Geschiedenis van de riolering: van oude civilisaties tot moderne sanitair

De geschiedenis van de riolering is een fascinerend verhaal over de menselijke evolutie in het omgaan met afval en sanitair. Vanaf de oudste beschavingen tot de moderne tijd, heeft de riolering zich ontwikkeld tot een essentieel onderdeel van de stedelijke infrastructuur. In dit artikel worden de belangrijkste fasen en ontwikkelingen in de geschiedenis van de riolering toegelicht, met aandacht voor technische innovaties, hygiëne en de invloed op de maatschappij.

De oorsprong van de riolering

De oorsprong van de riolering gaat terug tot de oudste beschavingen, zoals die in de Indusvallei in Zuid-Azië. Hier werden al ruim 5000 jaar geleden ondergrondse rioleringen aangelegd, die werden gebruikt om afvalwater af te voeren. Deze rioleringen bestonden uit ondergrondse buizen en reservoirs, en stonden in verband met het gebruik van badkamers en waterputten. In de oudste steden zoals Harappa en Mohenjo-Daro werd het afvalwater van woningen via afgesloten terracotta buizen afgevoerd naar openbare afvoeren. Dit was een van de eerste stedelijke sanitatiesystemen ter wereld.

In het oude Egypte werden ook al rioleringen gebruikt. In de piramide van Sahure en het tempelcomplex in Abusir zijn koperen drainagebuizen ontdekt die rond 2400 v. Chr. werden gebruikt. Deze buizen werden gebruikt om water af te voeren en vormden zo de basis van het moderne rioleringssysteem. Ook in het oude Rome was de riolering ontwikkeld. Vanaf het Forum Romanum liep een riool naar de Tiber, de zogenaamde Cloaca Maxima. Deze riolering was een van de eerste grote openbare rioleringen ter wereld en werd tussen 800 en 735 v. Chr. aangelegd.

De middeleeuwen: van openbare riolen naar beerputten

In de middeleeuwen verdween de kennis over het bouwen van rioleringen na het verval van de Romeinse beschaving. In de steden van die tijd liepen goten in de straten waarin alle viezigheid werd geloosd. Deze zogenaamde slopoppen, open riolen, waren de voorlopers van de latere riolen. Het moest behoorlijk gestonken hebben in de steden van die tijd, met als gevolg dat ziektes snel verspreidden. In de middeleeuwen hadden de edelen een apart kamertje aan de kasteelmuur, waarin hun uitwerpselen belandden in de slotgracht of ravijn. De gewone stad- of dorpsbewoners hadden geen eigen kamertje, en deden hun gevoeg op straat, op een emmer of in de vrije natuur.

Tijdens de Renaissance kwam het gebruik van de 'gemaksstoel' of 'kakstoel' op. Deze toiletten stonden in het meubilair van het woonvertrek. Het gebruik van de kakstoel was vooral voor de rijken, terwijl het lagere personeel gebruikmaakte van latrines, een meerpersoonspoepdoos, bestaande uit een flinke plank met gaten. Deze latrines waren erg smerig, en zelfs voor een tijd waarin men door een soepeler kijk op hygiëne een beetje stank op de koop toe nam, waren ze zó smerig dat men zich liever in de tuin, in donkere hoekjes of achter de gordijnen ontlastte.

De 19e eeuw: de opkomst van het moderne rioleringssysteem

In de 19e eeuw begon de moderne riolering zich te ontwikkelen. In Nederland en Frankrijk werd in de negentiende eeuw het zogenaamde wisseltonnensysteem ingevoerd. Bij dit systeem deed men zijn behoefte boven een beerton die periodiek werd omgewisseld voor een leeg exemplaar door zogenaamde beerwagens. Omdat er geen ondergrondse riolen aangelegd hoefden te worden, was dit systeem een stuk goedkoper dan de WC. Door het wisseltonnensysteem werden het besmettingsgevaar en de stankoverlast aanzienlijk gereduceerd. Het was een hygiënische verbetering ten opzichte van de beerput, maar is absoluut niet met een moderne, op de waterleiding en het riool aangesloten WC te vergelijken.

In Amsterdam werd in 1871 de eerste vorm van riolering ingevoerd door ingenieur Liernur. Hij kwam met het idee om huishoudelijk afvalwater en ontlasting te scheiden. De poep werd met een wagen opgezogen en afgevoerd. Dit systeem werd later opgevolgd door de moderne riolering, waarbij de afvalwateren via leidingen naar afvalwaterzuiveringsinstallaties werden gevoerd.

De moderne riolering: van de 20e eeuw tot nu

In de 20e eeuw werd de riolering steeds geavanceerder. In Nederland telt het rioolstelsel over de 100.000 kilometer aan pijpleidingen. Bijna elk gebouw is aangesloten op de riolering, enkel de overige 1% is technisch gezien niet mogelijk. De moderne riolering heeft bijgedragen aan het verlagen van ziekteuitbraken, hygiëne en het verbeteren van het stadsbeeld.

In de jaren 2020 is het gebruik van de riolering verder geëvolueerd, met innovatieve systemen voor het afvoeren van afvalwater, zoals het gebruik van vacuüm-afvoerinstallaties. Deze systemen zijn efficiënter en milieuvriendelijker dan de traditionele methoden, en worden steeds vaker toegepast in stedelijke gebieden.

Bronnen

  1. Geschiedenis van het riool in Amsterdam
  2. Historie riolering en buitengebied
  3. YouTube
  4. Geschiedenis van de riolering
  5. De geschiedenis van het riool
  6. Wonen: van poepdoos naar wc
  7. 100 jaar schoon water in Amsterdam
  8. Rioling in de geschiedenis
  9. YouTube
  10. Google Play
  11. De geschiedenis van het riool

Related Posts