Interieurontwerp en architectonische kenmerken van een historisch gebouw

In het kader van het onderzoek naar interieurontwerp en architectonische kenmerken van een historisch gebouw, worden verschillende relevante gegevens uit de bronnen beschreven. Deze gegevens geven inzicht in de bouw en de inrichting van een gebouw dat mogelijk in het noordelijke deel van Nederland is gevestigd. Het gebouw heeft een complexe geschiedenis en bevat diverse architectonische en interieurtechnische kenmerken. In dit artikel worden de belangrijkste kenmerken, zoals de ruimtelijke indeling, het gebruik van materialen, en de historische verbouwingen, besproken. Daarnaast worden ook de invloeden van de tijd en de functie van het gebouw besproken.

Ruimtelijke indeling en functionele verdeeling

De ruimtelijke indeling van het gebouw is gebaseerd op een complexe opbouw met verschillende kamers en aangrenzende ruimtes. In de achtergevel bevindt zich een deur met smalle zijlichten, die verbinding maakt met een kelder. Deze kelder heeft aan weerszijden een deur naar buiten en wordt beschreven als een ruimte met een breedte van ongeveer 3 meter. In de zuidelijke helft van het huis bevindt zich de keuken, met een grote schouw, uitgebouwd in de aangrenzende kleinere ruimte. In de noordoosthoek van de ruimte onder de hal is een spiltrap aangebracht, wat opnieuw wijst op een complexe opbouw van ruimtes.

In de eetzaal bevonden zich de mangelkamer en de wijnkelder, evenals een verdiept gedeelte dat mogelijk als zuivel- of wildkelder is gebruikt. In het achterste gedeelte bevond zich een grote provisiekelder en in de zuidelijke helft waren knechtenkamers en een 'meidekamer'. Deze ruimtes zijn thans omgevormd tot woonvertrekken. In de noordelijke helft van het huis bevindt zich een achterkamer, die door het inbouwen van een kamer is veranderd in een vierkante ruimte. Dit duidt op een aanpassing van de oorspronkelijke ruimtelijke indeling, mogelijk als gevolg van een renovatie.

Architectonische kenmerken en materialen

De architectonische kenmerken van het gebouw zijn duidelijk te herkennen aan de gebruikte materialen en de vormgeving van de gevels. De voorgevel is gemaakt van donkere steen en is met duidelijke kassen in de zijgevel. In de zuidelijke zijgevel is een lager en smaller muurgedeelte te zien, met twee hoge smalle vensters met kantblokken en geblokte rondbogige ontlastingsbogen. In de noordelijke zijgevel is ook een dergelijke indeling te zien. De vensters zijn in oorspronkelijke staat met een tussenstijl, eertijds voorzien van naar binnen draaiende vensters en aan de buitenzijde luiken. Deze vensters zijn gedekt met een hanekam en hebben diefijzers.

De zuidelijke zijgevel is voorzien van een gedeelte 17e-eeuws muurwerk. Dit duidt op een herkenbaar architectonisch patroon dat afkomstig is uit de 17e-eeuwse bouwperiode. In de zijgevel is met kassen de nieuwe voorgevel gehecht, die in 1873 onder de pleister verdween. Deze was geleed door pilasters met Ionische kapitelen en droeg het grote tympaan. De verdeling van de vensters kan nog afgelezen worden in de noorder zijgevel. Het duidt op een verandering van de oorspronkelijke opzet, mogelijk als gevolg van een renovatie.

De voorgevels van de drie gebouwen en de zijgevels van de bijgebouwen aan de zijde van het hoofdgebouw zijn gepleisterd. Ook de achtergevel van het hoofdgebouw is gepleisterd en was dit reeds, blijkens een foto, voor 1872. Toen waren er groeven in getrokken als imitatie natuursteenblokken. De materialen die in de bouw werden gebruikt, variëren per zijgevel. Zo is op de zuidgevel van het hoofdgebouw een gedeelte van gele steen te zien, met een verhoging van bonte gele steen. Op de oostelijke zijgevel is een lichte verhoging te zien van een donkere steen, die mogelijk uit een latere periode stamt.

Historische verbouwingen en renovaties

Het gebouw heeft meerdere historische verbouwingen ondergaan, waarvan er drie in de bronnen genoemd worden. De eerste renovatie vond plaats in 1977-1978, onder leiding van het bureau Van Manen en Zwart te Drachten. Tijdens deze werkzaamheden konden onderzoekingen naar het metselwerk en dergelijke en opmetingen gedaan worden. De tweede renovatie vond plaats in 1873, waarbij de vensters opnieuw van roeden met kleine ruitjes voorzien zijn in 18e-eeuwse trant. De derde renovatie vond plaats in 1872, waarbij de daken van de bijgebouwen aangepast zijn aan de vormgeving van het hoofdgebouw. De dakhelling van nu komt overeen met die van het hoofdgebouw, zoals dat in 1873 gedekt is.

In de 18e-eeuwsen verbouwing is de spiltrap vervangen door steektrappen. De spiltrap kan behoord hebben tot de 17e-eeuwse vorm van het huis, die langgerekt zal zijn geweest met een opkamer boven de tegenwoordige keuken en mogelijk links een gedeelte dat niet onderkelderd was. Mogelijk heeft er aan de achterzijde een torenachtige uitbouw gestaan met een trap naar de verdieping. De bouwhuizen zullen bij de laat-18-eeuwse verbouwing ontstaan zijn.

Interieurontwerp en decoratie

Het interieur van het gebouw is gekenmerkt door verschillende decoratieve elementen, die in de bronnen worden beschreven. In de bibliotheek staat een biljart uit omstreeks 1860, dat dus waarschijnlijk in de biljartkamer in het noordelijk bijgebouw gestaan heeft. In de tuinkamer staat een zetel, die in 1873 voor Koning Willem iii gekopieerd is naar de stoel van de Stadhouder uit het Loo. In de bibliotheek staat een biljart uit omstreeks 1860, dat dus waarschijnlijk in de biljartkamer in het noordelijk bijgebouw gestaan heeft.

In de keuken is een grote schouw aanwezig, die uitgebouwd is in de aangrenzende kleinere ruimte. In de vloerbedekking is een Deventer vast tapijt met rand en cirkelvormige middenpartij aanwezig. In de hal is een enorme kristallen luchter aanwezig, met een wit marmeren mantel en een spiegel die gekroond is door het door adelaars gehouden wapen Van Heemstra met parelkroon en helmteken uitkomend de adelaar. In de bibliotheek staat een biljart uit omstreeks 1860, dat dus waarschijnlijk in de biljartkamer in het noordelijk bijgebouw gestaan heeft.

Conclusie

Het gebouw dat in de bronnen wordt beschreven, heeft een complexe geschiedenis en bevat diverse architectonische en interieurtechnische kenmerken. De ruimtelijke indeling is gebaseerd op een complexe opbouw met verschillende kamers en aangrenzende ruimtes. De architectonische kenmerken zijn duidelijk te herkennen aan de gebruikte materialen en de vormgeving van de gevels. Het gebouw heeft meerdere historische verbouwingen ondergaan, waarvan er drie in de bronnen genoemd worden. Het interieur is gekenmerkt door verschillende decoratieve elementen, waaronder een enorme kristallen luchter, een Deventer vast tapijt, en een biljart uit de 19e-eeuw. Deze kenmerken tonen aan dat het gebouw een uniek en historisch belangrijk gebouw is.

Bronnen

  1. Source Name
  2. Source Name
  3. Source Name

Related Posts