worden meestal noodmaatregelen genomen.

Meetonnauwkeurigheid en meetperiode

Hoogtemetingen over een korte periode (onder 1 jaar) worden gedomineerd door meetonnauwkeurigheid. Dit betekent dat korte metingen niet voldoende zijn om conclusies te trekken over de kwaliteit van de fundering. De zetting van een fundering is een langzaam proces en vereist dus ook langdurige metingen. Een lage zakkingsnelheid geeft aan dat de zandlaag waarop gefundeerd is, een goed draagvermogen heeft. Echter, zelfs bij langdurige metingen kan er geen betrouwbaar beeld ontstaan van de kwaliteit van de houtconstructie.

Hoe uitvoeren van hoogtemetingen

Het correct uitvoeren van hoogtemetingen is essentieel voor het succes van een bouwproject, of het nu gaat om een kleine tuin, een oprit of een complexere aanbouw. De volgende stappen kunnen worden gevolgd om hoogtes nauwkeurig te bepalen.

Benodigdheden

Voordat de metingen beginnen, is het belangrijk om de juiste gereedschappen voor te bereiden. De volgende materialen zijn nodig:

  • Hoogtemeter of laserwaterpas: Voor het nauwkeurig bepalen van hoogtes.
  • Meter: Om afstanden te meten.
  • Bouwtouw: Om referentielijnen uit te zetten.
  • Piketten en plakband of gekleurde stift: Om de hoogtes visueel duidelijk te markeren.
  • Potlood: Voor het aanbrengen van markeringen op het bouwtouw of piketten.

Stap 1: Bepaal het referentiepunt

Het eerste wat gedaan moet worden is het bepalen van een referentiepunt. Dit is een vaste positie op de werf waarvan alle hoogtemetingen worden gedaan. Het is aan te raden om een punt te nemen dat niet verandert, zoals een bestaande vloerpas, een dorpel van het huis of een stabiel punt in de omgeving. Dit referentiepunt moet nauwkeurig gemeten worden en goed aangegeven worden zodat het tijdens het project steeds als nulpunt kan worden gebruikt.

Stap 2: Installeer de hoogtemeter

De hoogtemeter of laserwaterpas moet op een stabiele ondergrond worden geplaatst. Vervolgens wordt de hoogte gemeten ten opzichte van het referentiepunt. Bijvoorbeeld bij het aanleggen van een oprit van 8 meter in lengte, wordt een piket in de grond geklopt aan het einde van de oprit (bij het huis, het hoogste punt) en twee piketten bij de start van de oprit. De start van de oprit moet minimaal 8 cm lager liggen om voldoende helling te creëren voor afwatering.

De hoogtes worden gemarkeerd op de piketten, bijvoorbeeld met plakband of gekleurde stift, zodat ze tijdens de werken duidelijk zichtbaar zijn. Als dit het eerste gebruik is van een hoogtemeter, is het verstandig om eerst een korte handleiding te doorlopen.

Stap 3: Span bouwtouw

Nadat de hoogtes zijn bepaald, wordt bouwtouw gespannen tussen de gemarkeerde piketten. Dit zorgt voor een visuele richtlijn en helpt bij het houden van alle elementen op lijn. Het bouwtouw moet strak gespannen worden om meetfouten te voorkomen.

Stap 4: Herhaal de stappen

Alle hoogtes die op het plan staan, worden op dezelfde manier uitgezet. Dit betekent dat bijvoorbeeld een oprit visueel in beeld komt en duidelijk is waar deze zal liggen. Door de metingen en het spannen van het bouwtouw te herhalen, wordt een betrouwbaar beeld geschapen van de hoogtes.

Stap 5: Controleer en pas aan indien nodig

Voor de start van de uitvoering moeten alle metingen nog eens gecontroleerd worden. Kleine afwijkingen kunnen grote gevolgen hebben, dus het dubbelchecken van de metingen is verplicht. Als er afwijkingen worden gevonden, kunnen deze metingen worden aangepast.

Stap 6: Begin met de grondwerken

Zodra alle hoogtes correct zijn uitgezet, kan het werk beginnen met de grondwerken. Dankzij de voorbereidingen wordt de juiste diepte gegraven, wat tijd en geld bespaart, aangezien er geen overmatige aardewerkzaamheden nodig zijn.

De funderingsdiepte en grondsoorten

De diepte van een fundering hangt af van de grondsoort en de belasting die het gebouw of de aanbouw moet dragen. Elke grondtype heeft andere eigenschappen en vereist daarom een andere aanpak bij de fundering.

Op zandgrond

Bij zandgrond is een funderingsdiepte van minimaal 80 cm aan te raden. Zandgrond is meestal stabiel en heeft een goed draagvermogen, maar het is belangrijk om te controleren of er geen ondergrondse waterspiegel is die de fundering kan beïnvloeden.

Op klei- en leemgrond

Bij klei- en leemgrond is een diepte van minimaal 90 cm nodig. Deze gronden zijn meestal zwaarder en kunnen meer druk verdragen, maar ze kunnen ook zetten of samentrekken bij veranderingen in vochtgehalte. Dit maakt het belangrijk om extra aandacht te besteden aan de drainage.

Op veengrond

Veen is een instabiele grondsoort die niet geschikt is voor conventionele funderingen. Hier is een fundering op palen vereist. De palen moeten diep genoeg zijn om grip te krijgen in de onderliggende zand- of kleilaag. Het is verstandig om in dit geval een bodemonderzoek uit te voeren om de juiste palen en funderingsoplossing te bepalen.

Onder de vorstgrens

Een fundering moet minimaal 60 cm onder de vorstgrens liggen om vorstschade te voorkomen. Bij vorst kan de grond opzwellen en de fundering beschadigen, wat leidt tot scheuren in de muren en instabiliteit van het gebouw.

Belasting en constructie

De exacte funderingsdiepte hangt ook af van de belasting die het gebouw of de aanbouw moet dragen. Heeft het gebouw bijvoorbeeld meerdere verdiepingen of een zware dakhelling, dan is een diepere fundering nodig. Bij twijfel over de juiste diepte is het verstandig om een bodemonderzoek uit te voeren en eventueel een constructieberekening te laten maken.

Veelgemaakte fouten bij funderingen

Er zijn enkele veelvoorkomende fouten bij het aanleggen van funderingen die problemen kunnen veroorzaken:

  • Te ondiepe fundering: Als de fundering niet diep genoeg is, kan het wegzakken of ongelijk verzakken. Dit leidt tot scheuren in de muren en instabiliteit.
  • Slechte drainage: Een fundering zonder voldoende drainage kan leiden tot wateroverlast en vochtproblemen.
  • Geen rekening houden met aangrenzende gebouwen: Een aanbouw kan de fundering van aangrenzende gebouwen beïnvloeden. Het is belangrijk om een constructieberekening te laten maken om schade te voorkomen.

Innovaties in funderingsmaterialen

In de bouwsector zijn er steeds meer innovatieve materialen en technieken op komst die het milieuaspect en de duurzaamheid van funderingen verbeteren. Een voorbeeld hiervan is het gebruik van cementvrije betonmixen bij funderingen van windturbines.

Cementvrije fundering voor windturbines

Een Franse projectontwikkelaar heeft onlangs een windturbine van 180 meter hoog gefundeerd op een cementvrije betonmix. Deze betonmix is geproduceerd door Hoffmann Green Cement Technologies en bestaat uit hoogovenslakken en een alkalische activator. Het resultaat is een geopolymeerbeton dat geen Portlandcement bevat. Dit type beton heeft een veel lagere CO2-uitstoot dan traditioneel cement en is daarom in lijn met de klimaatdoelstellingen van de bouwsector.

De fundering van de windturbine bestond uit 630 kubieke meter beton en was een klus die geen ruimte voor fouten liet. Windturbines moeten immers tientallen jaren meegaan en grote belastingen verdragen. Het gebruik van cementvrije materialen in dergelijke projecten is een bemoedigend signaal voor de toekomstige ontwikkelingen in de bouwsector.

CO2-uitstoot en duurzaamheid

Windturbines compenseren de CO2-uitstoot die gerelateerd is aan hun materialen binnen een paar maanden na ingebruikname. De toekomstige duurzaamheid van de bouwsector houdt echter ook in dat andere materialen zoals staal en beton verduurzaamd moeten worden. Geopolymeerbeton biedt hierin een interessante optie, maar in Nederland is het gebruik ervan nog beperkt.

Conclusie

Hoogtemetingen en funderingscontrole vormen essentiële onderdelen van elk bouw- of renovatieproject. Het correct uitvoeren van hoogtemetingen met behulp van een hoogtemeter of laserwaterpas zorgt ervoor dat alle constructies op de juiste hoogte worden aangebracht. Een correcte fundering is eveneens van groot belang om instabiliteit, scheuren en vochtproblemen te voorkomen.

De diepte van de fundering hangt af van de grondsoort, de belasting en de omgevingstemperatuur. Zandgrond vereist minimaal 80 cm diepte, terwijl veengrond funderingen op palen nodig heeft. Onder de vorstgrens moet de fundering minimaal 60 cm diep liggen.

Naast traditionele bouwmethoden worden er ook steeds meer duurzame materialen geïntroduceerd, zoals geopolymeerbeton in funderingen van windturbines. Deze innovaties dragen bij aan een verduurzamde bouwsector en kunnen worden meegenomen in toekomstige bouwprojecten.

Voor eigenaars en bouwprofessionals is het belangrijk om voldoende kennis te hebben over hoogtemetingen en funderingsdiepte om zeker te zijn van een betrouwbare en duurzame constructie. Bij twijfel is het verstandig om een bodemonderzoek uit te voeren of hulp in te schakelen bij een bouwbedrijf of constructeur.

Bronnen

  1. Scheurmeter.nl – Hoogtemeting
  2. Fundamentzelfbouw.be – Hoe zet ik een hoogte uit met een hoogtemeter of bouwlaser
  3. Bouwmeestersbouwgroep.nl – Hoe diep moet een fundering van een aanbouw zijn
  4. Wattisduurzaam.nl – Windturbine van 180 meter hoog op cementvrije fundering

Related Posts